Bidden om geloof (2)
Ds. C.J. Barth | 8 reacties | 08-04-2010| 16:00
Vraag
Ik heb een vraag aan ds. Barth. Iemand stelde u een vraag over bidden om geloof. U gaf als antwoord dat we niet per se om geloof moeten bidden, maar om Gods gaven. Ik hoor zelf vaak: "Vraag maar of je geloof mag krijgen om te geloven en handen om Zijn gaven te mogen aannemen." Dit is dan toch tegenstrijdig? U zegt in het antwoord ook dat je van God het geloof ontvangt, als je Hem gaat vertrouwen op Zijn Woord en het waagt met Jezus Christus. Maar het is toch niet zo dat wij zomaar kunnen vertrouwen en dat we het zomaar kunnen gaan wagen met Jezus Christus? Daarvoor moeten we toch juist vragen of God geloof wil geven, waardoor we vervolgens kunnen vertrouwen? Ik hoop dat u mij een antwoord kunt geven.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Inderdaad hoor vaak je de oproep: “vraag maar of je geloof mag krijgen”, “bid maar iedere dag om een nieuw hart”, “vraag maar of de Heere je wil bekeren”. Het is liefdevol en welmenend bedoeld. We moeten echter bijbels blijven. Nergens in de Schrift klinkt de aansporing “bid maar veel om een nieuw hart.”
Tegen ongelovigen zegt de Bijbel niet: “vraag maar om geloof.” Nee, de Schrift zegt: “Bekeert u en geloof het evangelie” (Mk 1:15). Wij moeten het niet beter weten dan de profeten (Jes 55:1,3,6,7; 56:1), Johannes de Doper (Mt 3:3, 8), Jezus Christus en de apostelen (Hand 16:31). Wij zeggen dus niet: “vraag om geloof”, maar: “geloof!”, “belijd de zonde van je ongeloof, vraag de Heere om vergeving, en geloof in Jezus Christus.” We zeggen niet: “bid om bekering”, maar “bekeert u.” Zie ook de Dordtse Leerregels, hfd 1 art 3 “de mensen worden geroepen tot geloof en bekering.”
Inderdaad roepen wij de mensen dan op tot iets wat ze niet kunnen, en wat een gave van God is (Joh 3:3,5, Ef 2:8 enz.). Maar juist omdat we weten dat het geloof een gave van God is, durven we mensen op te roepen in Hem te geloven, bewegen we hen zelfs tot het geloof (2 Kor 5:11). Juist omdat de Geest mensen bekeert, heeft het zin om op te roepen tot bekering. Paulus zegt indringend: “werkt uws zelfs zaligheid met vrezen en beven” en dat kan hij zeggen omdat hij weet dat “God in u werkt.” Wat bewerkt God dan in ons? Zowel het “willen” als het “werken” (Fil 2:12-13).
Ons menselijk redeneren zegt: God geeft het geloof, dus ik moet bidden om bekering en geloof. Maar die redenatie kent de Schrift niet. De Bijbel zegt heel eenvoudig: Bekeer je! Geloof in de Heere Jezus! De ernst van het oordeel (Mt 3:7,10, 2 Kor 5:11) en de liefde van Christus (Joh 3:16, 2 Kor 5:14,20-21) dringen ons: “laat u met God verzoenen.” Niet morgen, maar nu (Psalm 95:7)!
Tot slot. Ik bedoel niet dat je niet mag bidden om bekering of om een nieuw hart. Dat mag zeker en is bijbels (Psalm 51:12, Jer 31:19, Klg 5:21). Maar als je vraagt: “Wat moet ik doen om zalig te worden?”, dan zegt de Bijbel niet “Bid maar veel om een nieuw hart”, maar: “Geloof in de Heere Jezus Christus!” (Hand. 16:31).
Hartelijke groeten,
Ds. C. J. Barth, Langbroek
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J. Barth
- Geboortedatum:09-02-1975
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Langbroek
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Vaak worden de gedane uitspraken als - er maar veel voor te bidden- en - vraag maar om bekering - ook gebruikt om van een moeilijk onderwerp af te zijn. Wanneer iemand met een dergelijke vraag tobt wordt hij of zij, met de hiervoor genoemde uitspraken, het bos in gestuurd.
Daarenboven is het niet Bijbels om het dan daar maar bij te laten. Gelukkig zet het antwoord van Ds. Barth veel goed.
Alphonsus, ik denk niet dat uitspraken als 'bid maar veel om geloof en een nieuw hart' gebruikt worden om van een moeilijk onderwerp af te zijn.
Maar veel eerder omdat men bang is tekort te doen aan een eenzijdig werk van God. Want als je wordt opgeroepen je te bekeren en te geloven klinkt dat niet meer als een eenzijdig werk van God en wordt er gevreesd dat je jezelf bdriegt.
Is jouw tweede alinea (en dan vooral je derde zin) niet in strijd met je eerste zin?
Lees het antwoord van Ds. Barth nog maar eens door.
Wat ik verder zeg zijn gewoon de feiten zoals ze vaak in de 'zware' kerken geleerd worden waar ik het dus niet mee eens ben.
Ik geloof alleen niet, zoals jij zegt, dat men zich er makkelijk af wil maken door te zeggen 'bidt er maar veel voor'.
Daar zitten heel andere gedachten achter, ik heb zelf jaren onder zo'n prediking gezeten en dan herken je zoiets, snappie?
Bedankt, duidelijk.
En de Geest werkt door de prediking van het Woord, de blijde boodschap, zoals ds. Barth mooi heeft geantwoord.
Zoek de Heere en leeft! wordt tot dode zondaren welmenend gezegd.
Doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben zullen leven. Joh. 5:25
Groeten