Onderwerpen aan anderen
Ds. A. Jonker | 1 reactie | 12-10-2010| 11:09
Vraag
Wanneer moet je je als christen onderwerpen aan anderen? Paulus schrijft: "Want u duldt het ook dat men u knecht, uitbuit en berooft, dat men u uit de hoogte behandelt en u in het gezicht slaat" (2 Korinthe 11:20). Betekent dit dat je je niet zomaar moet onderwerpen? Hoe weet je wanneer je je wel en wanneer je je niet moet onderwerpen en wanneer je de minste moet zijn?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
De tekst die je citeert moeten we lezen in het verband van de tekst. Daarin schrijft Paulus over valse apostelen die na het vertrek van Paulus in Korinthe gekomen zijn (vs.13). Zij doen zich heel mooi voor alsof zij apostelen van Christus zijn. Zijn pochen op eigen kwaliteiten en vinden Paulus maar een ‘mannetje van niets’. Intussen verdragen de gemeenteleden van Korinthe van die dwaalleraars heel veel. Ze accepteren niet alleen hun woorden, maar ook dat ze door hen worden uitgebuit. Daarom gaat Paulus spottend over hen schrijven en “in onwijsheid” gaat hij roemen (vs. 17 en 18).
Het is alsof Paulus schrijft: Waarom verdragen jullie het dat je dienstbaar gemaakt wordt? Dat iemand je “opeet”, dat wil zeggen jouw geld en goed consumeert? Dat iemand van alles van je afneemt. Dat anderen zich boven je verheffen, en zelfs accepteer je (dat zal niet letterlijk bedoeld zijn) dat men je in het gezicht slaat. Tussen de regels door laat Paulus merken: Dit alles accepteert een christen toch niet? Als ze dit allemaal van de dwaalleraars accepteren, laten ze dan er eens op letten hoe de ware apostel Paulus met hen is omgegaan en wat Paulus al van niet-christenen te lijden gehad heeft.
Als we ons in breder verband afvragen of we ons aan anderen moeten onderwerpen, wil ik daarover het volgende in het kort opmerken.
Wie door een waar geloof aan de Heere Jezus Christus verbonden is, is door Hem vrijgekocht van de heerschappij van de zonde en van de satan. Zo zijn Gods kinderen in vrijheid gesteld. Dit betekent niet dat een knecht zich niet aan zijn heer moet onderwerpen, kinderen gehoorzaam moeten zijn aan hun ouders (Kol. 3) of dat de normale verhoudingen tussen man en vrouw (Efeze 5) ondersteboven geworpen zijn. Het is goed om als christen te lijken op Christus in dienende liefde (Fil.2). In deze zin is het goed om de minste te zijn.
Maar dit betekent niet dat een gelovige in God zichzelf zo moet wegcijferen, dat hij of zij de voetveeg van ieder is. Als Paulus in 2 Korinthe zijn apostelschap verdedigt, is dat niet verkeerd! Wanneer we een ander ons iets misdaan heeft, moeten we het hem of haar vergeven, maar eerst komt het moment van een hartig woordje (bestraffen) en moet hij of zij om vergeving vragen (zie Luk.17:3,4).
Wij moeten vrede houden met alle mensen, maar daarmee hebben we alles nog niet in onze hand. We kunnen de vrede alleen maar bevorderen voor zover dat in ons vermogen is. Rom.12:18). Onderwerping aan de overheid is goed (Rom.13), maar men moet aan God altijd meer gehoorzaam zijn dan aan mensen (Hand. 5:29).
Ds. A. Jonker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Jonker
- Geboortedatum:29-03-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat ik ook een duidelijke tekst vind is: Gal.5:1 Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.
Je hoeft je dus niet te laten overheersen door allerlei wettische regeltjes die geboden van mensen zijn, zie ook Col.2.
Vaak wordt er dan een beroepgedaan op Rom.14 dat je geen aanstoot of ergenis mag geven.
Maar daar gaat het erover dat de broeder die zwak is anders ten val komt als de sterke die in de vrijheid leeft dingen doet of laat die de zwakke niet kan verdragen.
Dan doe of laat je wat terwille van de ander, maar wel uit liefde voor hem en zijn behoud en niet om je weer onder een/de wet te stellen.
Tegenover de wereld de minste te zijn daar gelden volgens mij dezelfde regels voor.
Als je denkt dat je je naaste kan winnen door zelf wat op te offeren of iets te doen of zo, dan moet je dat doen als het even kan.
En anders heb je gewoon je rechten en plichten, net als ieder ander.