Herkenning in Handelingen
Ds. A. Simons | 1 reactie | 01-07-2009| 09:07
Vraag
Aan Ds. Simons. Wilt u iets uitleggen over Hand. 19 : 2-6? In de eerste gebeurtenis herken ik mij maar in de tweede niet. Mag ik Hem dan omhelzen als mijn Zaligmaker?
Antwoord
Vraagsteller/ster,
Wat wordt ons door de Heilige Geest in Handelingen 19: 2-6 voorgehouden? Het gaat volgens mij, in de eerste verzen van Handelingen 19, over twaalf discipelen/mannen (Hand. 19:7) die nog niet wisten van de bedeling/volheid van het Nieuwe Testament. Zij waren Oudtestamentisch onderwezen en gekomen tot bekering (Hand. 19: 4b) daarna gedoopt (Hand. 19:5). Maar zij wisten nog niet af van het heilsfeit van Pinksteren. Paulus legt deze kinderen van God de handen op en zij ontvangen de Pinkstergeest (Hand. 19:6). Ze gaan spreken in vreemde talen en gaan profeteerden. Wat zien we hier? Kinderen van God ontvangen hier de Heilige Geest zoals op de Pinksterdag. Je zou het zou kunnen verwoorden; ze waren Oudtestamentische Christenen en ze komen na Pinksteren in aanraking met de volheid van het Nieuwe Testament.
De vraag komt naar boven, is dit een extra bijzondere gebeurtenis omdat we op de grens staan van het Oude en het Nieuwe? Ik zou zeggen; ja! We zien in het verdere van het Nieuwe Testament niet meer van zulke afzonderlijke ervaringen. Paulus onderwijst ons dat al God kinderen in de nieuwe bedeling de Heilige Geest hebben ontvangen bij de wedergeboorte (Rom. 8:9). Elk kind van God, hoe zwak en aangevochten, heeft de Heilige Geest ( Joh. 14:7/1 Cor. 3:16). Hij heeft woning gemaakt in de ‘tabernakel’ van ons lichaam zegt Paulus (1 Cor. 6:19).
Was dat in het Oude Testament dan nog niet zo? Nee, niet op deze wijze. Het onderscheid tussen het Oude en het Nieuwe is niet wezenlijk maar wel in klaarheid, helderheid en volheid. Ook als het gaat om de inwoning van de Heilige Geest. De nieuwtestamentische kerk belijdt dat in al de gelovigen de Heilige Geest woont ( Rom. 8:11). Op deze wijze woonde de Heilige Geest niet in alle gelovige van het Oude Testament. Je zou als vergelijk kunnen zeggen; de profeten, priesters en koning hadden de bijzonderde zalving van de Heilige Geest. In het Nieuwe Testament hebben al Gods kinderen de inwoning van de Heilige Geest. Zij zijn immers alle koningen, priester en profeten om Christus wil ( 1 Petrus 2:9).
Uw/jouw tweede vraag begrijp ik niet helemaal uit het verband van deze tekst. Je schrijft: mag ik Hem dan omhelzen als Zaligmaker? In de context van Handelingen 19 begrijp ik je vraag niet helemaal. Je vraag op zichzelf begrijp ik wel. Een paar dingen wil ik erover zeggen vanuit de Schrift: Als God zijn dienaren niet uitgezonden had met de belofte van het Evangelie dan zou ik uw/jouw vraag negatief moeten beantwoorden. Ik had je moeten zeggen dat ik niet geweten had of jij/u Hem had mogen omhelzen. Maar God biedt zijn lieve Zoon aan in de belofte van het Evangelie opdat een iegelijk die in Hem gelooft (Hem omhelst) niet verderve maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:16). Ook in Handeling 2 komt de liefelijke belofte tot een ieder die onder het gehoor van het Evangelie verkeerd. (lees de kanttekeningen bij deze tekst); “u komt de belofte toe en uwe kinderen, enz. (Hand. 2:39)”. Wonderlijk woord. Hoort u jij het? U, heel persoonlijk. U komt de belofte toe. Nog een sterker bewijs dan het Woord alleen? God biedt Zijn Zoon aan in het Woord aan goddeloze. Het adres waar de belofte naar toe wordt gezonden is niet de rechtvaardige en heilige in zichzelf. Integendeel! We eindigen met Johannes de Doper; Zie, zie het Lam van God dat de zonde der wereld wegneemt (Joh. 1:29).
Een vriendelijk groet uit de pastorie van Vinkeveen. Gods zegen.
Ds. A. Simons
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Simons
- Geboortedatum:07-05-1958
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Valburg-Homoet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Gods zegen!