Nabijheid van God in het lijden
Ds. H. Veldhuizen | 2 reacties | 21-10-2009| 19:00
Vraag
Ik heb een vraag over de nabijheid van God in het lijden. Zelf tob ik met een angst en paniekstoornis. Daarbij heb ik minderwaardigheidsgevoelens en vind ik het leven niet meer de moeite waard. De toekomst beangstigt mij zeer (ik heb psych. hulp). Nu is het zo dat veel mensen je willen bemoedigen en zeggen dat God je helpt. Mijn probleem is dat ik daar totaal niks van merk. Eigenlijk ben ik boos op God. Niet zozeer dat Hij het toelaat, maar wel dat ik Hem niet ervaar. Ik heb geen zin meer in bidden, bijbellezen, enz. Hoe kan het dat je juist als je het moeilijk hebt, weinig aan je geloof hebt? (Heb eerder zo'n periode meegemaakt en toen had ik hetzelfde. Achteraf zie je dan wel dat God je beschermd heeft voor zelfmoord, maar da's dan ook het enige.). Ik stel deze vraag bewust anoniem hier, omdat ik gemerkt heb dan mensen in je omgeving er erg van schrikken en het zondig vinden om zo te praten.
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Bedankt voor je vraag. En laat ik meteen maar zeggen, want daar ben je een beetje bang voor, schrijf je: er is niets zondigs aan datgene wat er in je omgaat, ik schrik er ook niet van en ik vind dat mensen het ook niet zondig moeten vinden. Wel vind ik het erg verdrietig voor je. Je schrijft dat je geen zin meer hebt om te bidden en Bijbel te lezen. Toch (dat mag ik toch wel zeggen?) zou je, als je dat kunt, eens een eenvoudige Psalm moeten lezen. Waarom? Nu, je komt in de Psalmen ook dikwijls zulke gevoelens als jij hebt tegen. Het is niet voor niets dat Maarten Luther eens zei: In de Psalmen zie je de heiligen (gelovigen) in het hart. Wat zijn die gelovigen soms alles kwijt en hebben ze, net zoals jij, geen doorzicht. En ik denk ook aan Maarten Luther zelf. Ik zal eens opschrijven wat hij eens schreef: “Ik werd heen en weer geslingerd tussen dood en hel, ik was Christus bijna kwijt, gemangeld als ik was door golven en baren van vertwijfeling en lastering tegen God”. En twee maanden later: “Ik hoop dat God zich over mij ontfermt, want ik zoek en dorst naar niets anders dan naar de barmhartigheid van God.” En één maand daarna: “Ik draag Gods toorn, want ik heb tegen Hem gezondigd, de hele wereld haat en belaagt mij. Waaraan kan ik mij vastklampen en troosten als ook Christus mij in de steek zou laten?.” Nu waren Luthers omstandigheden die van jou niet en dat geldt ook van de Psalmdichters. Maar ik wil door deze voorbeelden zeggen, dat de gevoelens die je hebt zo heel menselijk zijn. Zelfs voor een groot gelovige.
Nu vind ik het een beetje moeilijk om de juiste woorden voor je te vinden, want ik ken je omstandigheden niet. Toch wil ik het proberen. Je schrijft dat je minderwaardigheidsgevoelens hebt en het leven niet meer de moeite waard vind. Waarom, beste vriend(in)? Ik ken jou niet, maar als ik in gedachten naar je kijk, denk ik: jij mag er ook zijn. Waar komen die diepe depressieve gevoelens en minderwaarheidsgevoelens bij je vandaan? Heb je in je jonge leven, in het gezin, op school of door de preken in de kerk te weinig basisvertrouwen meegekregen? Of zijn je gevoelens een familietrek, dat het als het ware in de genen zit en dat je daarom angsten en paniekstoornissen hebt? Het is goed om daarover na te denken en vervolgens te denken: ik mag er óók zijn. Wat dacht je, beste vriend of vriendin: iedereen mag er zijn, ook bijvoorbeeld een verstandelijk of zwaar lichamelijk gehandicapte!! Wat veel belangrijker is: je mag er zijn in de ogen van God. Je voelt en ervaart dat niet, maar dat wil niet zeggen dat dat niet zo ís. Daar is de Bijbel vol van.
Ik onderstreep een woord in je vraag en dat is het woord “ervaar”. Je bent, schrijf je, eigenlijk boos op God, omdat je Hem niet “ervaart”. We kunnen ook zeggen: je “voelt” niets van God. Maar, ik hoop niet je het moeilijk vind wat ik nu schrijf: het gaat niet om “voelen” maar om “geloven”. Je leest nergens in de Bijbel: Vrees niet, voel en ervaar alleen, maar: Geloof alleen. Gevoelens zijn namelijk erg fijn als dat fijne gevoelens zijn. Maar als het nare gevoelens zijn of je bent alle gevoelens kwijt, dan houdt je, zonder geloof, niets over. Ik gebruik wel eens het voorbeeld van de golven van de zee: Gevoelens zijn als de golven, nu eens zit je hoog, dan weer zit je diep. Het geloof is echter: de Heere geloven en vertrouwen ook als ik er niets van zie of voel. Denk aan Petrus op de golven van het meer (Mattheüs 14:22-32): Als hij naar Jezus ziet (in Hem gelooft, Hem vertrouwt), gaat het goed, maar zodra hij naar de wind en de golven ziet is hij zijn vertrouwen kwijt en zakt hij door de golven heen. Of denk aan Thomas (Johannes 20:24-29): hij wilde ook (heel letterlijk) voelen. Hij mocht het van Jezus. Maar Jezus zegt daarna tegen hem (ik zeg het met eigen woorden): Zalig zijn zij die niet zien (of voelen) maar nochtans geloven. Wat is geloven? Kun je dat zomaar? Nee, maar om dat geloof mag je bidden. En de Heilige Geest wil het werken. En: hoe dikwijls zegt Jezus het: Geloof alleen. In het woord geloven zit oorspronkelijk (in het hebreeuws en grieks) het woord vertrouwen. Dat wil zeggen: je ziet er niets van, je voelt ook niets, je ziet bij jezelf en om je heen alleen maar zonden en moeiten en tegenslag (en vul je eigen omstandigheden maar in), maar je vertrouwt de Heere, omdat Hij er is. Weet je wat de naam “Heere” betekent? (Exodus 3:14): “Ik zal zijn die Ik zijn zal”, we kunnen ook zeggen: “Ik zal er (voor je) zijn” of “Ik ben er (voor je).” Wat is dat een geweldige naam! De afgoden in de Bijbel hebben zulke namen niet. Maar alleen de God van Israël, die ook de God en Vader van de Heere Jezus Christus is.
Ik schreef zojuist dat je, als je dat kunt (ik hoop dat je dat spoedig weer kunt) eens een eenvoudige Psalm zou moeten lezen. Ik denk aan Psalm 42 en 43 (die psalmen horen bij elkaar; sommige verklaarders zeggen dat het vroeger één psalm is geweest, maar dat laat ik verder rusten). De dichter ziet alles zwart, hij gaat zelfs letterlijk in het zwart (42:10 en 43:2), hij denkt dat de Heere hem vergeet (42:10) of hem verstoot (42:2), hij zegt vier keer “waarom” (42:10 en 43:2). Zeg ik teveel als ik zeg dat jij (een beetje) op die dichter lijkt? Alle golven (nota bene: van God: Uw baren en Uw golven, zegt vers 8) zijn over hem heengegaan. Hoe komt hij daar nu bovenuit? Door de dingen tegen de Heere te zeggen, dat wil zeggen, te bidden. En door “zijn ziel” aan te spreken (42:6 en 12; 43:5) en tegen zijn ziel te zeggen: “Hoop (toch) op God!” Dus: zijn ogen gaan naar de Heere, en hij zegt tegen zijn ziel (d.w.z. tegen zichzelf): van de Heere alleen wil ik het verwachten. Moet je eens opletten dat hij in 42:6 zegt (Statenvertaling): de verlossingen van Zijn (Gods) aangezicht, en in 42:12 en 43:5 menigvuldige verlossing van mijn aangezicht. Ik las daar eens van: “Als Gods aangezicht je aanziet, gaat jouw aangezicht erop vooruit.” Zou dat ook niet voor jou kunnen gelden? Misschien niet ineens, maar door steeds meer te leren op die God, die je niet ziet en voelt, te zien, je aan Hem over te geven en op Hem te vertrouwen.
Er was een klein meisje dat uit school kwam en tegen haar moeder zei: “Mama, ik heb naar de Heere Jezus gezwaaid.” Moeder zei: “Kindje toch, dat kan toch niet, je kunt de Heere Jezus toch niet zien?.” Het meisje zei: “Nee, maar Hij zag míj wel.” Het is maar een verhaal, maar vind je goed dat ik dat tegen jou ook zeg: Je ziet en voelt God niet, maar Hij ziet en kent jou wel. Probeer je stil en vertrouwend van dag tot dag aan Hem over te geven.
Je schrijft dat God je beschermd heeft voor zelfmoord. Gelukkig, beste vriend(in). En die God wil nog veel meer voor en met jou. En: gelukkig dat je psychische hulp hebt. Maar heel praktisch: Misschien heb je daarnaast nog iets méér nodig: een luisterend oor, of beter: een luisterend hart. Ik denk aan je dominee, als jullie een dominee hebben. Of iemand anders in de gemeente, die echt een warm hart voor een ander heeft. Ik denk bijvoorbeeld aan een zgn. “klaagvrouw” (of “klaagman”, of “vertrouwenspersoon”), dat zijn mensen in de gemeente die wat extra toerusting hebben gehad om mensen met rouw, verdriet, moeite,. enz. bij te staan en een luisterend oor (hart!) te bieden. Dus niet iemand die met allerlei adviezen e.d. komt of komt zeggen dat God je helpt e.d. Dat is wel zo, maar daar heb je in jouw geval niet zoveel aan. Maar iemand die als gelovige christen met je kan meevoelen en meebidden.
Beste vriend of vriendin, mijn antwoord is lang geworden. Maar dat verdiende je ook. God zegene je. Ik wens je Zijn nabijheid (“Ik ben er voor je”) toe.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
EmeritusDit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
http://www.agorafobie.be/
Dit is niet alleen iets dat jouw helpt, maar ook anderen die (nog) met (andere) soorten van angst te kampen hebben! echt een aanrader.
sterkte!
Lees nl. op internet ook wel verhalen van mensen die het een oplichter vinden en er totaal geen baat bij hebben...
Kun je mij vertellen waarom dit wél zou helpen?
Overigens vind ik het antwoord van ds. Veldhuizen erg mooi en liefdevol