Beproeving of een straf van God
Ds. A. Simons | Geen reacties | 09-10-2010| 14:00
Vraag
Ik heb een vraag aan ds. A. Simons. Ik loop al langere tijd rond met deze vraag, die nog sterker is gaan leven na uw lezing “Veel belovend leven” op 17 september jl. bij de stichting Jijdaar. Hoe kun je bij moeilijke situaties in je eigen leven weten of het een beproeving of een straf van God is?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Uw vraag is: Hoe kun je bij moeilijke situaties in je eigen leven weten of het een beproeving of een straf van God is? Met Gods hulp wil ik proberen uw vraag te beantwoorden. U maakt een tegenstelling die er volgens mij niet is. Een straf van God kan voor zijn kinderen een beproeving zijn.
Eerst iets over het woordje straf. Paulus noemt het in de Hebreeënbrief een kastijding. Die God lief heeft die kastijdt Hij. Bent u zonder kastijding, dan bent u een bastaard. Lees Spreuken 3:12, Hebreeën 12:6 en Openb. 3:16. Kastijden betekent vanuit de grondtekst, opvoeden. God rechtvaardigt niet alleen de goddeloze, maar voedt Zijn kinderen ook op. Hij laat ze niet voor “galg en rad” opgroeien. Zoals een vader en moeder een kind opvoeden, zo voedt de Heere Zijn kinderen op. Hij gebruikt daar in de eerste plaats Zijn Woord voor. Door het Woord wordt Gods kind opgevoed. God kastijdt ze door Zijn Woord.
Heel opmerkelijk is het dat Hebreeën 12 zegt: “Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven?” Dus de vaders hebben in ons concrete leven ons gekastijd, maar God kastijdt ons in geestelijke zin. Door de snoeischaar van het Woord beproeft en onderwijst God zijn kerk. Over heiligmaking gesproken... Het vlees in geestelijke zin wordt weggesnoeid door de schaar van het Woord. Zo wast Gods kind op in de kennis van Hem en leert meer en meer sterven aan zichzelf. Nee, voor het vlees niet aangenaam om gekastijd te worden, maar wel tot ons heil. Opdat wij Zijn heiligheid deelachtig zouden worden (Hebr. 12:10, Efeze 5:26, 2 Petrus 1:4). Of zoals de Heidelberger het zegt: “Door Zijn Vaderlijke hand ons doet toekomen en ons ten beste keren wil.” Zo wordt een kastijding in de hand van de hemelse Vader een beproeving voor Zijn kinderen. Regen en droogte, voorspoed en tegenspoed, gezondheid en ziekte moeten dan medewerken ten goede.
Niet alleen het woord is het middel in de hand van de Landman (Joh. 15:2) maar ook Zijn voorzienigheid is dan een middel om Zijn kinderen op te voeden en te beproeven. Dan worden de ‘kleinste’ dingen in de land van de Landman nuttige dingen. Dingen die voor ons vlees vaak niet aangenaam zijn (Hebr. 12:11). Verdrukking is daarom niet vreemd in het leven van Gods kind ( 2 Kor. 4:17, Rom. 5:3).
Opmerkelijk is ook dat de Heilige Schrift het woord verzoeking en het woord beproeving door elkaar heen gebruikt (Jakobus 1:3, 1 Petrus 1:7, Jakobus 1:12). Ook wordt het in een andere betekenis gebruikt, zoals in Jakobus 1:13. Om het bovenstaande kort samen te vatten: Gods kinderen worden beproefd en gekastijd. Godsdienst wordt niet beproefd. Er kan ook niet beproefd worden als er niets is. Waar het ware geloof ingestort is door de Heilige Geest, daar oefent en beproeft God Zijn Eigen werk (Rom. 5:1-5). Kijk maar in het leven van Abraham: God beproefd Zijn kind om het geloof te verdiepen door de beproeving heen (Hebr. 11:17). Het ware kindschap wordt beproefd en het ware geloof kent zijn kastijdingen.
Maar houdt in gedachtenis wat Paulus schrijft aan de Hebreeën; vergeet de vermaning niet (Hebr. 12:5). Letterlijk staat er in het Grieks; vergeet de belofte niet. Gods kinderen kunnen de belofte Gods wel eens vergeten. Welke belofte? Vergeet u het ook niet? De belofte van in de wereld zult gij verdrukking hebben en de belofte, die Ik lief heb die kastijd Ik (Hebr. 12:5). Als u de belofte vergeet, dan kan het wel eens zijn zoals bij Jakob: Al deze dingen zijn tegen mij. Nee, Jakob al deze dingen die zijn voor u. Want zo God voor u is, wie zal dan tegen u zijn. (Rom. 8:33). Al hebt u dan nog zoveel verdrukkingen die tegen u getuigen. Maar de Kerk leert roemen dwars tegen vlees en bloed in: Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Welke verdrukking of beproeving? Nee, niet een! Want in Hem zijn we meer dan overwinnaars (Rom. 8:37). Ik wens u van harte toe; het zicht op de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs (Hebr. 12:2). Zie, zie en zie. Zie? Ja, Hem die daar zit aan de rechterhand van God. De Beproefde, de Gekastijde! Hij heeft alle verdrukking doorstaan en is staande gebleven opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen (Hebr. 12:3).
Van harte Gods zegen,
Ds. A. Simons, Vinkeveen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: