Maar zoekt het Koninkrijk Gods
Ds. J.J. Tigchelaar | 2 reacties | 13-03-2010| 13:00
Vraag
In Lukas 12:31 staat het volgende: "Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden." Klopt het dat "deze dingen" verwijst naar vers 29 waar staat: "En gijlieden, vraagt niet wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig"? Als dat zo is, dan lijkt vers 31 een belofte van de Heere te zijn, namelijk dat als je het Koninkrijk van God op de eerste plaats zet in je leven, je het eten en drinken erbij krijgt. Hoe moet ik dan toch deze belofte verstaan, denkend aan al de arme mensen in deze wereld? Ik weet dat wij in het rijke westen onze verantwoordelijkheid tegenover de armen in deze wereld niet nemen en er ook daardoor veel mensen de hongerdood sterven, maar de belofte van de Heere God stijgt daar toch bovenuit?
Antwoord
Op het oog een lastige vraag. De kanttekeningen bij de Statenvertaling en de meeste commentaren gaan dan ook niet in op de praktische vraag zoals die hier boven gesteld is.
Het is juist dat in Mattheus 6: 32 en in Lukas 12: 31 het gaat om eten en drinken dat als een toegift komt voor wie het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid zoekt. Maar er zijn toch zoveel armen in de wereld? Christus geeft hier een zeer persoonlijke opdracht: zoekt, en daaraan verbonden een belofte: het overige wordt u als toegift geschonken. En wat doen wij dan dikwijls en ook de vraagsteller? We maken er, als helaas zo vaak, een abstracte redenering van, losgemaakt van het persoonlijke gebod. Het gaat er niet om dat we dit proberen toe te passen op anderen, maar het gaat om mij. Ik krijg dat gebod en die belofte. Ik moet niet bij anderen kijken of de belofte van Christus wel klopt. Ik zal het zelf ervaren mogen.
Je zou kunnen zeggen dat we anders niet Christus op zijn woord geloven, maar dat we eerst wel eens willen zien of zijn belofte bij anderen uitkomt. En wanneer die dan, naar onze mening, niet uitkomt moeten we kiezen: a. de belofte is niet waar, of b. de ander heeft niet werkelijk het Koninkrijk en zijn gerechtigheid gezocht. Dat is een vals dilemma van een buitenstaander.
We mogen en moeten het zelf als gebod en belofte ter harte nemen. Dan zullen we ervaren dat Christus de Waarheid is, ook in zijn belofte. Ik heb in de derde wereld heel wat mensen ontmoet, die naar onze maatstaven straat-arm waren, met maar één of hoogstens twee maaltijden per dag, en die toch beleden dat ze niet bezorgd waren omdat God voor hen zorgde. Zij zagen met dankbaarheid de belofte vervuld.
Tenslotte nog twee waarschuwingen:
1. Je mag de tekst niet omkeren. Zo als bijvoorbeeld: het gaat mij goed, ik heb overvloed van eten en drinken, etc., dus dat bewijst dat ik het bij God goed gedaan hebt. Welvaart wordt dan een teken van een Gode welgevallig leven.
2. Het zoeken naar het Koninkrijk en de gerechtigheid is geen middeltje om maar onbezorgd zeker te zijn van voldoende levensonderhoud. Het gaat om het Koninkrijk van God, de rest is onverdiende toegift. Anders gezegd: we verdienen niets door het zoeken van God en zijn Rijk. Alles wat Hij geeft blijft genade.
Ds. J. J. Tigchelaar, Putten
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa