Last van een bepaalde zonden

P.C.H. Kleinbloesem | 3 reacties | 19-10-2009| 11:00

Vraag

Aan ds. Kleinbloesem. Hoe kan het dat je als christen toch last hebt van een bepaalde zonden? Hoe kun je dat rijmen met de opstanding van de nieuwe mens. Ik weet wel dat een christen ook na ontvangen genade nog zondigt, maar hoe komt het dat ik in de strijd tegen bepaalde zonden maar niet kan overwinnen. Ik val geregeld in zonden waar ik lange tijd vanaf geweest ben, nadat ik door Gods genade op de Heere Jezus leerde zien. Vaak denk ik: Nu zal ik er niet meer in vallen, nu heb ik mij opnieuw vastgeklemd aan de Heere Jezus. Met het gebed dat God me vasthoudt, Hij heeft de zonde toch overwonnen aan het kruis. Hierin mag ik toch ook hopen op Hem? Ik weet dat het aan Hem niet ligt. Hoe kan dit dan bestaan? Ben ik dan toch geen kind van God? Heb ik me maar iets ingebeeld?


Antwoord

Beste vraagsteller,

Als je als christen in bepaalde zonden ‘ligt’, ben je een prooi voor allerlei inwerpingen van satan. Satan zal er alles aan doen om je te beroven van het genot van de christelijke zegeningen. Om (onder meer) die reden wordt tegen gelovigen gezegd dat zij de wapenrusting van God aan moeten doen. Eén onderdeel van die wapenrusting is “het borstharnas van de gerechtigheid.” Dat betekent: Wees in de praktijk van je leven een rechtvaardige! Leef als een rechtvaardige! Anders zal satan je zeker influisteren: “Ben je wel echt een kind van God? Heb je wel echt vrede met God? Gods werk heeft een vrucht. Maar jij ligt nog steeds dood in zonden en misdaden!”

Een gelovige heeft de nieuwe mens aangedaan. Maar die nieuwe mens wordt vernieuwd. Dat laatste is een proces. Er staat immers in Kolossensen 3: 10: “En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd WORDT tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft.” Dat betekent dit: Ieder christen is in het diepste van zijn wezen gelijkvormig gemaakt aan het beeld van de Zoon van God. Dat heeft alles te maken met wedergeboorte. Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij. Maar waar het nu wel om gaat, is dat Christus steeds meer in mij gestalte krijgt. Of anders gezegd: Het nieuwe dat in ons is moet zich steeds meer openbaren. Het nieuwe moet steeds meer ons denken, ons willen en ons voelen gaan bepalen. Christus, diep in ons, moet steeds meer naar buiten komen.

Twee dingen zijn belangrijk: (1) Gelovigen hebben het vlees nog in zich, en (2) gelovigen hebben de nieuwe mens wel aangedaan, maar die moet dagelijks vernieuwd worden. Daarom kan Johannes zeggen: “Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij onszelf, en de waarheid is in ons niet” (1 Joh. 1:8). Je schrijft dat je vaak denkt: Nu zal ik er niet meer in vallen. Ik denk dat je dat maar niet moet denken. Beter is het om voortdurend vast te houden dat je zonder Gods genade níet standhoudt! Ik denk aan Romeinen 7:24: “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?” Zodra ik Christus uit het oog verlies (of zodra ik de genade uit het oog verlies), zink ik weg in golven van ongerechtigheid!

Maar ik wil je nog iets anders meegeven. Is een kenmerk van het ware geloof dat je niet meer in zonde valt? Nee! Veel mensen hebben dìt probleem: dat zij niet weten hoe zij met het vallen in (bepaalde) zonden om moeten gaan! Satan weet dit uit te buiten. Alles begon zo mooi. God trok je uit de duisternis, en zette je over in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. Je leefde in de liefde. Liefde naar God toe, omdat Hij je verloste, zonder dat er daarvoor redenen in jou waren. Maar toen kwam de zonde. Je viel in de zonde. Daarna kreeg je spijt, wroeging, en je hebt je zonde beleden voor Gods aangezicht. Je nam je voor om nooit meer te struikelen, nooit meer in (die bepaalde) zonde te vallen. Maar een week later, of misschien twee weken later gebeurde het weer. En als dat zo een poosje doorgaat, weet satan daar goed gebruik van te maken. Bij de vijfde keer zegt hij: tussen vijf of zes keer is eigenlijk geen verschil. Je hebt het toch al verprutst. En daar lig je weer. En vervolgens zegt hij: “Het lukt je nóóit. Van jouw droom, om al je krachten in Gods Koninkrijk te besteden komt niets terecht! Geef die droom op!” Eigenlijk wil je dat niet. Maar gevoelens van hulpeloosheid, wanhopigheid, ellendigheid maken zich meester van je, en daar zit je dan: ‘officieel’ belijdend christen; avondmaalganger –  maar van binnen in grote nood: je voelt je verloren! Dat is verschrikkelijk.  Zo zijn er misschien heel wat christenen. Ze voelen zich gevangen. Ze zijn één, twee keer aan het avondmaal gegaan, en nu móeten ze wel! Want wat zullen de mensen denken… Maar de vrede is weg.

Weet je wat een christen tot in het diepste van zijn ziel moet beseffen? Dat God de goddeloze rechtvaardigt! En dat vanwege het werk van Christus alleen (door het geloof omhelsd). God verklaart mij rechtvaardig, omdat de Heere Jezus mijn zonden heeft uitgeboet op het kruis, en omdat Hij mij ziet ìn de Heere Jezus. Daarom zeg ik: “Ik ben zeer vrolijk in den HEERE, mijn ziel verheugt zich in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan (…)” (Jes. 61:10). Groot wonder! Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem (2 Kol. 5:21).

Eenvoudig gezegd: door die ene offerande geschikt gemaakt voor de hemel! Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus. Daarom kon de Heere Jezus tegen de moordenaar aan het kruis zeggen: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn” (Luk. 23:43). Immers, die moordenaar kreeg daarna weinig (of geen) gelegenheid meer om nog goede werken te doen… Onze zaligheid ligt verankerd in Christus, en op geen enkele wijze in onszelf… Dàt te weten, is een krachtig wapen in de strijd tegen satan. Kijk maar naar de wapenrusting van God in Efeze 6:15, 17:  Je voeten moeten staan op de basis van vrede met God, de helm van de zaligheid moet op je hoofd zijn. En komt satan dan toch met influisteringen? Dan roep ik hem toe: “Verblijd u niet over mij, o mijn vijandin! wanneer ik gevallen ben, zal ik weder opstaan; wanneer ik in duisternis zal gezeten zijn, zal de HEERE mij een licht zijn. Ik zal des HEEREN gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; totdat Hij mijn twist twiste, en mijn recht uitvoere; Hij zal mij uitbrengen aan het licht; ik zal mijn lust zien aan Zijn gerechtigheid” (Micha 7:8,9).

Ik wil ook de andere kant zeggen. In Galaten 5 worden de werken van het vlees opgesomd. En dan staat daar in vers 21: “(…) van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet beërven.” Dat zijn aangrijpende woorden. Wat kenmerkt een kind van God? Niet dat hij niet meer in zonde valt. Maar in het diepste van je wezen haat je de zonde. Daarom krijg je ook spijt van de zonden die je doet. Daarom belijd je je zonden voor God aangezicht; met berouw!

Er staat: “(…) die zulke dingen doen.” “Doen” betekent: bedrijven. Je doet de zonde voortdurend. Je leeft er in. Je leeft als een boze. Je hebt ook geen berouw over je zonden. Je gaat gewoon je gang in de zonde. En als je dan toch belijdt christen te zijn, dan zegt de Bijbel: Je vergist je. Zij die leven als bozen, sterven als bozen. Ook deze Bijbelse woorden moeten we ons ter harte nemen.

