Sterven aan de wet
Dr. C. A. van der Sluijs | Geen reacties | 12-09-2009| 11:09
Vraag
Er is al eens eerder een vraag gesteld over de website De Rokende Vlaswiek van Burggraaf. Nu heb ik een vraag die mij behoorlijk bezighoudt. Het gaat niet om de persoon Burggraaf, maar om een inhoudelijke kwestie die ik opgedaan heb door het lezen op zijn website. Galaten 2:19 over het sterven aan de wet door de wet is volgens hem, als ik het goed lees, een kerntekst. Iemand die dit niet bevindelijk beleefd heeft in een punt des tijds, die heeft geen waar geloof. Die bedriegt zich voor de eeuwigheid. Is er bij deze tekst nu sprake van een speciale bevinding die aan het geloof vooraf gaat? Het lijkt ook wat anders te zijn dan de ervaring van de Vierschaar der Conciëntie, maar wat wordt nu precies bedoeld? En is het bijbels? Mischien kan ds. Van der Sluijs hier op antwoorden?
Antwoord
Ernstige vraagsteller,
Ik probeer zo goed en kort mogelijk je vraag te beantwoorden. Probleem is dat niet-theologen een hoop verwarring kunnen stichten. Theologen kunnen dit trouwens ook wel. De door jou genoemde pseudo-theoloog meent het beter te weten dan nagenoeg iedereen. En dan moet je altijd oppassen. Hij zegt een aantal waarheden, maar zonder hun verband ontaarden ze in leugens. Daarnaast geldt: al wist ik zo wat alles van de Bijbel, en ik had de liefde niet, dan was ik nog niets (vgl. 1 Kor. 11).
Inderdaad is Galaten 2:19 een kerntekst. Maar die zijn er meer. Met elkaar verhouden ze zich als de éne waarheid van God. Het sterven aan de wet door de wet begint een keer in het leven van de gelovige en houdt daarna niet meer op voordat hij ook lichamelijk sterft. Vaak is dit met veel twijfels omgeven aangaande de echtheid van een en ander in iemands leven. De Heilige Geest geeft altijd getuigenis aan zijn eigen werk naar de maat van het geloof dat Hijzelf iemand deelachtig maakt. Dit stervensproces kan zich zo intensief verdichten dat er sprake is van een punt des tijds. Een markant moment en gebeuren wat je nooit meer vergeet.
De theologen van de Nadere Reformatie lieten dit doorgaans plaatsvinden aan het eind van een proces, waarbij geloof en ongeloof over en weer vaak de overhand hadden en het geestelijk leven met veel twijfels en onzekerheid omgeven was. Op het eind van zo’n geestelijke weg maakte God als het ware korte metten met iemand, werd het een afgesneden zaak voor hem en ging hij als het ware verloren, waarna wonderlijker wijze de vrijspraak kwam. Onze vaderen van de Nadere Reformatie hebben nooit gezegd dat er van te voren niets was aan oprecht geloof en echt geestelijk leven. Men was beducht voor zelfbedrog en men liet de mensen niet verder voor waar houden dan wat ze zelf echt hadden meegemaakt.
Hier is veel voor te zeggen, als er maar geen systeem van gemaakt wordt. En dit dreigt vandaag wel in bepaalde kringen. Gevolg daarvan is dat men aan de hand van kenmerken van het geestelijk leven dan zelf probeert uit te maken hoe ver men is en in hoeverre het echt is voor en in henzelf. Dan worden de beloften van God betrokken op de gelovige en daarna op Christus. Met het leven uit de beloften moet men dan naar Christus om in Hem te eindigen.
Dit laatste moet weer gecorrigeerd worden met de theologie van de Reformatie. Daar worden de beloften van God direct betrokken op Christus en dan op de gelovige. Vanaf het begin getuigt de Geest met onze geest dat Gods beloften in Christus waar zijn. Daarin komt direct zekerheid mee. Maar dan wel naar de maat van het geloof. Onderwijs uit de Schrift van Godswege is hier van het grootste belang. Want het gaat inderdaad om verzoening door voldoening. We dienen niet te rusten in ons geloof maar in de Beloofde.
Het sterven aan de wet door de wet is dus van wezenlijk belang, maar het moet niet worden gesystematiseerd. In dit laatste geval zuchten we onder de wet, maar het gaat er om dat we ademen en steeds weer opademen onder de klanken van het evangelie. De Reformatie heeft dit ook sterk verbonden met het hóren van het Woord van God. “Hoe zalig is het volk dat naar Uw klanken hóórt…” En dit heeft weer alles te maken met de gehóórzaamheid van het geloof.
Ik hoop dat je verstaat waar het om gaat. Laat je niet door mensen van de wijs brengen, maar laat je wijs maken tot zaligheid door God zelf door in grote afhankelijkheid te verkeren onder de bediening der verzoening. Wie het niet weet, mag het af en toe weten… dat God naar hem omziet uit genade om Jezus’ wil.
Met vriendelijke groet,
Ds. C. A. van der Sluijs
Dit artikel is beantwoord door
Dr. C. A. van der Sluijs
- Geboortedatum:14-09-1942
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: