Babel en astronauten
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 11-06-2010| 11:30
Vraag
Waarom verwarde God de spraak van de mensen die aan de toren van Babel bouwden wel, maar die van astronauten niet? En: is de hemel binnen dit universum, of is deze in een andere werkelijkheid?
Antwoord
Twee vragen met wel iets gemeenschappelijks.
1. In Genesis 11 wordt niet met zoveel woorden verteld waarom God de spraak van de mensen verwarde. Wel blijkt er achter te zitten dat hoogmoed en trots aan de ene kant en de begeerte samen sterk te staan aan de andere kant de mensen bezielde. Hoogmoed zoekt altijd grote monumenten op te richten. Tot vandaag toe wedijveren landen en steden wie de hoogste toren kan bouwen. Laat ook Nebukadnezar tot een waarschuwing zijn, zie Daniël 4 vanaf vers 28.
Maar er is meer: vanaf Adam is de opdracht aan de mensen: de aarde te bewerken en de wereld te vervullen. De hele wereld en alle mensen moeten God in zijn schepping eren en dienen. In Babel wilden ze op een kluitje bij elkaar blijven en zichzelf dienen.
Hier ligt ook het verschil met de astronauten. Vraagsteller suggereert dat de ruimtevaart eveneens een teken van menselijke hoogmoed is en dan ook door God verhinderd zou moeten worden. Dat kan het zijn, maar het is ook een vervulling van de opdracht in de cultuur en de techniek gebruik te maken van door God gegeven mogelijkheden. We moeten ons niet laten misleiden door het woord astronauten. Letterlijk zijn dat sterrenvaarders. Maar naar de sterren... zo ver zijn ze nog nooit geweest. De afstand van de aarde naar de maan is minimaal gezien de ons bekende ruimte van het heelal. Ruimtevaart kan een teken van hoogmoed zijn, maar vele astronauten hebben na terugkeer de grootsheid en almacht van God beleden.
2. Waar is de hemel? Dan moeten we eerst weten wat we onder hemel verstaan. Soms wordt dit woord gebruikt voor het uitspansel, het hemelrond, soms voor de luchtlagen rondom de aarde. Soms ook voor de woonplaats van God, soms ook in visioenen de plaats vanwaar Christus na de hemelvaart zijn kerk en de wereld bestuurt, en waar de zielen der martelaren wachten. Dat is dus niet de hemelse heerlijkheid.
In Genesis 1 horen we dat God de hemel en de aarde schiep. Dus behoort de geschapen hemel tot het universum. Maar daarvoor bestond natuurlijk al een woonplaats van God, die niet geschapen is. Dat is en blijft een andere werkelijkheid.
We moeten oppassen dat we niet zo bezig zijn met de hemel dat we de aarde ontrouw worden. De aarde is de mensen gegeven om daar te wonen. Psalm 25:13, 37:9 en 11 en vele andere plaatsen in de Bijbel. En aan het einde der tijden zal uit de hemel het nieuwe Jeruzalem weer op de gereinigde en herstelde aarde nederdalen, tot een woonplaats van de gezaligden, Openbaring 21:2 en 10. De aarde wordt dus niet afgeschreven of alleen aan de dieren overgelaten. Het nieuwe Jeruzalem is dus met de gelukzalige bewoners op de aarde en niet in de hemel. Het heelal en de sterren zullen als een wonderschoon schouwspel de heerlijkheid van de Schepper blijven tonen.
Putten, ds. J. J.Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa