Tot Wie bidden
Ds. J.J. Tigchelaar | 1 reactie | 21-08-2010| 13:00
Vraag
Ik heb al een keer eerder de vraag gesteld tot Wie we moeten bidden: God de Vader, God de Zoon, of God de Heilige Geest. Het antwoord was vrij kort en ik snapte het eigenlijk niet. En is er ook verschil tussen een gelovige en een ongelovige? Een ongelovige kan toch eigenlijk niet bidden tot God de Vader? Ik heb geleerd dat de Heilige Geest leert bidden en dat je tot Jezus moet komen, om via Hem tot de Vader te gaan. Maar om tot Jezus te komen heb je de Vader weer nodig, want "niemand kan tot Hem komen tenzij de Vader hem trekke". En zijn de dingen die je van de Vader vraagt anders dan de dingen die je van Jezus vraagt of de Heilige Geest?
Antwoord
Vergeef me dat ik niet weet door wie en hoe eerder op deze vraag is gereageerd. Ik wil pogen begrijpelijk op de vraag in te gaan.
1. Voorop moet staan dat de Goddelijke personen niet zijn als hulpverleners met verschillende loketten, en verschillende vormen van assistentie, zoals die bij onze hulpverlenende instanties te vinden zijn.
2. Jezus Christus heeft in de Bergrede duidelijk gezegd hoe en tot Wie we behoren te bidden: Mattheüs 6:9-13. En nergens vinden we in de Bijbel een gebod om tot iemand anders te bidden.
3. En dat beveelt de Heiland aan de scharen, gelovigen en ongelovigen. Wie echter de Naam, het Koninkrijk en de wil van de Vader niet wil erkennen, zal dit gebed natuurlijk niet bidden; maar het gebod blijft wel staan. Het gaat er dus niet om dat een ongelovige niet kan of mag bidden, maar dat hij of zij niet wil. Het is een schuldige onmacht met nadruk op de schuld en de onwil.
4. De Drievuldigheid van Vader, Zoon en Heilige Geest betekent in de Bijbel ten aanzien van het gebed dat er gebeden wordt tot God de Vader, in de Naam van Jezus Christus (het beroep op onze Middelaar en Advocaat), terwijl de Heilige Geest ons daartoe, al dan niet bewust, inspireert. Dat zijn geen verschillende, gescheiden acties. Er is slechts Eén God, en naar ons mensen toe is Zijn werk ongedeeld. Het is niet zo dat wanneer de Vader ons trekt, de Zoon en/of de Heilige Geest dat niet willen of niet zouden doen.
5. Dat hangt ook samen met wat wij mensen echt nodig hebben. Daarin is toch ook een éénheid. Je kunt en mag niet om vergeving vragen wanneer je niet bereid bent voortaan in gehoorzaamheid en blijde dankbaarheid te leven. Je kunt niet om verlichting en troost vragen, wanneer je tegelijk je naaste niet wenst lief te hebben. Hoe kan ik om gezondheid of herstel bidden wanneer ik geen afstand begeer te nemen van mijn verslavingen?
6. Het lijkt soms in het Nieuwe Testament dat mensen specifiek tot Jezus Christus bidden. Denk aan Stefanus (Handelingen 7:59), Johannes op Patmos (Openbaring 22:20) en de gemeente in Corinthe (1 Corinthe1:2). Let er dan op dat het gewone woord voor “bidden” daar niet gebruikt wordt, wel “aanroepen”. Dat betekent hier: “zich beroepen op, zich onder bescherming stellen”. Van Johannes op Patmos, zeggen de Kanttekeningen bij de Statenvertaling, dat zijn uitroep: “Maranatha” (=kom, Heere Jezus) zijn verlangen betuigt naar de komst van Christus.
7. Ik begrijp dat de gestelde vraag soms moeilijkheden kan geven. De meeste commentaren en handboeken gaan er ook niet op in. Ik hoop je toch een beetje geholpen te hebben. Bidt zonder op te houden. Lees daarom ook Mattheüs 7:7 en 8.
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa