De gelovige als bouwwerk van God

Ds. A. Th. van Olst | Geen reacties | 28-03-2009| 00:00

Vraag

Ik heb een vraag over het bijbelgedeelte in 1 Korinthe 3 over de gelovige als bouwwerk van God. "De akker van God, het bouwwerk van God bent u. Overeenkomstig de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt daarop. Ieder dient er echter op toe te zien hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er ligt, dat is Jezus Christus. Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi, stro, ieders werk zal aan het licht komen. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat deze in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. Als iemands werk dat hij daarop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen. Als iemands werk zal verbranden, zal hij schade lijden. Hijzelf echter zal behouden worden, maar wel zo, als door vuur heen."

Toen ik dit stukje las, deed het mij denken aan een soort vagevuur. Ook kreeg ik een gevoel van rangen en standen in kinderen van God. Ik geloof zeker dat Jezus mijn fundament is, maar ik dacht dat door Zijn lijden en sterven al mijn zonden vergeven zouden zijn. Dit gedeelte lijkt juist te zeggen dat we zelf ook nog een deel moeten betalen (vs. 15: “maar door het vuur heen”). Dit roept veel vragen bij mij op. Kan iemand mij de betekenis van dit bijbelgedeelte uitleggen?


Antwoord

Beste vragensteller/stelster,

Hartelijk dank voor de vraag. Ik kan me best voorstellen dat als je dit Bijbelgedeelte leest, het allerlei gedachten losmaakt over het oordeel, en dat die gedachten dan in strijd zijn met wat je op andere plekken in de Bijbel leest. Toch moeten we wat nauwkeuriger gaan lezen.

Allereerst corrigeer ik je even. In de eerste regel van je vraag zeg je: het gaat over de gelovige als bouwwerk van God, en dat is net naast de plank. De gelovige heeft er wel degelijk mee te maken, maar met het bouwwerk is de hele gemeente bedoeld. Het is belangrijk om dat helder te hebben, want dat maakt juist de achtergrond van heel dit gedeelte helder.

In de gemeente van Korinthe was onenigheid, lees het maar na in 1 Korinthe 1: 10-17, en in 1 Korinthe 3: 1-9. Partijvorming, hokjesdenken, kliekvorming. Verdeeldheid in de gemeente, omdat de één veel meer houdt van de ene predikant en de ander veel meer van de andere. Herkenbaar, denk ik. Maar het is niet goed! Want, en dáár gaat het Paulus om, het is toch niet belangrijk wie er op de preekstoel staat, het gaat om de inhoud van de boodschap. De naam van degene die werkt in de gemeente mag rustig vergeten worden, als het bouwwerk van God (de gemeente dus) maar opgebouwd wordt in Hem!

En dan is er best verschil tussen degenen die aan dat bouwwerk mee mogen bouwen. En iedere werker in de gemeente is verantwoordelijk voor wat hij doet. Het fundament van dat bouwwerk ligt er, en dat kan nooit weggenomen worden. Dat fundament heeft Paulus mogen leggen: Jezus Christus. Maar dan reist Paulus weer verder, en zijn er anderen die het Woord van God uitleggen en de gemeente vorm geven. Die bouwen op dat fundament verder.
Maakt het dan niet uit hoe je verder bouwt? Maakt het dan niet uit hoe je werkzaam bent in de gemeente van Christus? Zeker wel, en dáár gaat dit gedeelte over. Want de een bouwt met heel goed materiaal, materiaal als goud, zilver of kostbare stenen. Dat is materiaal dat gelouterd wordt door het vuur. Als je het in het vuur houdt, komt het er nog beter uit!

Maar je hebt ook prutsers. Die soms met de meeste gedrevenheid, met de beste bedoelingen, aan het bouwen zijn met waardeloos materiaal. Materiaal dat geen stand houdt. Hout, hooi, stoppels. Mensen die met hun goede bedoelingen Gods gemeente uiteindelijk meer afbreken dan opbouwen. En soms kan het er mooi uitzien, maar....

Dan komt de oordeelsdag en dan zal alles aan het licht komen. Aangrijpend: dan zal de een zien dat wat hij of zij heeft mogen doen in de gemeente, dat dat goed gedaan is, dat het stand houdt, omdat het paste bij het fundament, Jezus Christus. En er zullen er zijn die hun (levens)werk in de gemeente in vlammen op zien gaan. Hard gelopen wellicht in de gemeente, maar het was niet tot eer van de Heere. Het was wellicht gedaan met een ijver zonder verstand. Met de beste bedoelingen de Heere voor de voeten gelopen met meningen, gesprekken, etc. Je begrijpt: voor dominees en andere ambtsdragers (en allen die een taak hebben in de gemeente, of juist niet willen hebben) een Bijbelgedeelte om je op te onderzoeken. Past wat ik doe bij het fundament? Is het tot eer van de Koning van de Kerk? Zal het standhouden?

En als iemands werk zal verbranden? Als zal blijken dat z’n werk binnen de gemeente geen goed werk is geweest, betekent dat dan dat die persoon zelf ook verloren zal gaan? Nee. Het slechte bouwen kan door een kind van God gedaan zijn. En die zal zelf behouden worden, maar als door vuur heen. Met andere woorden: het vuur op de oordeelsdag zal helder aan het licht brengen dat het allemaal mensenwerk is geweest,  dat niet blijft bestaan in het Koninkrijk van God. Maar de persoon zelf zal op kosten van de Zaligmaker zalig worden. Het kan dus, dat een kind van God zalig wordt, maar dat zal blijken dat het werk in de gemeente de toets van de Heere niet kon doorstaan.

Dus geen vagevuur. Ook geen rangen en standen bij Gods kinderen? Houd steeds in gedachten dat het oordeel hier gaat over iemands werk aan Gods gemeente. En daarbij: het maakt verschil uit wat je doet! Want als je op een goede manier bezig bent geweest in de gemeente en je mocht door de genade van de Heere wat opbouwwerk doen, dan zal je loon ontvangen. Het is niet om het even hoe je in Gods gemeente bezig bent. Het zou toch wat zijn als we ons alleen om onze persoonlijke zaligheid bekommeren, en de eer van de Heere vergeten in onze gemeente!

Hier en daar lezen we in het Nieuwe Testament over het loon. De Catechismus noemt het heel mooi het genadeloon. Loon niet naar verdienste maar naar genade. Want ook als we goed werk in de gemeente mogen doen, blijft het met veel gebreken. Denk maar aan die dienstknechten in de gelijkenis: Gij goede en getrouwe dienstknecht, over weinig bent u getrouw geweest, over veel zal ik u zetten. Met andere woorden: wat je goed hebt gedaan is nooit de grond voor de zaligheid. De grond is het fundament: Jezus Christus.
Maar je moet vervolgens niet zeggen: als ik maar genade heb ontvangen, dan maakt het verder ook niets meer uit. Dat is een gedacht die in Rom 6 ten stelligste afgewezen wordt. Hartelijke dankbaarheid gevraagd. Bouwen aan Gods Kerk en Koninkrijk. En dat is nog niet af!

We moeten wel zo eerlijk zijn om te zeggen dat er verschil is tussen Gods kinderen. De één leeft dichter bij de Heere dan de ander. Zal de één meer ternauwernood zalig worden dan de ander? We moeten hierin heel voorzichtig zijn. Als Gods oordeel komt en de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt...  (2 Petrus 4: 18). Als Gods oordeel komt, dan komen we niet met ons bouwen aandragen, dan moeten we het allemaal hebben van de genade van Christus alleen. Maar op grond van de teksten die over het loon gaan, hebben sommigen wel gedacht dat er ook in de hemel verschil zal zijn. Denk maar aan  2 Korinthe 5: 10. Dan wordt wel eens gezegd: de zaligheid is voor allen gelijk, maar de heerlijkheid is verschillend. De één dichter bij de troon dan de ander? Ik durf het niet goed te zeggen. De laagste plaats is al een wonder waar ik een eeuwigheid voor nodig heb om me over te verwonderen.

We weten wel dat er in de hel verschil zal zijn. Die de weg geweten hebben en niet wilden bewandelen, zullen met dubbele slagen geslagen worden. Iets dergelijks lees je ook in Mattheüs 11: 20-24. Er zal verschil zijn, maar het is voor allen onbevattelijk erg.

Zo is er wellicht ook verschil in de hemel. Maar dat is bij het verschil tussen hel en hemel een zeer, zeer klein verschil. Te klein om ons nu druk over te maken. Het enige wat voor ons over blijft is: Te schuilen achter het bloed van Christus. En in dankbaarheid bouwen aan dat bouwwerk Gods: Zijn gemeente. Niet om het loon, maar omdat de Heere van de Kerk dat zo waard is.

Hartelijke groet,
Ds. A. Th. van Olst

Lees meer artikelen over:

hemelKorintheNieuwe hemel en aarde
Dit artikel is beantwoord door

Ds. A. Th. van Olst

  • Geboortedatum:
    11-04-1978
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Woon/standplaats:
    Utrecht
  • Status:
    Inactief
48 artikelen
Ds. A. Th. van Olst

Bijzonderheden:

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Epileren of scheren

Misschien een rare vraag, maar toch vraag ik het me af. Mag je je epileren of scheren? God heeft ons namelijk gemaakt en heeft ons niet voor niks haren op onze benen en onder onze oksels gegeven. Maar...
Geen reacties
28-03-2013

Ringen dragen

Is het verkeerd om ringen te dragen omdat je het mooi vindt en mag je dan wel ringen dragen als symbool (trouwringen)? Zie 1 Timotheus 2:9.
Geen reacties
28-03-2004

(...) Zou er niet meer samen gewerkt kunnen worden tussen de reformatorische kerken, zodat wij op zondag wat vaker een dominee hebben?

Ik ben lid van de Oud Ger. Gem. We hebben maar weinig predikanten en dus op zondag vaak leesdienst. Bij ons in de omgeving gaan er bij de Oud Ger. Gem.-kerken in de weekdiensten regelmatig predikanten...
Geen reacties
28-03-2006
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering