Familielid in scheiding
Ds. P. Molenaar | 5 reacties | 01-04-2010| 15:00
Vraag
Een familielid van mij ligt in scheiding. Hij is verliefd geworden op een andere vrouw die ook getrouwd was. Ze hebben beiden onderdak op verschillende adressen, maar overnachten veel bij elkaar en willen nu gaan samenwonen. Er is ontzettend veel met hen gesproken. Ze zijn vaak gewaarschuwd en ik weet dat er ook veel gebed voor hen is. Toch blijven ze doorgaan op deze weg, tot groot verdriet van zijn ex-vrouw en de naaste omgeving. Mijn vraag is: In hoeverre moet je Mattheüs 18 (over de kerkelijke tucht) en 2 Thess. 3:14 ("Vermengt u niet met hem") doorvoeren? Ik wil mijn familielid niet verliezen. Ik hou veel van hem, maar ik heb er ook veel moeite mee om hen samen te zien.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vrienden,
Dit zijn voorvallen die helaas vaak gebeuren in onze tijd. Wat kan het verdriet binnen de wederzijdse families dan geweldig groot zijn. Vaak geeft een dergelijke zonde ook nog verwijdering in eigen familie over de vraag hoe we met dergelijke gevallen moeten omgaan. Het is goed dat een familie in ieder geval veel met die broer of zuster praat, want het is vreselijk wat de andere partij, de vrouw of de man, die kwaadwillig in de steek gelaten wordt, wordt aangedaan.
Nu is het wel de vraag in welke verhouding je staat tot het genoemde familielid. Is dat in een directe relatie als broer of zus? Dan heb je natuurlijk wel een plicht om die broer te bestraffen en toch steeds te laten merken dat je deze verhouding niet kunt accepteren omdat de Bijbel dat verbiedt. Er is in onze tijd wel een heel sterke slijtageslag aan de gang, dat zodanige dingen langzamerhand gaan geaccepteerd worden. De ontdekking of het zich bewustzijn van echte schuld voor God en voor elkaar wordt heel sterk gemist in onze tijd. Het zondebesef vlakt heel erg af.
Je zult deze zorgen ook moeten bespreken binnen je eigen gezin, daar het een groot gevaar is dat ook de zonden tegen het zevende gebod binnen families gaan wennen. Veel keren hoor je – zo is mijn ervaring: “Ze zijn toch weer gelukkig getrouwd.” En soms wordt zelfs een zondige verhouding met bijbelteksten min of meer goedgepraat of bespreekbaar gemaakt, terwijl de Heere de echtscheiding haat, zo lezen we toch in Maleachi 2. Blijven waarschuwen is van belang, omdat op een dergelijke verhouding nooit enige zegen te verwachten is. We kunnen niet een relatie aangaan vanuit de gevoelscultuur die we nu beleven. Veel relaties worden aangegaan vanuit gevoel en onschuldig lijkend grensoverschrijdend gedrag.
Een vraag die hiermee ook samenhangt: wat doen we met de kwaadwillig verlatene? Laten we die als familie gemakshalve maar zitten omdat die relatie toch voorbij is? Mijn ervaring is dat dit vaak veel verdriet en wrevel geeft bij de slachtoffers van ontrouw in een huwelijk, zowel bij de partner als ook bij de kinderen uit die relatie. Een vreselijke bitterheid kan dit geven in de verhoudingen, als men nog dit schijnheilig met een kerkelijke lading wil toedekken. Daarom dienen we de slachtoffers sterk op het oog te blijven houden, zeker als daarvoor openingen zijn. Als familie dragen we immers die schuld ook mee, als is uiteraard de dader van ontrouw persoonlijk verantwoordelijk.
Je zult begrijpen dat daarom een intensief contact met degenen die ontrouw zijn toch wat moeilijk wordt. In hoeverre kun je de zonde nog blijven benoemen? Maar dat niet alleen: hoe laat je jouw kinderen zien dat de relatie van hun oom of tante verkeerd is? Je moet dit wel benoemen in een ootmoedige gestalte, daar je eigen kinderen mogelijk verleid kunnen worden tot eenzelfde verkeerde weg van ongehuwd samenwonen.
Als gemeente, die verantwoordelijk is naar de woorden van Jezus in Mattheüs 18 zijn we geroepen om de zonden in de eerste plaats te bestraffen. Tegelijk zijn we geroepen als hij of zij niet hoort deze zaak bij de kerkenraad neer te leggen. We dienen als kerkenraden zeker ook maatregelen te nemen en die desbetreffende persoon uit te sluiten van de deelname aan het Heilig Avondmaal, waartoe ons de censura morum met het oog op het Heilig Avondmaal verplicht. We moeten als voorgangers deze zaak niet verstoppen.
