Heiligheid
Ds. J.J. van Holten | Geen reacties | 11-09-2010| 11:00
Vraag
Altijd heb ik geleerd dat de mens in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid is geschapen. Maar nu las ik laatst dat de mens in het paradijs niet heilig was, maar -in mijn eigen woorden- onnozel/neutraal is geschapen. Dat hij pas onheilig is geworden toen hij in zonden viel, voorheen kende hij het kwaad niet. Ook heb ik geleerd dat de term heilig 'afgezonderd' betekend. God is heilig en de serafs zeiden: "Heilig, heilig, heilig is de Heere." Maar, waarvan is God dan afgezonderd? Ja, van de zonden is Hij afgezonderd, dat begrijp ik. Maar Hij is toch altijd heilig geweest en de zonden zijn toch later pas gekomen? Of heeft de heiligheid in de eerste plaats betrekking op Zijn Wezen? Zijn al Zijn eigenschappen (liefde, genadig, barmhartig, rechtvaardig, enz.) bij elkaar niet heilig? Waarom zeg/vraag ik dit alles? Op de één of andere manier voel ik dat dit heel belangrijk is en af en toe vang ik er een glimp van op, maar 'ik zie de mensen als bomen', zoals de blinde die door Jezus werd genezen eens sprak. Zou u het eens duidelijk op een rijtje kunnen zetten voor mij?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Je vraag bestaat eigenlijk uit twee delen. Ik probeer eerst in te gaan op de heiligheid/onheiligheid van de mens en daarna iets te zeggen over de heiligheid van God.
De mens is inderdaad zoals je citeert uit de Heidelberger Catechismus, in ware heiligheid geschapen. Heilig is apart gezet. God gaf de mens een aparte plek in de schepping. Dat wordt duidelijk in wat God zegt tegen Adam in Gen. 1 vs. 28, waar de mens de heerschappij, het koningschap krijgt toebedeeld over de ganse schepping (je kunt daarbij ook denken aan Ps. 8).
Daaruit bestond dus de heiligheid van de mens. Om de heilige God in de schepping te vertegenwoordigen, te representeren. De heiligheid van de mens komt ook voort uit het feit dat hij geschapen was naar Gods beeld. Dus was hij niet alleen vertegenwoordiger, maar ook beelddrager van God. De inhoud van dat laatste is dat de mens een eigenschap heeft die aan de rest van de schepping ontbreekt, namelijk dat de mensen met rede begaafd is. Hij kan evenals God redelijk denken en eigen beslissingen maken. Ook de beslissing om, hoewel hij het kwaad niet kende en niet wist wat zonde was, toch door ongehoorzaamheid in zonde te vallen. De duivel speelt daar ook handig op in, door te beweren dat God bang is dat de mens goed en kwaad zal leren kennen en daarmee als God zal worden. In dat laatste ligt juist de ernst van de zondeval. De mens wilde als God worden, kennende het goed en het kwaad. Het is wel duidelijk dat de mens door de zondeval zijn heiligheid kwijtraakte en onheilig werd.
We maken even een tussenstap die belangrijk is: Ook al was de mens heilig, Hij was geen God!!! Ook al was de mens een heilig schepsel. Hij was geen God!!! Er is dus een absolute waterscheiding tussen God en mens. God wordt nooit menselijk en de mens wordt nooit goddelijk. Daaruit moeten we concluderen dat de heiligheid van God van een andere orde is dan de heiligheid van de (nog ongevallen) mens. De mens ontvangt zijn heiligheid van zijn Schepper (zie boven), maar God is heilig vanuit zichzelf. Hij is de gans Andere, Eeuwig apart van de mensenwereld en van heel de schepping. Gods heiligheid hoort bij zijn diepste wezen, terwijl de mens die heiligheid heeft ontvangen om dat hij door die heilige God is gemaakt.
Je zegt in je vraag aan te voelen dat dit belangrijk is. En terecht. Het is belangrijk te beseffen dat God geen mens is en dat wij geen god zijn. Er is een absolute waterscheiding tussen Schepper en schepsel. Dat besef ebt vandaag de dag onder mensen meer en meer weg. De zonde heeft zich na het paradijs op dezelfde manier doorgezet: De mens wil als God zijn.
Dat is echter ook nog voor iets anders heel belangrijk. De duivel is ook schepsel (Gevallen engel. Ik ga daar nu niet op in want dat is een ander onderwerp). Maar hoe machtig de duivel ook is, hij wordt nooit God en hij blijft dus altijd ondergeschikt aan God. God is en blijft de Almachtige.
En dan te weten dat die God zo diep naar ons, gevallen mensen wilde omzien dat Hij zijn eigen Zoon heeft gezonden opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren zal gaan maar leven tot in eeuwigheid. Dat is een wonder dat je nooit klein krijgt. Dat is het wonder van Gods heilige liefde. Want Hij is niet alleen heilig in Zijn toorn maar ook in Zijn liefde.
Ik hoop dat ik je in dit antwoord wat zaken hebt aangereikt waarop je verder kunt denken.
Vriendelijke groet,
Ds. J. J. van Holten, Bergambacht
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief