Verlangen naar niet-gelovige ex-vriendin
Alie Hoek - van kooten | Geen reacties | 14-10-2003| 00:00
Vraag
Enkele jaren terug heb ik gedurende ruim een jaar een relatie gehad met een studiegenote. We hebben daar beide zeer van genoten, maar de relatie liep stuk op het gegeven dat onze levensvisies uiteen lopen: ik ben belijdend christen, zij niet. Wat ik in haar zeer bewonderd en gerespecteerd heb, was haar begrip voor mijn wens geen gemeenschap te hebben. Het heeft onze relatie niet geschaad! Na maanden achtte ik me desondanks, gelovend in een toekomst samen, rijp intiem met haar te zijn. Zij was al eerder zover en aldus gebeurde. Uiteindelijk hebben we onze relatie verbroken. Mijn vurige wens dat zij tot geloof zou komen was daar mede debet aan. De relatie werd geforceerder.
Sindsdien heb ik een serieuze relatie gehad met een christen. Deze relatie hield geen stand. Het verlangen naar mijn ex-vriendin blijft; nu al zo'n vier jaar. En dat verlangen is wederzijds. Voor haar is ons verschil in levensovertuiging, in geloof, geen drempel meer. Voor mij nog wel, al hoop ik dat dat niet louter omwille van een 'religie' is maar vooral omwille van een 'relatie' met God. Maar daaraan twijfel ik dus. Ik houd zielsveel van haar en wil verantwoordelijkheid voor haar nemen. Hoe kan ik haar bijv. afwijzen om haar 'geloof', terwijl ik daartegen zelf gezondigd heb door met haar te slapen? Het is wat hypocriet... De laatste tijd bekruipt me het gevoel dat ik me aan haar verbonden heb toen we intiem waren.
Met excuses voor het lange verhaal, is de vraag: hoe zou God dit zien? Zijn wij in zijn ogen 'getrouwd'? En wat te denken van het feit dat ik niet enkel met haar verder zou willen omdat ik me aan haar verbonden heb, maar eveneens omdat ik gewoon zielsveel van haar houd en mijn leven met haar wil delen? M'n verlangen wordt niet louter ingegeven door toewijding aan God -zou ook geen goede basis zijn- ...
Antwoord
Al met al is het verhaal in de loop van de tijd steeds ingewikkelder geworden omdat allerlei gevoelens en gedachten door elkaar heen zijn gaan lopen. Daarom is het goed een en ander nog eens op een rijtje te zetten.
Je houdt heel veel van dat meisje, dat is in de loop van de tijd wel gebleken. Inderdaad hebben jullie al op het huwelijk vooruit gegrepen, dat geeft meteen een bepaalde verbondenheid met elkaar. Eigenlijk vind ik ook dat wanneer mensen eenmaal gemeenschap met elkaar hebben gehad, ze het eigenlijk niet meer uit mogen maken.
Maar aan de andere kant vind ik het ook heel wat wanneer er hele grote verschillen zijn om dan om de reden dat er gemeenschap heeft plaatsgevonden, wel aan het huwelijk te gaan beginnen. Dat is vragen om moeilijkheden. Als er in de start van het huwelijk al zulke grote verschilpunten zijn, dan legt dat meteen al een hele zware druk op dat huwelijk.
Ik vind het feit dat jij wel gelooft en zij niet een enorm verschilpunt, bijna onoverbrugbaar. Het samen kunnen delen van het geloof in het huwelijk is toch wel een kernzaak in het huwelijk. Als dat al niet mogelijk is, dan is dat toch wel heel erg. Dat wordt helemaal duidelijk als er kinderen gaan komen. De moeder is vaak toch nog meer bij de geloofsopvoeding betrokken dan de vader, dus dat wordt gewoon heel moeilijk.
Als de kloof van: "Hij gelooft wel, zij niet" niet kan worden overbrugd, dan wordt het toch wel heel erg lastig om dan toch met elkaar te gaan trouwen.
Alie Hoek-van Kooten
Dit artikel is beantwoord door
Alie Hoek - van kooten
- Geboortedatum:27-08-1949
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Auteur van o.a.
- 'Vonk of vuur' (als je verliefd bent...)
- 'Trouw en teder' (seks in het huwelijk)
- 'Verkeringsperikelen' (50 vragen)
- 'Tiener op weg' (seksuele opvoeding)
Bekijk ook: