Ondanks goede voornemens telkens weer zonde
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Als je God hebt leren kennen en je hebt een intieme relatie met Hem, hoe kan het dan dat je toch elke keer weer in een bepaalde zonde valt terwijl je op andere momenten je voorneemt het nooit meer te doen? Is dat een psychologisch of een meer theologisch verschijnsel?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Het is maar net de vraag wat voor relatie je met God hebt. Is er brandende liefde? Ook is het maar net de vraag welke zonde het betreft. Gaat het over een zonde van zwakheid of van moedwil? Verder is psychologisch en theologisch niet zo ver uit elkaar. Het grijpt meestal in elkaar.
En van ook geen klein belang is wat erop volgt: smart het je als je "die bepaalde zonde", waartegen je je zo eerlijk voornam te strijden en ze niet weer, nóóit weer, te doen?
Wij zijn en blijven mensen. We zijn veel zwakker dan we dachten. En veel zondiger dan we hadden vermoed. Maar we zijn ook onwetend. Onwetend van de verborgen kracht in God, die Hij ons ter beschikking heeft gesteld.
Als we van ogenblik tot ogenblik, afhankelijk, gebruik maken van Zijn Goddelijke kracht, dan zondigen we niet. Dat beseffen we meestal niet. Dáár schort het nog wel eens aan. Onze voornemens zijn als stro voor het vuur: waardeloos. Je houdt ze nog geen dag! Maar putten uit de onvermoede volheid van God in Christus, houdt het vol ons leven lang.
De kruisiging van Jezus Christus heeft ook déze vrucht dat onze oude mens met Hem gekruisigd wordt. Het gevolg daarvan is dat de boze lusten van het vlees in ons niet meer regeren (nog wel ons aanvallen, maar ons niet meer beheersen!), maar dat wij ons aan God opofferen als een offer der dankbaarheid. Heb jij je zonde (je lievelingszonde) al aan het kruis geslagen? Zo schrijft Paulus erover.
Ik kreeg pas een brief waarin onder andere de volgende zin stond: "Ik kan niet anders dan zondigen, maar God verzoent die zonden."
Daarop heb ik gereageerd (en dit is misschien ook op deze vraag een gepast antwoord): Het is maar de vraag of we dit niet verkeerd zien en verkeerd gebruiken. In de loop van de 26 jaar dat God mij heeft willen begenadigen, heb ik al heel wat keren mij op een gemene manier getroost met "ik kan nu eenmaal niet anders dan zondigen, want ik ben alleen maar zonde; en de Heere heeft mij al mijn zonden vergeven."
Maar het is mijn arglistig hart, dat zo spreekt! Het is niet van God. Wat niet? Ben ik dan niet enkel zonde? Jawel! Maar door de Geest van Christus ben ik in staat goede vruchten te dragen. Heel praktisch, daadwerkelijk, in het leven van elke nieuwe dag! Jezus zegt wel in Johannes 15 vers 5: "Zonder Mij kunt gij niets doen." Maar Hij zegt niet: met Mij kunt gij nog niets doen! Hij zegt ook in hetzelfde vers: "Wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht!"
En die vrucht is ook te herkennen; eerst misschien door uw en mijn meest nabije naasten; maar dan ook door onszelf. We weten of we dagelijks sterven aan onze hoogmoed, onze zelfverbeelding enz; dagelijks sterven aan de wereld, aan geld en goed en genot; én onszelf aan de Heere opdragen als een levend dankoffer... O, het blijft wel waar dat we vanuit onszelf -ook na ontvangen genade; en dán zien we het pas(!)- enkel zonde zijn en dat dit echt niet verbetert. Maar er is ook zo iets als algehele overgave en oprechte toewijding aan de Heere, waarbij we wel duizend keer struikelen en ons vanwege onze nalatigheden moeten beschuldigen..., maar waarbij we toch ook metterdaad een zondelust aan het kruis slaan, zoals de apostel Paulus in Galaten 5 vers 24 getuigt.
Wat staat daar dan? Niet: zij die van Christus zijn, zijn met Christus gekruisigd. Maar: "Zij die van Christus zijn, hébben het vlees gekruisigd." En ter verduidelijking voegt Paulus er in hetzelfde vers nog bij: "Met de bewegingen en begeerlijkheden." Een onmogelijke weg? Ja, vanuit onszelf. We moeten onze rechterhand afkappen. Nou, dat doen we niet zomaar. We moeten ons rechteroog uitrukken. Nou, daar ben ik niet zo vlot mee. We moeten onze rechtervoet afhouwen. Wilt u dat? En toch zegt de Heere Jezus het tegen ons (Markus 9). En Hij meent het. Maar, o, hoe zoet is het om dit metterdaad te betrachten. Als die zoete liefdesgewilligheid wordt geboren in ons hart ... dan kan het niet anders of we gaan metterdaad alle afgoden (zoals Jakob in Genesis 35) uit ons leven wegdoen."
God schenke ons te haten dÃe zonde die de Heere Jezus aan het kruishout bracht!
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl