Vervolg verbondenleer

Ds. H. Korving | Geen reacties | 15-10-2010| 11:22

Ik heb nog een vraag over het laatste antwoord van ds. Korving over de verbonden. De laatste twee antwoorden zijn me niet helemaal helder: het verschil tussen de raad des Vredes en de uitverkiezing. Bedoelt u dan dat de uitverkiezing de uitwerking  is van de Raad des Vredes? Het verbond des Vredes is dan de afspraak en de uitverkiezing is dan de uitwerking. Zo niet, wilt u dan proberen dit op een eenvoudige en wellicht iets meer uitgebreide manier nog een keer uit te leggen? Mijn andere vraag is: In de brief aan de Hebreeën .... Ik was hier fout. Ik bedoelde een tekst uit uw antwoord, namelijk Galaten 3 vers 29. Daar staat: Indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen. het verbond der genade wordt opgericht met Abraham en zijn zaad. Dat betekent volgens Galaten 3 vers 29 met allen die in Christus zijn. Zij zijn erfgenamen van de beloften. Mag je dan zeggen: Iedereen die gedoopt is, is volledig opgenomen in het genadeverbond; of moet je in Christus zijn, namelijk bekeerd, wedergeboren zijn?

Beste vraagsteller,

Je eerste vraag raakt de relatie tussen de Raad des Vredes en de uitverkiezing. Ik denk dat je teveel uitgaat van de gedachte dat de uitverkiezing het belangrijkste onderwerp is waarover het gaat in de Raad des Vredes. Dat is niet het geval, al heeft de uitverkiezing er wel mee te maken.

Als de Heere Jezus in Joh 17:4 bidt: “Vader Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen”, dan is de vraag: wanneer heeft de Vader Hem een opdracht gegeven? Dat was vóórdat de Heere Jezus naar deze aarde kwam.  Zonder hier heel diep op in te gaan, maakt deze tekst wel duidelijk dat er dus een overleg is geweest tussen de Vader en de Zoon over het werk van de verlossing. Ook de Heilige Geest was daarbij betrokken. Dit heilig overleg -van eeuwigheid- tussen de drie Goddelijke Personen noemen we: de Raad des Vredes of het Verbond der Verlossing. In dit Verbond gaat het  over de verlossing van een zeker aantal mensen, door de Vader bepaald, voor wie Christus Zijn bloed zal geven en die de Heilige Geest zal brengen tot geloof en bekering. Dit alles met het oog op het herstel van het Koningschap van God (dat de mens door de zonde niet meer wilde erkennen) en de eer van Zijn Naam. Het gaat in het verbond des Vredes dus over de weg en het werk van de verlossing, ten behoeve van de uitverkorenen. Vandaar dat het ook wel Verlossingsverbond wordt genoemd (verlossing is de kernzaak) en niet uitverkiezingsverbond of iets dergelijks.

Je tweede vraag: Galaten 3: 29 moet je lezen in het verband van dat hele hoofdstuk. Paulus wil aan de (vooral Joodse) christenen in Galatië duidelijk maken dat God tevoren al de niet-Joodse volken, de heidenen, mede op het oog had. Ook zij kunnen door het geloof in Christus (Messias) zalig worden. Zie vers 8, dat maakt iemand een kind van God. Vers 26, en dan delen zij ook in de zegen die God aan Abraham en zijn zaad heeft beloofd.

Het punt dat Paulus wil duidelijk maken dat we hier niet alleen aan het natuurlijke zaad van Abraham moeten denken = het Joodse volk, maar dat ook de niet-joodse volken, de heidenen delen in hetzelfde heil. zij behoren ook tot het zaad van Abraham, omdat zij hetzelfde geloof deelachtig zijn als Abraham.

De weg tot het heil is niet die van de wet (vers 11 en 12), gehoorzaamheid, werken, godsdienstige plichten, besnijdenis enz., maar die van het geloof in Christus. Het geloof is noodzakelijk om deel te krijgen aan het beloofde heil. God heeft die erfenis van het heil aan Abraham genadig geschonken door de belofte. Zonder geloof wordt het beloofde heil niet ontvangen.

Het komt nu vooral aan op de definitie van het woord genadeverbond. Wat verstaan we daaronder? Ik verwees de vorige keer al naar de Heid. Cat. vr/a 74. In het verbond zijn betekent: de belofte van het heil persoonlijk ontvangen. God meent het in Zijn genadige belofte! Maar let op het woord “toezegging” in antwoord 74. In het verbond zijn is niet hetzelfde als: in Christus zijn. Maar er is een gewaarborgde belofte. Dat laat de noodzaak van geloof en bekering onverlet.

Als jij ten slotte vraagt: “Mag je dan zeggen: Iedereen die gedoopt is, is volledig opgenomen in het genadeverbond; of moet je in Christus zijn, namelijk bekeerd, wedergeboren zijn?” dan in het antwoord: het is allebei tegelijk waar. Het gedoopte kind is in het verbond opgenomen. Maar het moet wedergeboren worden en door het geloof in Christus zalig worden. Maar ik ben zo blij dat antw 74 zegt dat ook de Heilige Geest Die het geloof werkt is toegezegd.

Ik hoop nog wat duidelijker en uitvoeriger op je vragen te zijn ingegaan.

Met vriendelijke groet,
Ds. H. Korving

Dit artikel is beantwoord door

Ds. H. Korving

• Geboortedatum:
  01-12-1954
• Kerkelijke gezindte:
  Christelijk Gereformeerd
• Woon/standplaats:
  Urk
• Status:
  Actief

200 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven