God met een boze blik
drs. ing. P.L.D. Visser | Geen reacties | 27-05-2009| 00:00
Vraag
Hoe moet ik omgaan met faalangst voor God? Ik ben bang dat ik voor Hem nooit goed genoeg ben, dat ik niet goed bid, niet goed genoeg leef. Ik weet dat als je in Christus bent, ook Zijn verdiensten op jouw rekening worden geschreven en dat God je dan ook alleen aanziet in Christus. Dan is het goed. Ik wil ook niets liever dan dat, maar ik heb altijd het idee dat God naar me kijkt met een boze blik. God kan zeker iedere dag op mij toornen, door mijn zonden.
Maar hoe krijg ik een bijbels beeld van God? Niet een eenzijdig beeld van Zijn liefde(ook Zijn rechtvaardigheid), maar dat ik ook in Zijn liefde voor mij durf geloven? Dat ik zeker weten mag dat God mij aanvaardt zoals ik ben? Zonder verwijten...
Een 17-jarig meisje. (Graag beantwoord door een CGK-predikant.)
Antwoord
Beste vragenstelster,
Je bent bang dat je nooit goed genoeg bent in Gods ogen. Nu, dan heb ik slecht nieuws voor je: dat zul je ook nooit worden. Wij mensen, jij en ik ook, zijn volgens de Bijbel “vleselijk, verkocht onder de zonde” (Rom. 7:14). Verbaas je er maar niet over dat je onvoldoende bidt en niet goed genoeg leeft. Dat klopt namelijk precies met wat de Bijbel over ons mensen zegt. Het grote wonder van het Evangelie is nu echter precies dit, dat God ellendige zondaren aanneemt tot Zijn eigen kinderen. De Heere Jezus zegt niet voor niets dat wie gezond is de medicijnmeester (arts) niet nodig heeft, maar juist wie ziek is (Mat.9:12). Wanneer je had geschreven dat je genoeg zou bidden en helemaal goed, zonder zonden zou leven, dan had je pas echt een groot probleem. Want zulke ‘gezonde’ mensen hebben de arts Christus helemaal niet nodig. Daar kan Hij Zijn genade niet aan kwijt.
De apostel Paulus is ook al bezig geweest met jouw vragen. Vooral in de brief aan de Galaten is hij bezig duidelijk te maken dat we er nooit komen door onszelf een beetje op te poetsen om zo bij God in de gunst te komen. Wie probeert om met poetsen rein te worden voor God, komt erachter dat hij/zij nooit schoon wordt. De wet blijft ons dan altijd achtervolgen en schuldig stellen. Een angstig, somber leven is het gevolg.
Er is maar één manier om onder de vloek van de wet uit te komen en dat is: sterven met Christus aan het kruis. Paulus zegt dat wij vrijgemaakt zijn van de wet, omdat wij gestorven zijn (Rom. 7:6). De wet, die schuldig stelt en veroordeelt, heeft geen gezag meer over een dode. Zo is het in het gewone leven toch ook? Wie overleden is krijgt geen boete meer opgelegd door de rechter. Zo is het ook met de gelovige: “Want ik ben door de wet aan de wet gestorven, opdat ik voor God leven zou. Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heef, en Zichzelf voor mij overgegeven heeft” (Gal. 2:19-20).
Wat de apostel dus wil zeggen is: wat er met Christus is gebeurd, is ook met mij gebeurd. Hij is gekruist, welnu mijn oude mens is dan ook gekruist. Dat wil zeggen dat mijn zondige ‘ik’ geen koning meer is, maar God. Niet dat de zonde niet vreselijk kan toeslaan in mijn leven, maar principieel maakt de zonde de dienst niet meer uit. Christus is opgestaan, welnu, zegt Paulus, dan ben ik ook opgestaan in een nieuw leven (Rom. 6:6). Nieuwe verlangens bepalen dan mijn leven. Een nieuw leven naar Gods eer breekt aan. Dat leven blijft een leven van radicale genade. God wil dat wij leven van Zijn gunst, van Zijn gave, van Zijn Christus: “uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit de werken, opdat niemand roeme” (Ef. 2:8-9).
Telkens benadrukt de Schrift dat wie gelovig aan de Heere Jezus verbonden is, vrij is van de vloek van de wet. Vrij is van de toorn van God. Kinderen van de toorn worden zo tot kinderen van God (Ef. 2:1-8).
Is het dan niet meer van belang hoe je leeft? Is heiliging dan geen opgave meer? Jawel. Maar dan uit dankbaarheid. Wij worden gerechtvaardigd zonder de wet, zonder de werken, alleen door het geloof in Christus. Punt uit. Maar wie dan geen hartelijke liefde tot God en Christus heeft en niet verlangt om naar al Gods geboden te leven, die heeft het Evangelie niet begrepen. Het leven van dankbaarheid en heiliging heeft echter niets met verdienen of presteren te maken. Christus heeft alles verdiend wat nodig is. Zelfs de heiliging. Die is ook een genadegave van God. Onze goede werken heeft God al voorbereid, zodat we daarin zouden wandelen! (Ef. 2:10). Zo leven wordt inderdaad ‘wandelen’. Zonder kramp en angst eenvoudig achter Christus aanwandelen in datgene wat God al heeft voorbereid aan goede werken. Christus zegt niet voor niets in Johannes 15:4: blijf in Mij (de wijnstok) en Ik in u. Want alleen zo komt het tot vrucht dragen (Joh. 15:16). Hoe meer aan Christus verbonden, hoe meer Hij zorgt dat mijn leven vrucht voortbrengt.
Beste vragenstelster, hopelijk kon je het een beetje volgen. Het komt er voor jou op aan om deze zaken gelovig voor ogen te houden. Of, om het met Paulus’ woorden te zeggen, één plant te worden met Christus (Rom. 6:5). Hoe meer je je gelovig aan Christus toevertrouwt, hoe meer je de troost en de kracht zult kunnen ervaren van Gods vrijspraak. Niet jij gaat het redden met je bidden en je goede leven, maar Christus redt jou. Kom je geloof tekort? Bid dan het gebed van die vader van de maanzieke jongen: Ik geloof, maar kom mijn ongelovigheid te hulp (Mark.9:24).
Met een hartelijke groet,
Je ds. P. L. D. Visser
Dit artikel is beantwoord door
drs. ing. P.L.D. Visser
- Geboortedatum:29-07-1969
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Ouderkerk a/d Amstel
- Status:Inactief