Opgroeiende pubers
Ds. A. Simons | 3 reacties | 29-09-2010| 10:00
Vraag
Zou dominee Simons deze vraag willen beantwoorden? Wij zitten met opgroeiende pubers, wat niet altijd even makkelijk is. Wat laat je bijbels gezien wel toe en wat niet? We mogen en moeten en willen ook niet zo zijn als Eli. Dat verhaal staat toch ook als voorbeeld in de Bijbel met betrekking tot opvoeden. Nu hebben wij in de gemeente in de winterperiode eenmaal in de twee weken bijbellezing op een gewone werkdag. Wij vinden het altijd erg fijn en namen de kinderen ook mee. Maar nu maakt onze oudste er zo'n geweldig drama van. Ze ‘moet’ 's zondags ook al mee en het interesseert haar gewoon niet, zegt ze dan. Dit doet ons als ouders zo'n geweldige pijn. Je hebt je kinderen niet over voor de duivel maar wil ze ook brengen aan het vaderhart van God! "Als je kinderen klein zijn, spreek maar veel met ze over Jezus maar als ze groter worden, spreek dan maar veel met Jezus over je kinderen!" Dit is een behoorlijke waarheid en laat zien wie jij wilt dienen in je leven. Leer en leven is zo ontzettend belangrijk want de kinderen prikken er doorheen. We hopen en bidden dat we hierin ook een voorbeeld zijn voor onze kinderen. We hebben ze toch ook niet voor niets gekregen? Onze vraag is nu eigenlijk: moet je ze nu toch ‘dwingen’ om mee te gaan of mogen wij die verantwoordelijkheid bij hen zelf neerleggen? We vinden dit zo ontzettend moeilijk en zouden graag een pastoraal en bijbels antwoord willen hebben. Waar doen we toch goed aan en waaraan niet?
Antwoord
U vraagt als ouders aan mij of ik de vraag wil beantwoorden. Ik wil dat graag doen en het is theoretisch niet moeilijk om deze vraag bijbels te beantwoorden. Alleen om het antwoord in de praktijk op de juiste wijze toe te passen is wel lastig. Om de eenvoudige reden dat de Heere niet wil dat wij Hem onder druk volgen. Hij wil gewillig gediend worden. Door ons en onze kinderen. Immers Uw liefdesdienst heeft mij nog nooit verdroten (Ps. 119:83).
Wat kan het hart van een ouder branden. Kom ga met ons en doe als wij… (Ps. 122:1). Zo ligt het bij ouders, maar wat kan dat botsen met de beleving van onze kinderen. Botsen omdat ze dit beginsel niet kennen. Het doet pijn om het te horen, maar het kind zegt: moeder het interesseert mij niet. Wat u doet moet u weten, maar ik ga niet meer mee. Hier begint een worsteling bij ons als ouders. Hoe moet ik hierin handelen? Moeder probeert te praten met haar kinderen, maar soms kan dat ook niet meer en praat moeder met God over haar kinderen.
Hier komen de vragen; waar doe we goed aan? Wat wil de Heere van ons als ouders? Ouders, u proeft wel ik ben zelf ook vader van tien (twaalf) kinderen (geweest). Soms moeten we op grond van het Woord zeggen: Kinderen dit kan en mag niet. In de eerste plaats geldt dit voor mij voor de zondagse diensten. Voor mij als ouder is het geen vraag of ze zondag naar de kerk moeten, ja of nee. Zolang ze thuis wonen wil ik dat ze zich onderwerpen aan het gezag van het Woord. Dit beginsel moet ingescherpt worden, dat is onze roeping als ouders. Voor mij is dit een grens. (Spreuken 22:6/Deut. 6:7). Ik heb geen vrijmoedigheid om deze grens te verleggen. Je kunt bijna geen zondag meer houden als je gezin uit elkaar valt in hetzelfde huis.
U voelt de spanning in mijn schrijven tussen het onderwerpen aan het Woord, het gehoorzamen aan het Woord, maar niet onder druk of dwang (Hebr. 10:25). Toch vraagt het ene moment soms om meer druk dan het andere moment. De liefde wil het kind immers vangen met en onder het Woord. Niet alleen voor het (volwassen) kind maar ook als voorbeeld voor de andere kinderen. Want als wij de deur open zetten voor de een dan maakt de ander daar ook (mis)gebruik van.
Misschien denkt u; dominee, geef mij een zwart-wit-antwoord. Nee, ik kan en wil dat niet. Liever geef ik een liefdevol antwoord. Ga met liefde met uw kinderen om. Ik zou zeggen; tot het uiterste. Laat ze proeven dat het u aan uw hart gaat. Ga vooral niet krampachtig om met de meest serieuze dingen. Laat de worsteling gerust zien aan uw kinderen. Laat ze zien dat een theoretisch antwoord niet uw antwoord is. Maar dat wij als ouders worstelen met de spanning van het Woord en de houding van onze kinderen.
