De wet volkomen houden
Ds. P. van de Voorde | 9 reacties | 26-02-2010| 15:00
Vraag
Toen de rijke jongeling aan Jezus vroeg hoe hij het eeuwige leven kon beërven, zei Jezus hem dat hij de geboden moest onderhouden. Met andere woorden: als hij dat deed, zou hij zalig worden. De wetgeleerde in Lukas 10 vroeg Jezus dezelfde vraag en hij kreeg hetzelfde antwoord. En in Romeinen 10 staat: de mens die deze dingen doet, zal door dezelfve leven. Maar hoe kan dat waar zijn als je door de toerekening van Adams zonde al veroordeeld bent? Ik ben er van overtuigd dat geen mens de wet volkomen kan houden vanwege zijn verdorven natuur. Jezus zegt dat je het eeuwige leven kunt hebben, maar ik hoor in elke preek dat je -zelfs als je de wet volkomen zou kunnen houden- nog verloren gaat vanwege de zondeval. Ook heb ik pas ontdekt dat in Romeinen 5:12 een vertaalfout is gemaakt. En juist aan die tekst wordt de veroordeling van alle mensen afgeleid. Als je eenmaal door die bril leest, lijkt het alsof je het meer in de Bijbel tegenkomt. Maar als je onbevooroordeeld leest, kan alles ook anders worden opgevat. Of zijn er nog meer teksten die helder bewijzen dat je verloren gaat, zelfs als je de wet volkomen zou kunnen houden?
Antwoord
Beste vragensteller,
Om gelijk op je laatste zin in te gaan; er zijn geen Bijbelteksten die zeggen dat wij de wet volmaakt kunnen houden. Dus is de vraag of je verloren kan gaan als je de wet houdt, zinloos. Dit laatste kunnen we juist niet. Dat is ons probleem. Dat ook de jongeling de wet niet volmaakt kon houden blijkt uit de reactie van de Heere Jezus.
Ik vraag mij af of de Heere Jezus met zijn vragen de mogelijkheid openhoudt voor deze rijke jongeling om door de “werken” zalig te worden. Natuurlijk is het op zich waar dat iemand die volmaakt rechtvaardig leeft, zalig wordt. Het probleem is alleen dat geen mens op deze aarde vanuit zichzelf rechtvaardig leeft voor God. En dat is mijns inziens precies wat de Heere hier duidelijk maakt door scherp zijn woorden te kiezen en vragen te stellen.
De Heere vraagt eerst aan de jongeling of hij de geboden heeft onderhouden (Luk.18:20). De jongeling geeft bevestigend antwoord. Natuurlijk houdt hij alle inzettingen van Mozes nauwkeurig, uiterlijk. Maar dan doet de Heere een stap verder en peilt zijn hart: “Nog één ding ontbreekt u; verkoop alles wat gij hebt, en deel het onder de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en komt herwaarts, volg Mij.” De Heere confronteert hem hier dus met het liefdegebod en daarbij, dat alleen in het volgen van Jezus de weg naar het eeuwige leven gevonden wordt (vs.18). Dat is ontdekkend en radicaal! En hier komt de zwarte aap uit de mouw. De jongeling had zijn geld en goed te lief om het weg te geven en ruilde het zeker niet in voor het volgen van Jezus. Dit wist Jezus, zo lezen we in vs.26-27.
In vs.27 vinden we de boodschap die de Heere uit deze gebeurtenis aan ons meegeeft: “De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God.” En wat bij God mogelijk is, lees je even verderop in Luk.19: 1-10, de geschiedenis van Zachéüs, die door de Heere Jezus uit de boom wordt geroepen en Hem in zijn huis ontving. Hij “ging heen” en gaf de helft van zijn goederen aan de armen en geeft het gestolen goed vierdubbel terug (vs. 8). Deze geschiedenis volgt niet voor niets zo kort op die van de rijke jongeling. Bij de rijke jongeling zien we wat onmogelijk is bij de mensen, bij Zachéüs wat mogelijk is bij God. Zo komen we niet bij het goede-werken-idee uit, maar bij genade-alleen. En zonen van Abraham leven door het geloof (Luk.19:9) en van genade alleen (vs.10).
Vertrouw daarom niet op eigen werken, maar op het Evangelie van Jezus Christus. Hij legt ons geen lasten op die te zwaar zijn, maar Hij is een gevende Heiland. Hij verlost ons van onze zonde, maar ook van de macht van de zonde. Dat is de erfzonde. Dat moet je niet zo opvatten alsof wij van Adam de schuld erven, maar we erven wel de zondige natuur van Adam en Eva. En het lijkt mij duidelijk dat heel de geschiedenis met Israel een groot bewijs is dat de ‘vreze van God’ ons van nature niet eigen is. Jezus verlost ons van beide: van onze schuld en van de erfzonde. Daar hoef niet je voor mee te brengen; dat kon Zacheus ook niet. Geloof alleen.
Ds. P. van de Voorde
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. van de Voorde
- Geboortedatum:18-08-1975
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijngaarden
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De zonde in het gedachteleven wordt b.v. niet in de wet genoemd. In de wet worden hoofdzakelijk die elementen benoemd die aan de buitenzijde van de mens te zien waren.
Bv. gij zult niet doodslaan. Maar in je hart kun je om welke reden dan ook al meerdere mensen hebben buitengesloten of zelf al dood gewild hebben.
Wij kunnen van ons hart snel een moordkuil maken.
Dat zal waarschijnlijk wel de achterliggende gedachte zijn bij de gemaakte opmerking tijdens de prediking. Als gevolg daarvan heeft God alles (dus zowel in als buiten het lichaam) onder de zonde besloten om daar de reddingbrengende genade van Christus in principe werkzaam te laten zijn.
Daarbij is het ook nog zo dat in Christus de wet voor ons vervuld is. De wet zal ons niet meer bezighouden. In Christus is alles vervuld: hervormd door een vernieuwend denken, de oude mens afgelegd en de nieuwe mens aangedaan.
Je zou bijna zeggen: "wat willen we nog meer" . Niets dus, Christus alléén en een geheiligd leven. (Paulus verwoordt dat door te zeggen: "Gij echter geheel anders".
Het is een spiegel die God je voor houd zodat je weet dat je eigen gerechtigheid niet tot redding kan leiden maar enkel tot veroordeling.
Paulus noemt de wet een bediening des dood en van veroordeling. Overal waar de wet van Mozes word voorgelezen daar komt een geestelijke bedekking op mensen te liggen, totdat ze zich bekeren. Het is de Geest die vrijheid brengt (2 kor 3:7,9,11-)
Dus een rechtvaardig christen door het bloed van Jezus heeft in wezen niks met de wet te maken. Enkel om elke keer bewust te worden dat het de gerechtigheid van Jezus is die zalig maakt. Verder zal de genade van God je opvoeden tot een godvruchtig leven (Titus 2:11-12).
Dus niet eerst godvruchtig leven en dan redding. Eerst je redding en dan godvruchtig leven.
"Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om [die] te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied."
Lees eens goed tegen wie Jezus dit heeft.
En oeps, dan heeft Paulus het ook vreselijk mis als hij zegt dat de wet NIET te niet gedaan wordt door het geloof.
De wet is niet voor de rechtvaardige, maar voor de ongelovige die denkt dat hij/zij er zelf wel komt met zn eigen goedheid en daden.
Hebreen is duidelijk dat het oude verbond het afdoet tegen het nieuwe verbond dat rust op betere beloften.
En als je eerlijk kijkt naar 2 kor 3 dan kom je ook tot de conclusie dat de wet niet is voor ons.
Ook alle zaligsprekingen zijn niet op een nieuw testamentisch christen toe te passen, net als zoveel in de 4 evangelien.
En als je zegt dat de wet weggegooid is, dan moet dat toch ergens op een plekje in de Bijbel staan. Ik ben dan wel benieuwd waar dat is. Ik zie alleen teksten die wijzen op het tegenovergestelde. Maar ik laat me graag overtuigen op grond van Gods Woord.
Een prachtige uitleg staat hier: http://baflo.gkv.nl/geloof/hoofdstuk23.pdf