Blijven hangen in het "och en ach"
Ds. C. Harinck | 13 reacties | 10-09-2010| 12:30
Vraag
Op dit moment ben ik moe van het leven in een gereformeerde omgeving. Ik mis het levende geloof in Jezus in mijn omgeving en krijg veel kritiek op mijn levensstijl. Mensen die blijven hangen in het "och en ach" en die dan vertellen dat het zeker is dat ik geen kind van God ben in verband met mijn uiterlijke levensstijl (het gaat vooral om mijn kleding, die ik overigens al probeer aan te passen door een rokje te dragen). God heeft mij als kind opgezocht en getrokken uit de zonde en Hij heeft het laatste woord. Zijn Woord staat boven dat van mensen, dat weet ik, maar ik vind het verschrikkelijk zwaar om hier als enige constant het Evangelie te verdedigen en geoordeeld te worden. Ik ga hierdoor zelf twijfelen aan God en of Jezus dan wel echt mijn Redder is geweest, er ontstaat zelfs vijandschap in mij tegen de gereformeerde kerk. Ik zondig zo tegen God en ik wil juist leven tot Zijn eer. Toch wordt altijd gezegd dat je verplicht bent om bij de kerk te blijven waarin je geplaatst bent. Ik ben nu 18 jaar en nu al heb ik geen moed meer om hier te blijven. Mijn vraag is dan ook of het echt mijn plicht is om in de Gereformeerde Gemeenten te blijven?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Het is voor mij niet eenvoudig je vraag te beantwoorden. Het gaat immers over de kerk die ik ondanks alle gebreken liefheb en dien. Ik wil beginnen met onder je aandacht te brengen dat we niet moeten denken een volmaakte kerk op aarde te kunnen vinden. Zelfs direct na Pinksteren zie je een Ananias en een Safira in de kerk. Ik wil je verder raden om met een ambtsdrager openlijk over je bezwaren tegen de gemeente en de houding van de mensen tegenover jou te spreken.
Tenslotte is het altijd goed om ook jezelf onder de loupe te nemen en af te vragen of de manier waarop je spreekt over je geloof wel bij de mensen overkomt en of je geloof wel het ware is. Je voelt tegen de Heere te zondigen met je afkeer van de uiterlijkheden en de leer in de Ger. Gem. Je gaat daarin waarschijnlijk te ver. Dan laat de Heere je voelen dat het niet goed is wat je doet. Onze kritiek moet niet alleen gegrond zijn op de Schrift, maar ook uit liefde geschieden.
Je zou ook eens iemand in de gemeente kunnen opzoeken, een wat ouder christin, om mee te praten. Ik hoop je hier wat mee geholpen te hebben. De kerk verlaten lost het probleem niet op. In de ene kerk vind je wat en in de andere weer wat anders. Je moet vooral niet afdwalen van de bijbelse en bevindelijke leer. Je verkeert in het gevaar om door te slaan naar de andere kant en je over te geven aan wat mooit lijkt, maar leeg en oppervlakkig is.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Jammer is dat de sfeer van "och en ach" zoals je dat zelf noemt, zo'n remmende uitwerking KAN hebben op de persoonlijke geloofsbeleving.
Juist de persoonlijke geloofsbeleving is een bron van grote vreugde en blijdschap in Hem.
In deze verkregen beleving ervaar je het in Christus zijn als een groot rustpunt, een mogen stil zijn en een mogen gaan danken voor al het verkregen goede.
Wanneer je nog geen verkregen geloofsleven hebt, loop je altijd het risico om onbewust mee te gaan met allen die het "och en ach" tot een soort van lijfspreuk gemaakt hebben én het ook als excuus kunnen gaan gebruiken waarom het met hen nog steeds zo gesteld is.
Het komt erop aan om niet naar de wereld om je heen alleen maar te kijken en hoe die zich gedragen, maar vooral in welke mate je jezelf wilt openstellen voor Gods woord (ook dat is een gave van Hem). Daarin ervaren allen een remming, omdat het vlees zich nu eenmaal niet wil en niet kan buigen onder Gods woord.
Het hart kan zich evenwel wel anders gaan gedragen en van God alle genade verlangen en verwachten om in het zoonschap van God te komen.