Als laatste wil ik u wel zeggen dat de praktijk vaak geleerd heeft dat duidelijke grenzen stellen het einde was van alle tegenspraak. Grenzen verleggen lijkt soms een oplossing, maar blijkt eindeloos te zijn. Ook wil ik meegeven dat als u grenzen stelt aan dingen, stel er ook iets aan tegenover. Wij zijn als ouders niet alleen geroepen om onkruid te trekken maar ook om te zaaien. Ik wil mij kwetsbaar opstellen en u hier laten zien dat ook in mijn gezin deze bovenstaande dingen gespeeld hebben. Maar door Gods genade zijn ze nu niet meer aan de orde. Mijn kinderen gaan elke veertien dagen mee naar de doordeweekse dienst. Ze weten wat ze aan mijn vrouw en mij hebben. Einde discussie! Is er soms iets dan doen we niet moeilijk om daar de ruimte aan te geven. Maar wil graag belijden; genade alleen! Wie doet het goed?
O nee, ik hoef het niet meer goed te doen. Hij deed het goed, ja volmaakt! Sta dan in deze vrijheid waarmee Christus u vrijgemaakt heeft. Juist dan geldt het: hoe lief heb ik Uw Woord. Dit is geen tegenstrijdigheid maar het ligt juist in het verlengde. Vrijheid is niet voor het vlees maar voor de geest (Gal. 5:13). Ouders van harte een nabij leven toegebeden aan de voeten van het Lam. Hoe dichter bij de Bron, hoe ‘losser’ wij om gaan met de waarheid van het Woord. Losser in de zin van bevrijdt. Hoe dichter bij de Bron, hoe dichter bij het Woord. Wandelen naar het Woord is het vermaak voor Gods kind samen met hun kinderen “die Gij mij gegeven hebt.”
Vergeef mij ouders, vergeef mijn gebrekkig antwoord. Ik hink namelijk ook net als Jakob (Gen. 32:31). Hij had namelijk met God geworsteld in betrekking tot Ezau. Ouders waarmee God worstelt, ook in verband met hun kinderen, die lopen mank. Daar herkent u ze aan.
Van harte Gods zegen en vertroost u met deze woorden: “Ik zal water gieten op de dorstige en stromen op het droge, ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op Uw nakomelingen” (Jes. 43:3).
Ds. A. Simons,
Vinkeveen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Direct daarna heb je ééns per 14 dgn de jeugdvereniging. Gaan ze ook heen. Het is geen moeten. Het is eigenlijk een automatisme dat ze ook naar de JV gaan. We moeten ze hier brengen en halen, en we rijden niet voor één persoon die niet naar de JV wilt.
Bij een doordeweekse kerkdienst mogen ze kiezen, als ze geen huiswerk hebben kunnen ze best mee.
Bij bid en dankdag is het wel een moeten. 's middags en 's avonds.
Soms hebben we hier een gemeenteavond. Doordeweeks. Met een onderwerp. Kan ook een punt zijn dat ze er heen willen.
We kunnen ze met een 'dwingen' in de kerk brengen, maar het kan ook averechts werken.
Het is voor ons allen als ouders altijd een zoeken naar de juiste keuze.
zucht, je snapt het zeker wel ?
Ik hou niet van dwingen, maar bepaalde zaken zijn ook hier gewoon geen discussiepunt. Zeker catechisatie ! Een enkele keer verplaatst de dominee het naar een andere avond, vanwege een cliassis of zo, onze kinderen gaan dan gewoon gewillig die andere avond, maar komen wel thuis met het verhaal dat er maar 1/3 van de jongeren was ! Dus blijkbaar is dat in veel huizen een struikelblok.
Door de weeks hebben wij nooit kerk, alleen de chr feestdagen.
De jongste 2 zijn gewoon vrij op woensdagmiddag. De oudste 2 vd voortgezet onderwijs wel of niet. Dat ligt aan het rooster. We hebben om 14.30 kerk. we staan om 14.10 bij school. Wij halen ze gewoon op. Als ze wel een proefwerk hebben kunnen we 2 dingen kiezen, 1x kerk, of op een morgen het 1e uur het proefwerk inhalen. De oudste zit in de 4e, het is tot nu toe nog niet gebeurd.
Dat bid en dankdag een moeten is weten ze gewoon. Ze hoeven er niet over te beginnen, en dat hebben ze ( tot op heden) nog niet gedaan.