Zo is de conclusie van het onderwijs van Jezus: in de eerste plaats is het een heilige plicht voor gemeenteleden om de zonden van elkaar te bestraffen en ook een heilige plicht voor de kerkenraad om passende maatregelen te nemen. Tucht betekent eigenlijk “trekken”. Het doel is om de zondaar tot andere gedachten te brengen. We dienen die zonden als gemeente ook te brengen bij de Heere in gebed, opdat die man of vrouw tot bekering mag komen en er een heling mag zijn, zodat degene die de zonde doet behouden zal worden door de Heere in een weg van oprechte schuldbelijdenis.
Van een puriteins predikant is bekend dat hij, als er een geval van tucht in zijn gemeente was, de blinden van de vensters sloot om te laten zien dat er rouw was. Dat hebben we zeker als gemeente nodig. Er wordt wel erg gemakkelijk gesproken over samen gemeente-zijn, maar veel belangrijker en meer bijbels is het woord “elkaar” te nemen als uitgangspunt. We dienen naar het woord van de apostelen elkaar te leren, te vermanen, te bestraffen, te vertroosten en ook lief te hebben. Daarbij moeten we de zonde blijven haten en de zondaar liefhebben, binnen en buiten familierelaties.
Wat het woord “vermengen” betreft, dat ook staat in 1 Korinthe 5:9,10, dat betekent heel duidelijk dat je dus toegeeft in die bepaalde zonde die de ander doet. Als het een kind of familielid betreft, dan is dat heel moeilijk. Toch zul je, volgens het apostolisch vermaan, een duidelijke distantie moeten aanbrengen of bewaren, anders laten we al snel ons meesleuren met de stroom van de tijd in een bepaalde verzoeking. Je moet oppassen dat er geen slijtageslag plaats vindt en heilige principes afgezwakt worden.
We begrijpen dat de weg voor een familie heel moeilijk is. Maar wanneer we als familie of als gemeente de zonden niet bestraffen, dan zal de Heere Zelf tucht uitoefenen. Dat zien we duidelijk in 1 Korinthe 11. Tuchteloosheid heeft het oordeel van ziekte en van dood tot gevolg. Letterlijk is tuchteloosheid ziekmakend en geestelijk dodend. Hoe belangrijk is het daarom in een familie het gebed voor de daders en voor de slachtoffers te doen en ook dit gebed maar neer te leggen in de gemeente, zeker ook in de voorbeden in het algemeen op zondag.
Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Alleen vraag ik me af hoe dit toch moet in de praktijk van de gemeente van vandaag. We leven in een maatschappij die naar mijn idee erg sterk is geïndividualiseerd. Hoe kunnen we nu aan mensen duidelijk maken dat tucht belangrijk is en dat het doel ervan is, de mens weer terug tot God te brengen...? Ik ben bang dat dit niet meer goed zal uitpakken, we denken niet meer collectivistisch. Of zie ik het nu allemaal wel erg somber in...?
Jezus heeft een belofte voor wie zijn geboden bewaren en liefhebben n.l. dat Hij en Zijn Vader bij hem/haar zullen wonen. De vrede die daaruit voortkomt is niet in woorden uit te drukken.
Het verlaten van Zijn geboden betekent een verlaten worden door Zijn zoon en God zelf. Ook zal de Heilige Geest dan niet meer kunnen spreken.
Wanneer dat zo is dan staat de voordeur van het huis open en zullen geesten van allerlei onreinheid dit huis betrekken. Het einde zal een verloren zaak zijn.
Zo serieus moeten we deze zonden nemen en de betrokkene er op wijzen, opdat wijzelf niet onder het oordeel zullen komen omdat we, om wat voor reden dan ook, maar gezwegen hebben.
Echter, we moeten blijven waarschuwen, dat wel, maar om de deur nu dicht te houden om allerlei onreinheid buiten de deur te houden............. Ons hart is onrein en dat moet veranderen.
Zelf heb ik een zoon die tot groot verdriet samenwoont. En nee, ik houd de deur zeker niet voor hem dicht. Ik probeer te laten zien waar ik voor staat en dat een leven zonder God heilloos is. En dan preek ik niet altijd hoor, maar bidt des te meer voor hem, zijn vriendin en hun zoontje.
Dan moet ik vaak denken aan de moeder van Augustinus die een biddend leven had en zei: Een kind van zoveel gebed kan niet verloren gaan. Dat geldt ook voor een familielid of wie dan ook. Ik denk dat we veel te veel de kracht van het gebed onderschatten.....
Ook schrijf je: zo serieus moeten we deze zonde nemen... We moeten alle zonden even serieus nemen en ik denk dat we dan wel genoeg hebben aan onszelf, of zie ik het verkeerd?
Bedoeld is: niet onder het oordeel komen op DIT punt (dit onderwerp). Buiten Christus vallen we allen onder het oordeel, dat is waar. In Christus echter niet meer. Zie Rom. 8 : 1 ; Zo is er dan géén veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.
Bedoeld is hier: de deur van zijn geestelijk huis alwaar meerdere onreine geesten nu toegang krijgen.