Occult belast
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 01-10-2009| 10:00
Vraag
Vandaag was ik in het winkelcentrum en daar waren twee goochelaars bezig met een truc. Ik zat even te kijken en toen vroegen ze aan me om iets onder een bekertje te leggen en dat bekertje met twee andere bekertjes door elkaar te draaien. Vervolgens wezen de goochelaars aan onder welk bekertje (van de drie) ik het voorwerp gelegd had. De goochelaar gaf mij een hand en hij vroeg mijn naam. Op dat moment vond ik het wel grappig en dacht dat het gewoon om een trucje ging. Maar nu zit ik te denken: "Is dit niet iets occults waardoor ik ook occult belast ben geworden?" Zou u snel een antwoord willen geven, want ik zit er behoorlijk over in.
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Bedankt voor je vraag. Heel begrijpelijk dat je die vraag gesteld hebt. Er zijn meer jongeren (ook ouderen) die met een dergelijke vraag zitten.
Laat ik meteen maar zeggen, want je vraagt om snel te antwoorden: maak je niet ongerust. Een goochelaar is niet iemand die zich met occulte zaken bezig houdt. Dat kan natuurlijk wel, maar dan gaat het op een andere manier, bijvoorbeeld met geloof in geesten en zo. Ik denk dat de goochelaars die jij ontmoette een paar slimme mensen waren, die een flink aantal trucjes kunnen. En dan mag je geld in een bakje doen. Zo gaat het dikwijls bij goochelaars. Hoe ze hun trucjes doen, weet ik niet, daar zijn ze goochelaars voor. Soms valt er een door de mand en heb je zijn trucje door. Maar meestal zijn ze erg (vinger)vlug of hebben ze een paar handige trucs. Misschien stond er een klein tekentje op de bekers, misschien leidde de een je af en zag de ander wat je deed (want ze waren met z’n tweeën) en gaf hij z’n collega, zonder dat jij dat merkte, een hint.
In ieder geval is het heel wat anders dan je bijvoorbeeld in de Bijbel tegenkomt. Denk aan koning Saul bij de waarzegster (1 Samuël 28). Hij vraagt of de vrouw de (dode)geest van Samuël wil doen opkomen, iets wat door de Heere uitdrukkelijk verboden is. Of denk aan Deuteronomium 18:10 en de volgende verzen. Daar gaat het om het vragen naar de toekomst via waarzeggerij of guichelarij (waarschijnlijk orakelspreuken; of voorspellingen aan de hand van de vorm van de wolken). In plaats van op de Heere te vertrouwen. Of om te proberen via toverij en bezwering e.d. in contact met de godheid te komen. Dat wijst de Heere natuurlijk af. Dat hoorde bij de gruwelen van de volken (vers 9 en 12). Israël moest naar de Heere en Zijn profeten (vers 18) luisteren. Zo moeten wij naar het profetische Woord van God luisteren. Bij jou komt er bovendien bij dat je, laat ik maar zeggen: een beetje “spelenderwijs, onschuldig” op de vraag van die goochelaars bent ingegaan en niet uitdagend met de bedoeling God te verloochenen. Dat is heel wat anders dan met opzet en uitdagend (naar God toe) dingen doen waarmee je het geloof verloochent.
Wel raad ik je aan in het vervolg niet op dergelijke zaken in te gaan. Als je weer eens een goochelaar tegenkomt kun je beter zeggen dat je niet in die flauwekul en trucjes gelooft en je je met andere dingen bezig houdt.
Zullen we afspreken dat je niet meer ongerust bent en er niet meer over in zit? En: bidt de Heere steeds om een rein leven, dichtbij Hem en de Bijbel. God zegene je.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief