Verheerlijkt lichaam van Jezus
Ds. A.A. Egas | 1 reactie | 29-04-2010| 13:16
Vraag
Na de opstanding uit de doden kreeg de Heere Jezus een verheerlijkt lichaam, zonder enig gebrek. Echter, in Zijn handen, voeten en zijde waren nog steeds de gaten zichtbaar als gevolg van Zijn kruisiging en het doorstoken worden met de speer. Hoe moeten we deze zichtbare tekenen van lijden aan het verheerlijkt lichaam van Jezus zien?
Antwoord
Waarde vriend(in),
Je vraag is goed te begrijpen. Zo op het eerste gezicht behoren deze tekenen in Zijn handen, Zijn zijde en voeten tot Zijn lijden. Deze tekenen hebben een belangrijke rol gespeeld in het leven van Thomas. Hij was het immers die de tekenen van dat lijden wilde zien, om daadwerkelijk te kunnen geloven dat de Heere Jezus was opgestaan. Wanneer Thomas spreekt over de tekenen, dan gebruikt hij in het Grieks het woord “tupos”, dat hier betekent “indruk” en dan in de letterlijk zin van: de zichtbare indruk die de spijkers als wonden of littekens hebben achtergelaten. Voor Thomas is het zien en betasten van deze littekenen de voorwaarde om te kunnen geloven. Het zien en voelen van die littekenen zijn voor Hem het bewijs dat Hij waarlijk is opgestaan.
Ik hoop dat je nu al iets ziet van een antwoord op je vraag. Want hoewel het tekenen zijn, veroorzaakt door het lijden, vormen ze nu de bewijzen van Zijn heerlijke overwinning. Straks zal de kerk Hem zo ook mogen zien. Denk bijvoorbeeld aan de woorden van Johannes in Openbaring 5:6 “En ik zag, en zie, in het midden van den troon en van de vier dieren en in het midden van de ouderlingen een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen en zeven ogen; dewelke zijn de zeven Geesten Gods, Die uitgezonden zijn in alle landen.”
Prachtig is wat ds. D. J. Budding in zijn Bijbels dagboek over Openbaring “Zie, Hij komt op de wolken”, opmerkt over dat “staande als geslacht” van het Lam opmerkt: “Zijn littekenen zijn Zijn eretekenen.” In deze korte zin heb je eigenlijk het antwoord op je vraag.
Graag wil ik je tenslotte nog wijzen op wat onze Nederlandse geloofsbelijdenis over die littekenen schrijft in artikel 21: “wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden.” Ik hoop dan ook dat je persoonlijk daar nu reeds je troost in vinden mag. Graag wil ik je wijzen op wat ds. D. Heemskerk daarover schrijft in zijn uitleg van de NGB in het boek “Zo ik niet had geloofd”: De wonden zijn de bewijzen van de verzoening door voldoening. Zij vertroosten de arme zondaar in zijn bestrijdingen en aanvechtingen. Wanneer Gods heilige wet eist en hem schuldig stelt dat hij tegen al de geboden Gods zwaar en menigmaal gezondigd heeft, dan vindt hij in de wonden van Hem vertroosting. Als de vorst der duisternis met zijn aanklachten komt en wijst op de zonden en afmakingen, dan mag er vertroosting gevonden worden in de wonden van Christus.”
Waarde vriend(in), ik hoop dat je vraag het middel mag zijn om je bij die troost te brengen en daaruit te leven.
Met hartelijke groet en Gode bevolen,
Je ds. A. A. Egas
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A. Egas
- Geboortedatum:30-05-1957
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Damwoude
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Gal 6,17:
Overigens valle niemand mij lastig, want ik draag de littekenen van Jezus in mijn lichaam.