Gods zegen na kerkdienst
Ds. M.A. Kempeneers | 3 reacties | 06-05-2010| 19:00
Vraag
Na elke kerkdienst, ook bij huwelijken en doopdiensten, wordt door de predikant Gods zegen gegeven. De ene predikant zegt echter: "Gods zegen zij met u." De ander zegt: "Gods zegen is met u." Wat is het verschil in deze formulering? In mijn ogen is de uitspraak "zij" meer een wens, terwijl de formulering "is" meer een stelligheid, een feit, uitdrukt. Mijns inziens is de uitdrukking "Gods zegen zij met u" vrij vaag. Zo van: Afwachten maar. De uitdrukking "Gods zegen is met u" is echter weer zo stellig dat die, na bijvoorbeeld veel rampspoed, of zelfs de dood van iemand (die die zegen kreeg), onwaar overkomt. Wat is nu de bijbelse weg hierin?
Antwoord
Ons probleem is dat in de grondtaal geen werkwoord wordt gebruikt. In het Grieks staat: “Genade aan u, en vrede, van God onze Vader en den Heere Jezus Christus” (Romeinen 1:7). Je zou daar zowel de werkwoorden zij als is kunnen gebruiken. Daarom staat het in onze Statenvertaling ook schuingedrukt. Ten teken dat dit er in de grondtekst niet staat.
In de hogepriesterlijke zegen uit Numeri 6 staat er wel een werkwoord in de wensende, biddende zin. “De Heere zegene u en Hij behoede u”, enz. De Dordtse Synode van 1574 heeft bepaald dat de predikatie begonnen moet worden met het votum, bestaande uit de woorden: “Onze hulpe zij in de Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft”, enz. (naar Psalm 124:8). Daar wordt het werkwoord dus in de wensende zin gebruikt. Het Latijnse woord “votum” is afgeleid van het werkwoord “vovere”, dat zoiets als: “wensen” of “een gelofte afleggen” betekent.
De kerken van de Nadere Reformatie hebben het votum meer als een gebed dan als een belijdenis opgevat. Daarom worden de ogen ook altijd gesloten. De groet wordt ook met gesloten ogen gedaan en met twee handen. Modernere stromingen houden de ogen altijd open en zien het votum meer als een stellige afkondiging. Ook de groet wordt met open ogen gedaan, en dan met één hand. Dat is niet alleen een liturgisch verschil. Er leeft in deze gemeenten op bepaalde punten een heel andere theologie. De gedachten over het genadeverbond en de gemeentebeschouwing zijn anders dan in de kerken die in de lijn staan van de Nadere Reformatie.
Als er in de Schrift in wensende zin wordt gesproken (zoals in Numeri 6), dan moet het antwoord van de gemeente beslist niet zijn: “afwachten maar”, zoals de vraagsteller suggereert. Nee, dat geeft juist reden om te vragen om de vervulling van die zegen. Want dat is nergens in de Schrift een automatisme. De zegen wordt beloofd en afgekondigd. Maar de Heere wil er wel om gebeden zijn.
Toch wil ik van het votum en groet geen halszaak maken. Mijns inziens zijn beide varianten Bijbels te verantwoorden. Of je nu zegt: “onze hulp zij in de Naam des Heere” of “…is in de Naam des Heeren”, in beide gevallen is het een zaak die biddende werkzaamheid vraagt.
Ds. M. A. Kempeneers
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kempeneers
- Geboortedatum:05-11-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Katwijk aan Zee
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het mag dus duidelijk zijn dat het geen "wacht maar af "is.
En of het van een andere theologie getuigt als je de groet met 1 hand of beide handen brengt vraag ik me af. Ook dat is maar net hoe je het gewend bent.
@Dijna61: Dat vind ik ook mooi! Het staat ook op diverse plaatsen in de Bijbel:
Psalm 106: "Al 't volk zegge amen op mijn klanken"
Psalm 72: "Met amen, amen na!"
Psalm 41: "Dat elk met mij zijn lofzang en gebeen, met Amen, Amen sluit!"
Hierin bevestig je als gemeente dat je vast en zeker gelooft dat God zegenend wil meegaan!