Voorstelling van de hemel
Ds. B. de Romph | 1 reactie | 09-09-2010| 20:00
Vraag
Als men overlijdt, gaat men naar de hemel, maar wat moet ik me bij die plaats voorstellen? Een ander soort aarde, die voor 'levende' mensen onzichtbaar blijft, of is 'hemel' meer een onvangbaar begrip?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Als men sterft, gaat men naar de hemel, maar wat moet ik me bij die plaats voorstellen? Het gaat hier om de eindbestemming van de mens na zijn sterven. Op grond van Gods Woord geloven wij in tweeërlei eindbestemming: de hemel of de hel. Met dit leven houdt het niet op. Het is een eeuwig zijn bij God of een eeuwig zijn buiten God. De mens wacht of eeuwige gelukzaligheid of eeuwige rampzaligheid na dit leven. De twee wegen worden ons in de Schrift duidelijk voorgehouden. Het beslissende voor de toekomst is het geloof in de Heere Jezus Christus. Wie in Hem gelooft, zal zalig worden, maar wie niet in Hem gelooft zal voor eeuwig verdoemd worden. Een derde mogelijkheid is er niet.Tussen het sterven en onze eindbestemming is geen tijdslimiet. “Terstond”, leert de Schrift ons. De Heere Jezus zei tot de moordenaar aan het kruis: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn”. Bij het sterven gaat het lichaam het graf in, maar de ziel gaat of naar de hemel of naar de hel. Na de opstanding der doden zal het lichaam verrijzen en verenigd worden met onze ziel. We zullen dan naar lichaam en ziel God groot maken of anders voor eeuwig onder Zijn toorn moeten verzinken.
Nu is de vraag: hoe moeten we ons de hemel voorstellen? Is dat een ander soort aarde, die voor 'levende' mensen onzichtbaar blijft of is de hemel een onvervangbaar begrip? Nu is de hemel de plaats waar God woont. Als we aan de hemel denken, dan kijken we onwillekeurig naar boven evenals wij voor de hel naar beneden kijken. De Heere Jezus is op de dag van de hemelvaart naar de hemel opgevaren. We denken dan aan de derde hemel, boven de wolkenhemel en de sterrenhemel is de hemel der hemelen. De discipelen hebben op de Olijfberg de Heere Jezus bij Zijn hemelvaart nagestaard, totdat een wolk Hem van voor hun ogen wegnam. Toen was de Heere Jezus de hemel binnengegaan. De hemel is de plaats bij God. Deze is moeilijk te lokaliseren. Het is een werkelijkheid. Het is de plaats waar God woont en Zijn troongeesten Hem omringen. We lezen daarvan in Openbaring, waar ons een blik in de hemel vergund wordt. In Openb. 4 wordt ons de hemel beschreven: er was een troon gezet in de hemel en er zat Een op de troon. En rondom de troon waren vierentwintig tronen en op de tronen de vierentwintig ouderlingen zittende bekleed met lange witte klederen en zij hadden gouden kronen op hun hoofden. En in het midden van en rondom de troon de vier dieren. Zij vertegenwoordigen de kerk van alle eeuwen en de schepping (Openb. 4:1 ev.). In profetische taal wordt hier gesproken van de hemelse heerlijkheid, die geopenbaard zal worden. Hoe het daar zal zijn kunnen wij in menselijke bewoordingen niet tot uitdrukking brengen. Het zal onze stoutste verwachtingen ver te boven gaan. "Wat geen oog gezien, geen oor gehoord heeft en wat in geen mensenhart is opgeklommen, heeft de Heere bereid voor degenen die Hem vrezen."
Deze dingen gaan ons begrip te boven. Dit zijn bovenmenselijke voorstellingen. Wij denken vaak zo aards en menselijk over de hemel. Wij mensen denken in begrippen, in tijd en afmetingen. Wij willen concreet de plaats van de hemel vaststellen. Dat blijft voor ons altijd een bovennatuurlijke werkelijkheid, terwijl de hemel een werkelijkheid is. Straks na de wederkomst zullen hemel en aarde verenigd worden te saam. Johannes op Patmos zag het nieuwe Jeruzalem nederdalen uit de hemel. Het zal geen andere aarde zijn, maar een vernieuwde aarde. God zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde tot stand brengen. Als die dag aanbreekt, zullen de elementen branden en vergaan en de aarde en de werken daarin zullen vergaan. Maar uit die oude wereld zal de nieuwe oprijzen. "Maar wij verwachten naar Zijn belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont" (2 Petr. 3:10,13). Wij, westerlingen, willen de dingen graag concretiseren. Maar de Schrift spreekt in beeldende taal over die toekomst. Het is een werkelijkheid, die in de Bijbel in beeldspraak wordt voorgesteld. Het is niet in menselijke woorden te vertolken. Paulus is opgetrokken geweest tot in de derde hemel, in het paradijs en hij heeft gehoord onuitsprekelijke woorden, die het de mens niet geoorloofd is uit te spreken. Daar zijn geen woorden voor. Het is niet in mensenwoorden te vertolken. Daar moeten we hemelsgezind voor zijn, om die taal te verstaan en die werkelijkheid ons voor te stellen. Wij vinden het zo moeilijk om in dingen te geloven die we ons niet kunnen voorstellen. We kunnen het ons niet voorstellen, maar het zal deze aarde en deze wereld zijn. "Want het Godgeheiligd zaad, zal het gezegend aardrijk beërven.” Dan zal er ook geen scheiding meer zijn tussen hemel en aarde.
De Schrift zegt niet zoveel over de heerlijkheid die aanstaande is. In 1 Joh. 3:2: "Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat we zijn zullen. Maar wij weten, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is." We zien nu nog door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht" (1 Kor. 12:13). Ik stel me hierbij voor, dat we nu nog zien door matglas; we kunnen de dingen nog niet goed onderscheiden. Wij kennen nog ten dele, maar dat zal het geopenbaard worden. Als het gaat over de hemelse heerlijkheid, dan ligt de Schrift een tipje van de sluier op en zegt: "want zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen zijn" (Mark. 12:25).
Ik kan dus niet al je vragen beantwoorden. Laten we daarom niet te diep in de verborgenheden Gods zoeken door te dringen. De verborgen dingen zijn voor de Heere onze God, maar de geopenbaarde voor de mensenkinderen. Het is meer een geloofswerkelijkheid, maar dan wel van iets dat er werkelijk is en werkelijk zijn zal. Straks op die dag zullen alle vragen worden opgelost en alle onduidelijkheden weggenomen. Dan zullen we zien het Lam Gods staande als geslacht. Als we eenmaal daar mogen komen, zullen alle raadsels worden opgelost en zullen we Hem zien die ons heeft lief gehad. Zullen we daar ook zijn?
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.