Ben ik nog christelijk?
Ds. B. de Romph | 1 reactie | 02-03-2010| 17:00
Vraag
Ik kom uit een hervormd (Ger. Bond) gezin dat elke zondag twee keer naar de kerk gaat en heb op een refomatorische school gezeten. Nadat ik uit huis ben gegaan, heb ik mij in mijn toenmalige woonplaats ingeschreven in een PKN-gemeente, waar ik met heel mijn hart belijdenis heb gedaan. Nu, een aantal jaar later, is daar maar weinig van over. Ik ben nog wel lid van een PKN-gemeente (meer confessioneel), maar kom er zelden. Ik geloof nog wel, maar ik doe er eigenlijk niets mee. Als ik in de kerk ben, vind ik het wel erg fijn. Nu is mijn vraag: ik heb steeds meer moeite om tegen andere mensen te zeggen dat ik christelijk ben. Voor mijn gevoel moet ik dan ook regelmatig in de kerk te vinden zijn. Maar aan de andere kant: ik geloof wel. Wat vindt u? Kan ik mijzelf nog christelijk noemen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Mijn beste jongen (meisje).
Hoe komt het nu toch dat je belijdenis gedaan hebt en je zegt daarbij: ook van harte, en nu verslapt het zo. Ik begrijp je niet helemaal. Er staan verschillende tegenstrijdigheden in je vraag. Enerzijds je weet waar het in het leven op aankomt; je gelooft wel en als je in de kerk bent, dan vind je het ook nog wel erg fijn. En toch heb je moeite om naar de kerk te gaan en je mist nog wel eens. Jammer. Jammer. Je bent niet te verontschuldigen. Je hebt voor Gods aangezicht “ja” gezegd en je ja-woord is voor God een eed. Je kunt er niet meer vanaf. Je ja-woord is opgeklommen tot God in de hemel. De engelen in de hemel hebben het gehoord. De Heere heeft recht op jouw leven. Je bedroeft de Heere dat je nu zo gemakkelijk zonder Hem kunt. De Heere zegt het in Openb. 2: "Dit heb Ik tegen u, dat gij uw eerste liefde verlaten hebt". Lees dan eens verder wat er staat in vs. 5: "Gedenk waarvan gij uitgevallen zijt en bekeer u en doe de eerste werken; en zo niet, Ik zal u haastiglijk bijkomen, en zal uw kandelaar van uw plaats weren, indien gij u niet bekeert". Dat zijn aangrijpende woorden die de Heere tot de gemeente van Efeze gesproken heeft en die ook ons gelden.
Het kan zijn dat je met de belijdenisgroep aangeleefd hebt naar de belijdeniszondag. Iedere week kwam je op de catechisatie bij elkaar en jullie vormden wellicht een hechte groep. De belijdeniscatechisatie is vaak persoonlijker en je werkt samen op naar de belijdeniszondag. De catechisanten zijn gemotiveerd. Misschien was het fijn met elkaar en heb je genoten van de gesprekken die gevoerd werden o.l.v. je predikant. Dan komt de belijdeniszondag en die hebt je mischien wel als een hoogtepunt ervaren. Je herinnert je het moment, dat je samen met anderen vooraan gestaan hebt in de kerk en je ja-woord hebt gegeven. Je hebt voor vele getuigen verantwoording afgelegd van de hoop die in je was. De zondag was voorbij en het wekelijks gaan naar de catechisatie viel weg, het met elkaar spreken over de Heere en Zijn dienst was er niet meer. Je viel als het ware in een leegte. Na de leerzame catechisatielessen valt dat in een keer weg. Als je eenmaal belijdend lid van de gemeente bent, wordt je geacht zelfstandig Schriftstudie te doen. Als we dan niet meer gestimuleerd worden; je wordt dan niet meer begeleid door je dominee of ouderling, dan gaat we verachteren in de genade. Je gaat nog wel naar de kerk, je leest je Bijbel nog wel en je bidt nog wel, maar je kunt het ook wel eens een keer overslaan. Dat wordt steeds minder en op het laatst span je je er helemaal niet meer voor in. Als je 's avonds vermoeid je bed invalt, dan ben je zo onder zeil. De Heere wordt niet meer gedankt en gebeden. Zo gaat het in veel gevallen. Er is niets dat zo gauw afwent dan de kerkgang. Als we de eerste stap op die weg gezet hebben, dan volgt onherroepelijk een tweede stap. Het is levengevaarlijk als je die weg opgaat.
Wat ik je zou willen adviseren: ga naar een bijbelkring. Zoek elkaar op om met anderen te spreken over de Heere en Zijn dienst. Als het geloof niet onderhouden en gevoed wordt, zinkt het in en ebt het weg. Zoals je je lichaam voedt door te eten en te drinken, zo moet ook je ziel gevoed worden door het Brood des Levens. Als je daarin verslapt, zinkt het geloofsleven in en kwijt het. Je weet wel van die kolenkachel vroeger, waarin de kooltjes lagen te gloeien. Als je dan zo'n kooltje van de hoop afneemt en apart legt, dan gaat dat kooltje doven. Ze hebben elkaar nodig om te gloeien. Zo heb jij ook anderen nodig om bezig te blijven met het onderzoek van Gods Woord en anderen hebben jou nodig.
Ik lees wel in je brief, dat als je naar de kerk gaat je het erg fijn vindt. Daarom zet je ervoor in. Lees iedere avond je dagboek. Neem er tijd voor om de Heere te zoeken. We hebben zoveel prachtige lectuur, die ook voor jongeren zijn geschreven, waar je veel onderwijs uit ontvangt. Er zijn jongerenavonden, waar een spreker een onderwerp behandelt. Ga daarheen. Er zijn misschien wel vrienden die met je meegaan. Of luister eens naar een preek in de week en vraag de Heere om de opening van je hart. Hij wil Zijn Heilige Geest geven die Hem daarom bidden. Ga trouw op naar Gods huis.
Nu is het jouw vraag: ik heb steeds meer moeite om tegen andere mensen te zeggen dat ik christelijk ben. Voor mijn gevoel moet ik dan ook regelmatig in de kerk te vinden zijn. Maar aan de andere kant: ik geloof wel. Wat vindt u? Kan ik mijzelf nog christelijk noemen?
Je hebt het toch beleden, dat je christen bent. Je kunt niet anders meer. Je hebt A gezegd, nu moet je ook B zeggen. En dat niet alleen, omdat je belijdenis gedaan hebt, maar de Heere heeft recht op jou. Hij wil je God zijn en Hij wil je al Zijn heil en zaligheid schenken, en dan geef jij geen thuis? Maar er ernst mee. De Heere is het waard om gediend en gevreesd te worden. Ook door jou. Nadat je het voor God en mensen hebt uitgesproken, moet je je belijdenis ook waar maken. Laat dan je gebed zijn: Maak in Uw Wood mijn gang en treden vast, opdat ik mij niet van Uw paan moog keren en wordt mijn vlees door 't kwade licht verrast, ai, laat het mij toch nimmer overheersen" (Ps 199:67 ber). Het blijft hier: strijd om in te gaan! Maar het is een strijd met een overwinning.
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.