Belijdenistekst
P.C.H. Kleinbloesem | Geen reacties | 16-07-2010| 17:00
Vraag
Vorig jaar heb ik oprecht belijdenis van mijn geloof afgelegd. Nu ervaar ik in mijn hart een soort wroeging, wat betreft mijn belijdenistekst, Mattheüs 10: 32: "Een iegelijk dan, die Mij belijden zal voor de mensen, dien zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is." Ik weet dat het wat overdreven is, maar al een jaar voor mijn belijdenisdienst zag ik uit naar de tekst die ik zou ontvangen. Ik geloofde zo zeker dat de Heere die tekst aan mij zou geven. Ik bad of het een tekst mocht zijn waaruit ik bemoediging en troost mocht ontvangen. Maar nu kreeg ik deze tekst. Wat moet ik er toch mee?! Het zorgt nog steeds voor strijd en het lijkt wel of de duivel mij er steeds op pakken kan dat mijn gebed niet is verhoord. Zo ervaar ik het in ieder geval. Het nam zoveel vreugde bij mij weg, direct al dezelfde zondag. Kunt u mij alstublieft uitleggen of deze tekst misschien toch iets inhoudt waar ik iets mee kan? Ik weet dat het laatste gedeelte van de tekst tot troost kan zijn. Maar als ik in een geestelijke strijd zit, zorgt deze tekst alleen maar voor meer strijd omdat ik op zo'n moment Gods naam niet kan belijden naar de mensen om mij heen. Kunt u mij alstublieft helpen met deze tekst?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Begrijpelijk dat zo’n tekst je alleen maar meer strijd bezorgt als je midden in de geestelijke strijd zit! In mijn persoonlijk leven ervaar ik niet anders. Immers, als je vlees de overhand heeft, of als je je helemaal niet zo geestelijk voelt, dan is het bepaald niet gemakkelijk om de Naam van Jezus voor de mensen te belijden! En vervolgens klaagt zo’n tekst je aan… Je denkt (misschien) bij jezelf: ben ik wel een kind van God? Of heb ik mezelf wat wijsgemaakt?
Ook dat je naar een persoonlijke tekst verlangde of verlangt, is herkenbaar. De Bijbel is ‘dik’ en vaak vraag je je af: wat is de boodschap van God tot mij? De motieven die aan die vraag ten grondslag liggen, zijn dikwijls heel oprecht… Maar toch wel ik tegen je zeggen: je hebt de hele Bijbel. Voor mij is de rechtvaardiging van de goddeloze heel belangrijk. Romeinen 5:1 raakt mij zo dikwijks: “Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede met God, door onzen Heere Jezus Christus.” Maar ik moet wel zo eerlijk zijn om te bekennen dat een tekst als Matthéüs 7: 21 voor mij net zo goed van betekenis is! Daar staat: “Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.” Begrijp je wat ik bedoel te zeggen? Jouw belijdenistekst is heel belangrijk voor je. Maar als je oprecht belijdenis hebt gedaan, zoals je dat zelf zegt: dan is een tekst als Hebreeën 10:14 net zo goed belangrijk voor je: “Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.” Door één offerande geschikt gemaakt voor de hemel! Soms, als Matthéüs 10:32 je aanklaagt, mag je toch ook zeggen: maar Heere, u zegt toch ook in uw Woord dat al degenen die op U vertrouwen in Uw oog rechtvaardig zijn? En zo is het!
Je hebt de Heere gebeden om een persoonlijk tekst; een tekst waaruit je bemoediging en troost mocht ontvangen. Weet je, het is heel belangrijk om te beseffen dat de Heere het gebed van Zijn kinderen hoort en ook wil verhoren. Er staat immers in Hebreeën 11:6: “Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken.” Zonder vertrouwen bidden, dat is: “kwalijk” bidden (vgl. Jac. 4:3), en zulke gebeden hebben weinig of geen waarde. Een christen mag er op vertrouwen dat God het gevraagde zal geven! Er staat immers in Matthéüs 7: 7- 11: “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. Of wat mens is er onder u, zo zijn zoon hem zou bidden om brood, die hem een steen zal geven? En zo hij hem om een vis zou bidden, die hem een slang zal geven? Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden!” Maar tegelijk is het toch ook waar dat God niet al onze gebeden verhoort. Denk maar aan het gebed van Paulus in 2 Korinthe 12! Paulus wilde verlost worden van de doorn in zijn vlees… Maar God zei: nee! “Mijn genade is u genoeg.”
Misschien was je blij geweest met een tekst als Jesaja 49:16 (i.p.v. Mattheüs 10: 32): “Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds voor mij.” Immers, zo’n tekst kan je (door de Heilige Geest) onder alle omstandigheden bemoedigen en troosten! Maar het kan heel goed zijn dat de Heere je juist Mattheüs 10:32 wilde meegeven! Die tekst zorgt wel voor strijd, maar zonder strijd is er denk ik geen geestelijke groei! Denk eventjes aan Petrus. Een kind van God. Maar hij verloochende zijn Meester! Daar aan de oever van de zee van Tibérias kon hij eigenlijk alleen maar zeggen: Heere, ik heb het niet laten zien, maar u weet dat ik U liefheb! En dat wil de Heere ons toch ook leren: dat we zelfs na ontvangen genade vanuit onszelf eigenlijk niets kunnen, en zelfs in staat zijn Zijn Naam te verloochenen! En als je dat geleerd hebt, en je eigenlijk weinig of niets meer van jezelf verwacht, dan komt er ruimte voor Johannes 21:18: “Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.”
Al dat falen, al dat struikelen: laat dat je uitdrijven tot de Heere Jezus: Heere, zelfs ná ontvangen genade ben ik niet in staat u te volgen! Wilt U mij bij de hand nemen; wilt U mij leiden door Uw Heilige Geest. Zodat ik Uw Naam belijden zal voor de mensen! Petrus was aan het eind van zijn leven een ‘gebroken’ man, maar een ‘werktuig’ van de Heilige Geest!
Ten slotte: laten we maar eerlijk zeggen: een tekst als Mattheüs 10: 32 heeft voor ieder christen veel te zeggen. Laten we er voor uitkomen dat we bij de Heere Jezus horen; laten we Hem openlijk loven … Laten we het evangelie verkondigen aan alle mensen! En misschien krijgt deze tekst in jouw leven straks bijzondere betekenis…
Maar laten we beseffen dat er geen christen is die alles op één dag leert! Met vallen en opstaan… Maar: “Indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; En Hij is een verzoening voor onze zonden” (1 Joh. 2:1b-2a).
Ik hoop dat dit antwoord je enigszins mag helpen.
Van harte Gods zegen toegebeden,
Ds. P. Kleinbloesem
Dit artikel is beantwoord door
P.C.H. Kleinbloesem
- Geboortedatum:13-10-1976
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Status:Actief