Wanneer dat laatste zo is dan zal er ook een sterk en aanhoudend gebed zijn om deze gaven van God te mogen ontvangen. Hier is een worsteling voor nodig, niet zozeer tegen je huidige kerkelijke omgeving, maar vooral om door God gevonden te worden. En God die geen enkele oprechte bidder laat staan zal je rijkelijk zegenen. Dat weten we uit Gods woord: God geeft je geen stenen als je om brood bidt.
Geen enkele kerk in vrij van menselijke inbreng en regelgeving, ook de GerGem niet of in de GGiN.
Het getuigt van een geest van willen buigen als je de uiterlijke regels van het kerkverband waar je bij behoort, gehoorzaamt en geen obstructie pleegt.
Naar welk kerkverband je ook zou overgaan, overal zijn regels waar je je aan te houden hebt ook al vind je het overdreven of niet van toepassing.
Het is dit hart dat zich wil buigen dat genade zal vinden hoe je verdere leven zich zal ontwikkelen. Wanneer je je door Hem geroepen voelt, doe dan bijna niets anders dan Hem te zoeken en te vinden.
Vooral in je jonge jaren is leren buigen onder Gods woord een bewerking die we alle nodig hebben. In deze gebogen toestand wordt de heerlijkheid van Christus gevonden.
Bidt dus veel om een verbreking van je oude mensgestalte (en dat doet soms "pijn") maar het levert wel de juiste gemeste aarde op waarin het woord van God, door Hem geplant kan worden. Op deze wijze wordt alles wat er met je gebeurt tot eer van God, zoals je dat zelf ook wil.
Laat het oordeel van je omgeving maar los, wees zeer goed voor hen en wees barmhartig.
Als het een menselijke strijd wordt is alles verloren, wordt het een geestelijke strijd dan zijn al Zijn zegeningen in het geloof ook voor jou en dat op een wijze zoals God deze zegeningen toebedeeld.
- Mijn ervaring met wettisch ingestelde mensen die zo goed kunnen oordelen over de buitenkant (rokjes, haardracht, oorbellen enzovoorts) is uitsluitend negatief. Plat en boud gezegd: laat ze maar praten. Er gaat kraak nog smaak van uit.
- Beoordeel de Woordverkondiging op balans. HIJ moet wassen, ik minder worden, dat moet de kernboodschap zijn.
- Blijf met je omgeving delen wat de Heere in je hart legt/heeft gelegd. Wettische mensen vallen stil want die kunnen daar (naar mijn ervaring) niet mee omgaan, maar zeker weten dat anderen juist bij je aanhaken! Mijn ervaring is dat je zo jezelf en anderen tot zegen kunt zijn.
- Ook wettische mensen zijn je naaste die je lief moet hebben als jezelf. Maar het valt niet mee is mijn ervaring, juist omdat 'de andere kant' weinig warmte uitstraalt. - Ik begrijp ds. Harinck gezien zijn positie wel, maar een af en toe 'bij de buren eten' heeft mijn geloofsleven juist verrijkt. Andere predikanten krijgen een andere opleiding en leggen andere accenten. Zo lang de balans in de Woordverkondiging in evenwicht is, wat is daar mis mee?
@Refowebredactie: wat een zegen om deze rubriek te hebben om elkaar te stichten en te helpen! Ik weet niet of jullie je bewust zijn dat dit ongeveer de enige mogelijkheid is om betrekkelijk anoniem van gedachten te wisselen over onderwerpen die af en toe best controversieel zijn binnen een kerkverband. Ik dank de dominees die hiervoor hun nek uitsteken en ik hoop dat we op deze manier elkaar in liefde mogen blijven aanscherpen!
Ik ken meerdere vrienden die (noodgedwongen) regelmatig shoppen en ik heb het in het verleden ook vrij veel gedaan, maar als dat de overhand krijgt sluit je je in je hart niet echt bij je eigen gemeente aan.
En met ds. Harinck ben ik er wèl van overtuigd dat de gemeente de plek is waar de Heilige Geest wil werken. Handelingen spreekt daar uitvoerig over. En juist in de gemeente kun je elkaar tot stichting zijn door zowel te spreken over Gods werk in je hart en te luisteren naar Gods werk in het hart van anderen. Bij shoppen buiten de deur beperk je jezelf tot een preek consumeren.
Alphonsus, ik lees jouw reacties altijd met genoegen. Je kunt je mening goed onderbouwen met argumenten, en daar hou ik van. Losse reacties, opmerkingen of kreten kan iedereen plaatsen, maar reacties zoals die van jou vind ik erg waardevol. Ga zo door.
Groet, Annah
Maar ik hoor hier ook een noodkreet van een jongere en weet zelf wat het is dat te ondervinden. Eigenlijk worstel ik hier zelf ook mee, maar er zijn sommige omstandigheden die je er wel toe dwingen zelfs als jongere om de kerk te verlaten.
En wat betreft het doorslaan naar de andere kant, dat krijg je altijd gelijk te horen maar als jij je niet thuisvoelt in een gemeente, je afgewezen voelt en er geen ouderling of predikant is met wie je kan praten omdat ze openlijk tegen je vertellen dat jij toch geen kind van God kan zijn, word er dan nog zo gepraat over het blijven dienen van de gemeente?
Ik vind het zo'n makkelijk antwoord terwijl ik het vanuit zijn positie wel begrijp.
Als ik deze vraag op een andere plek of manier kan stellen, zou iemand mij dat willen vertellen want ik wil hier geen nodeloze discussies uitlokken.
Alvast bedankt
De kerkenraad hoeft niet te oordelen of jij wel of niet een kind van God bent. Ga in gesprek met mede kerkgangers kan erg verhelderend werken, weet dat je niet alleen bent. Blijf geloven in God en in jezelf, Dan krijg je misschien een andere kijk op de gergem, ik geloof namelijk wel dat er vele onder ons kinderen van God zijn.
Want het zal een ontelbare schare zijn!
Dat blijkt daaruit dat Hij het heeft over het verbond van God met Zijn volk.
Ken je dat? En dan wordt het gebed geboren ook voor die gemeente, ambstdragers, en jezelf. Vaak hebben we kritiek, maar dan alleen naar anderen; dan is er ook geen krediet op God. Niets mis met och, ach en o, want het is bijbels: zie ook maar het vervolg van dat gebed en Ezra 9:15; Neh. 9:32; Ps. 38:2 enz. En wat onszelf betreft: Ons gebed driemaal per dag (Dan. 6); ons houden aan de wetten van de Heere (Dan. 1)? Leg je leven naast Gods Woord.
Bovendien: Wat versta je onder 'het levende geloof'? Wordt dat niet vaak in stilte beleefd, in de binnenkamer en in Gods huis onder de prediking; al is het waar, dat er dan ook over gesproken zal worden. Zeker, we merken er zo weinig van; maar hoe staat het bij onszelf? Daniël beleefde dat toen hij bad:Och Heere; wij hebben gezondigd... en toch mocht pleiten op Gods verbondstrouw. En dan zie je dat het om het hart gaat. Maar d.w.n.z. dat het uiterlijke er niet toedoet. Want Gods Woord wijst daar ook op: zie bijvoorbeeld de brieven: 1 Petr. 3 en 5; Tit. 2; 1 Tim. 2 - 6. En bij de bekering gaat het ook om de uiterlijke daden en dingen (Matth. 5, de bergrede; ook Luk. 3:10-14) enz., maar eerst en vooral het hart. En bij Daniël ging het om uiterlijke spijs en drank.
Enerzijds hebben we Gods Woord en Wet om ons aan te toetsen in leer en leven. Maar soms kent men Gods Woord niet en gaat van eigen gevoel uit en van wat anderen doen, dat is onwettig. Anderzijds mogen we het niet te ver doortrekken wat betreft uiterlijkheden. Soms gaat men daarin verder dan Gods Woord. Bijvoorbeeld: Sieraden, wat betreft meisjes en vrouwen; Sommigen zeggen dat je ze niet mag hebben omdat het alleen maar hoogmoed en ijdelheid is.
Anderen gaan daarin zover dat ze zich omhangen en laten doorboren, enz. zonder te weten van enige maat, zoals heidenen. De Schrift zegt dat de vrucht des Geestes is: matigheid.
Zo hoort enige soberheid, matigheid ons te sieren, anderzijds mogen we toch genieten van wat God geeft.