Jobs vrienden
dr. G. W. Marchal | Geen reacties | 27-11-2009| 16:30
Vraag
Wij zijn aan het lezen in Job. Nu hoor ik altijd dat het zo erg was dat Jobs vrienden hem "de les lazen". Maar nu vraag ik me af: Job was ook erg aan het mopperen (wat gezien de situatie erg logisch is). Was het dan toch niet een beetje terecht wat zijn vrienden zeiden? Of heb ik het niet goed begrepen?
Antwoord
Het boek Job staat bekend als een monument in de wereldliteratuur. Het heeft de eeuwen door mensen geraakt, zowel binnen als buiten de kerk. Aan de orde is immers een oermenselijke vraag naar het waarom van het lijden. Die vraag is nooit tot rust gekomen sinds mensen tot bewustzijn kwamen van zichzelf en van de ander(en). De vraag krijgt nog meer scherpte op de weg van het geloof. Hoe is God bij het leed van mensen betrokken? Gaat het Hem, hoe dan ook, aan of blijft Hij op afstand? De Bijbel vertelt over God. Niet als een wezen, hoog en droog, ver en vreemd, maar Iemand met een Naam (HEERE, dat is: Ik ben bij u, Ik ben met u) en een Gezicht (ten diepste onthuld in Hem, Jezus de Christus, die Immanuel genoemd wordt). In de verhouding met Hem wordt de vraag naar het waarom nog schrijnender.
Job, wiens naam betekent: waar is de Vader?, weet niet(s) van de voorgeschiedenis, beschreven in de hoofdstukken 1 en 2. Van uitzonderlijk belang is de vraag van de satan (= aanklager): is het om niet dat Job God vreest? (1:9). Volgens deze boze macht is er geen onbaatzuchtige liefde denkbaar. Liefde is altijd ten eigen bate. Daarover gaat de strijdvraag in de hemel en de lijdensweg van Job.
De vrienden doen aanvankelijk meer dan het gewone (2:13). Wie brengt dat hier en nu op? Wij denken altijd dat we zo nodig iets moeten zeggen in situaties van verdriet. De vrienden willen Job doen geloven dat hij kennelijk gezondigd heeft en daarom gestraft wordt. Voor deze opvatting kun je best een serie teksten uit de Bijbel aanhalen. Op zich niet verkeerd, maar wanneer deze dienen om een schema altijd en overal toe te passen, wordt geloven in God een soort 'hogere wiskunde', die altijd kloppend gemaakt moet worden, hetzij rechts - hetzij linksom. Job weigert zich dit harnas aan te laten meten en gaat in hoger beroep, bij God. Overigens is het opvallend dat de vrienden telkens 'over' God spreken, terwijl Job keer op keer tot God spreekt. Hij doet, durft dit met de vrijmoedigheid, zelfs de vrijpostigheid (zie 1 Kor. 13!) van de liefde. Lees bijv. de vermetele taal in hoofdstuk 16. Tenslotte wordt Job van Hogerhand in het gelijk gesteld (zie 42:7).
Overigens zou ik het woordje “mopperen” niet gebruiken ten aanzien van Job. Mopperen kun je over het weer (als je dat nodig vindt en wijs), maar Job is in een hartstochtelijk gevecht om de waarheid in en over zijn broze, gebroken bestaan, ten overstaan van de vrienden en nog meer ten overstaan van God. Het is een zegen dat zo'n boek in de Bijbel staat. Het is wel raadzaam om niet fragmentarisch te lezen (een hoofdstuk per keer). Dan raak je al snel de draad kwijt.
Een groet in verbondenheid,
Ds. G. W. Marchal
Dit artikel is beantwoord door
dr. G. W. Marchal
- Geboortedatum:13-09-1943
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Welsum (33%)
- Status:Inactief