Maar ik zeg ik het nog een keer: Wat kenmerkt een kind van God? Niet dat je niet veel valt. Maar er is een strijd tegen de zonde. Satan zegt iets anders. En als je naar hem luistert, raak je diep ontmoedigd. Blijdschap maakt plaats voor droefheid en angst. Hoop maakt plaats voor wanhoop. Kracht maakt plaats voor krachteloosheid.

Je eindigde met de vraag: “Heb ik me maar iets ingebeeld?” Daarom had ik het op mijn hart om de dingen te schrijven die ik geschreven heb. Denk vooral na over deze woorden: “door die ene offerande geschikt gemaakt voor de hemel!” Dat geldt voor iedere gelovige. Ik geloof dat satan van jouw vallen in de zonde gebruikt heeft gemaakt, om je verschrikkelijk te ontmoedigen, en vervolgens in de zonde te blijven liggen! “Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten” (Ef. 5:14).

De Heere zegene dit antwoord… En mocht je vragen blijven houden: ik kan je per mail een artikel (van John Piper) sturen dat gaat over al die dingen die hierboven beschreven zijn.

Hartelijke groet,
Montfoort, Ds. P. C. H. Kleinbloesem

Dit artikel is beantwoord door

P.C.H. Kleinbloesem

  • Geboortedatum:
    13-10-1976
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Status:
    Actief
49 artikelen
P.C.H. Kleinbloesem

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
3 reacties
PrinceCaspian
19-10-2009 / 21:26
Wow, dit is wel heel bijzonder om te lezen, aangezien ik hier ook een vraag over wilde stellen, en precies met hetzelfde zit... Danku voor het duidelijke antwoord... Iemand misschien een link naar dat artikel van John Piper?
lindine
19-10-2009 / 23:39
Lees ook eens de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 5 art. 1 t/m 12. Daar staat boven: Van de volharding der heiligen. Maar het gaat juist over Gods kinderen die toch weer in zonden vallen, zelfs David en Petrus worden genoemd. Ze kunnen nooit in eigen kracht staande blijven, maar worden alleen behouden door Gods genade in het offer van Christus. Art. 8 is heel duidelijk: Als het aan hen lag zouden ze nooit zalig worden en helemaal van het geloof en de genade uitvallen, 'doch ten aanzien van God, kan het ganselijk niet geschieden; dewijl noch zijn raad veranderd, noch zijn belofte gebroken, noch de roeping naar zijn voornemen herroepen, noch de verdienste, voorbidding en bewaring van Christus krachteloos gemaakt, noch de verzegeling des Heiligen Geestes verijdeld of vernietigd kan worden.'
jodeloiti
20-10-2009 / 09:24
Het probleem van zonde ligt niet in de nieuwe mens, welke is de menselijke geest. Die is bij de wedergeboorte nieuw geworden en volmaakt/compleet.
Het gedeelte dat nog zondigt is je ziel. Die moet nog veranderd worden. Rom 12 spreekt van een hervorming in je denken. Het is een proces dat het hele christenleven omvat.

Wees dus niet bang dat je niet gered bent. Je geest is gered en God kijkt naar jouw geest en daarin ziet hij Zijn Zoon (Gal 2:20).
Het is je ziel die veranderen moet en moet dealen met zonde.
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Mensen vergeven

Ik vraag me af of je iemand behoort te vergeven, ook al heeft deze persoon geen schuld bekend. Verlangt God van ons dat we mensen vergeven die niet om vergeving vragen? Binnen de kerk hoor ik verschil...
9 reacties
19-10-2012

Kinderen liever niet op VMBO

Mijn probleem voelt als iets wat ik niet zou mogen voelen, maar het is er wel. Zelf ben ik een hoogopgeleide vrouw (vwo, universiteit), mijn man heeft mbo-niveau. Met onze kinderen onderneem ik veel. ...
24 reacties
19-10-2020

Bitterlijk kermen

Geachte dominee C. A. van der Sluijs, Hartelijk dank voor uw duidelijke antwoord betreffende de droefheid van de goddeloze. Mag ik nog een extra vraag hierover stellen? Een andere predikant sprak over...
Geen reacties
19-10-2013
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering