Bijzondere Godservaring onderscheiden
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 03-04-2009| 00:00
Vraag
Aan ds. M. J. Paul. Ik heb een vraag over Godservaring. In de gereformeerde gezindte wordt veel aandacht geschonken aan bevinding/ervaring. Naast de reformatorische gezindte zijn er binnen het christendom ook andere groeperingen te onderscheiden: de evangelische beweging, de pinksterbeweging en de roomse kerk. Ook daar wordt gesproken over het ervaren van God. Tenslotte zijn er ook, behalve het christendom, andere godsdiensten te onderscheiden. Moslims, boeddhisten, e.a., maar ook mensen die 'gewoon' spiritueel zijn. Uit bepaalde preken van predikanten uit de gereformeerde gezindte heb ik opgemaakt dat die hedendaagse spiritualiteit het oude heidendom in een nieuw jasje is en van de duivel afkomstig is. De Bijbel laat zien dat de Egyptische tovenaars ook in staat waren om water in bloed te veranderen (Exodus 7 vers 22). Ook in het Nieuwe Testament wordt gesproken over bepaalde tovenaars. Blijkbaar stonden de godsdiensten in de oudheid onder invloed van de duivel.
Mijn vraag: hoe kun je op een Bijbelse manier onderscheid maken tussen Godservaring die afkomstig is van Boven en ervaringen die afkomstig zijn van beneden? Is alle ervaring binnen het christendom afkomstig van God? En zo niet, alle ervaring binnen onze gezindte wel? Hoe zijn ervaringen van elkaar te onderscheiden? En kun je weten of je onder invloed van de duivel staat of niet?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Inderdaad gaat allerlei hedendaagse spiritualiteit (aangediend als esoterie) in tegen Gods openbaring. Soms geloven de aanhangers ervan niet in een duivel (zoals bij wicca, een populaire vorm van hekserij), maar soms ook wel. Heidense tovenaars kunnen niet in eigen kracht, maar wel met behulp van bepaalde geesten, bijzondere tekenen doen. In 1 Korinthe 10:20 staat dat achter de afgoderij demonen (boze geesten) schuil gaan.
Dan rijst de vraag hoe godsdienstige ervaringen te toetsen zijn. Uit welke bron komen ze? Dit is een probleem dat in Oude en Nieuwe Testament herhaaldelijk aan de orde gesteld wordt. Bijv. in Deut. 13 en 18:21-22 worden afgoderij duidelijk veroordeeld. Een eerste ijkpunt is daarom: in de naam van welke God/god worden zaken gezegd en beleefd? Vervolgens mag de beleving nooit tegen het Woord van God ingaan. Dromen, visioenen, stemmen, enz. behoren altijd naar het Woord te leiden. Het is bijv. opvallend dat Saulus op weg naar Damascus wel een fundamentele ervaring heeft, maar dat Ananias hem verder onderwijs moet geven (Hand. 9). We horen tegenwoordig vaak van moslims die een visioen ontvangen, waarin duidelijk wordt dat ze een Bijbel moeten gaan lezen of onderwijs aan christenen moeten gaan vragen. Het visioen op zich is niet genoeg. Dat kan als tweede criterium gelden.
Dan het derde: welke geestelijke uitwerking heeft de ervaring? Illustratief is Jeremia 23. De valse profeten hebben slechts een geruststellende en sussende boodschap. Hun levenswijze is verkeerd en zij sterken de handen van de boosdoeners (vs. 14). Het is mogelijk dat deze valse profeten overtuigd waren van de juistheid van hun boodschap, maar de uitwerking gaat tegen Gods wil in. Daarom is het in onze tijd van belang om te zien hoe de levenswijze is van hen die zeggen een religieuze ervaring te hebben gehad.
Samengevat: let op oorsprong, verschijnsel zelf, en de uitwerking. Daaruit wordt duidelijk of iets uit God of uit de satan is.
Is alle ervaring in het christendom en in onze gezindte afkomstig van God? Helaas niet en daarom is het nodig die te toetsen. Een van de geestelijke gaven die wij steeds harder nodig hebben, is het “onderscheiden van de geesten” ( 1 Korinthe 12:10). Ook in onze ervaringen kan satan zich voordoen al een engel des lichts.
Het is overigens ook zo dat karakter, opvoeding, ervaring, kerkelijke gemeente en omgeving een rol spelen in ervaringen. Worden ze gestimuleerd of juist weggedrongen? De beleving van mensen is altijd sterk gestempeld door de cultuur waarin zij leven. Zo bevatten de visioenen van Ezechiël allerlei beeldend materiaal dat in de Babylonische tijd sterk aansprak.
Het kan nuttig zijn aan geestelijke vrienden of ambtsdragers -vertrouwelijk- ervaringen voor te leggen en hun advies te vragen.
Een beroep op ervaringen in eigen kring is riskant. Zo bepleit men in sommige Pinksterkringen dat iedere gelovige in tongen spreekt, terwijl in sommige delen van de Gereformeerde Gezindte weer gezegd wordt over een bepaalde bekeringsweg “dat al Gods volks” die zo beleeft. Gewoonlijk wordt dan slechts naar eigen kring gekeken. Die ervaringen kunnen reëel zijn, maar laten we oppassen die tot norm voor iedereen te maken. Steeds weer hebben wij te toetsen aan de Schrift. En daarbij is het ook zeer nuttig tweeduizend jaar kerkgeschiedenis te bestuderen, of het waar is dat iedere ware gelovige iets behoort mee te maken. Er zijn zeker constanten aan te wijzen in Gods handelen met Zijn volk, maar ook zeer grote verschillen. Hij is souverein!
Het is belangrijk ons bescheiden op te stellen en te bidden met de woorden van Psalm 139 of God ons wil onderzoeken en wil leiden op de eeuwige weg. Gelukkig mogen we weten: ‘Wie Hem need’rig valt te voet, zal van Hem zijn wegen leren’ (Psalm 25:4 berijmd).
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: