Na de kerkscheuring van 2004 is mijn kerkelijke gemeente in onbalans geraakt (.....

Ds. P. Molenaar | Geen reacties | 15-09-2008| 00:00

Vraag

Na de kerkscheuring van 2004 is mijn kerkelijke gemeente in onbalans geraakt; een gedeelte van de gemeente ziet de nieuwe situatie als ideaal om afscheid te nemen van wat zij zien als wettische verplichtingen (hoofdbedekking in het algemeen en bij het avondmaal, kerkgang, etc.), maar brengt hiermee een ander deel van de gemeente wel in een lastig parket. Ook de predikant is erg veranderd en brengt een aantal ongereformeerde aspecten in zijn preken, zoals het volledig ontkennen van de uitverkiezing. Een brief hierover van een aantal gemeenteleden aan de kerkenraad, werd beschouwd als "ongeoorloofde bemoeienis". Enkele gemeenteleden werden door de kerkenraad vervolgens als "godsdienstwaanzinnigen" beschouwd en taken in de kerk werden hen afgenomen. Hoe moet/kun je nu met zoiets omgaan?

ADVERTORIAL

De zorgverzekeringen van Care4Life

De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?

Lees hier meer over onze principiële uitsluitingen.

De zorgverzekeringen van Care4Life

Antwoord

Beste vrienden,

Deze situaties zijn wel herkenbaar, niet alleen na de droevige breuk van 2004, maar ook daarvoor al. Allereerst de gevolgen van de breuk, waardoor twee nieuwe kerkverbanden zijn ontstaan: PKN en HHK. De PKN is een breuk met de geschiedenis en met de confessie. Juridisch kan men zich de voortzetting van de oude hervormde kerk noemen, maar confessioneel is het niet waar. Maar de HHK is ook geen voortzetting van de oude vaderlandse kerk. Confessioneel kan men zich de voortzetting noemen, maar de feiten weerspreken het, daar ook de HHK als nieuw kerkverband direct al na 1 mei 2004 volgens een notarieel besluit werd opgericht. Zelfs de naam komt niet met de werkelijkheid overeen. De zgn. “verklaring van recht” is bovendien bijna al opgegeven. De juridische processen zijn verloren. Zowel de PKN als de HHK is een oordeel van God over de kerk van Nederland als geheel. Zou de Heere hiermee ons allen niet wat te zeggen hebben? Hoe we deze beide kerken ook zien: we hebben allen gezondigd tegen de Heere en ook veel verdriet elkaar aangedaan. De Heere wil dat we schuld belijden en terugkeren tot Hem.

Wat zouden de ergste gevolgen zijn van de kerkscheuring? M.i. het feit, dat de Heere  geslagen heeft en dat er vaak zo weinig pijn wordt gevoeld, vaak aan beide kanten. De PKN doet alsof ze de voortzetting zijn van de oude Hervormde Kerk en de HHK doet ook alsof ze de echte wettige voortzetting is. Aan beide kanten hoor ik vaak als antwoord, op de vraag of er nog enige toenadering naar elkaar kan komen: “We moeten duidelijk zijn naar de gemeente toe”. Dus aparte diensten, geen verkeer over en weer, zelfs aparte hervormingssamenkomsten, daarom zoveel mogelijk de kerk opdelen in het opzetten van allerlei vormen van nieuw kerkelijk werk. Het woord “duivel” betekent “uiteengooien” of “verdelen”. Ik denk dat de kerkelijke duidelijkheid eerder duivels dan duidelijk is. Hoe zou de Heere  over dit alles denken? Zou de Heere niet verdriet hebben over het feit dat er zo weinig verslagenheid van hart is over de situatie van de kerk en dat aan beide kanten. Als je moeder of vader verkeerd handelt, dan heb je daar in een gezond gezin als kind verdriet over. Dan doen we niet als Cham of Kanaän door te spotten met de zonden van de ouders. We moeten proberen de zonde van de ouders te bedekken. Het moederlijke aspect van de kerk ontbreekt vaak aan beide kanten. Er was weinig moederlijke bewogenheid over de kinderen, die het zo moeilijk hadden, maar veelal is er hardheid en koudheid ontstaan. We mogen ons dat als ambtsdragers, c.q. predikanten, zeker aanrekenen. Tegelijk merken we aan beide kanten een sterke zelfgenoegzaamheid. “Het gaat toch nog goed. Er is bij ons zoveel meeleven met elkaar en we hebben zoveel rust gekregen”. Horen we het? “We hebben...”. Er is geen verootmoediging, maar hoogmoed en zelfgenoegzaamheid. Hierop zal de Heere echter nooit Zijn zegen kunnen geven. De Heere  zal terugkeren , als we ons zullen schuldig kennen voor Zijn aangezicht (Hosea 5:15).

Tegelijk is het ook waar, dat binnen het gereformeerde deel van de PKN over het algemeen een verzwakking is opgetreden in beginsel en geestelijk leven, daar juist het meest meelevende deel is meegegaan met de HHK. Dat heeft kerkelijk en geestelijk een duidelijke verzwakking van kerk en gemeente teweeg gebracht. De schets van de bovengenoemde situatie tekent iets van een eigenwillig omgaan met de belijdenis en ook met de heiligheid en de soevereiniteit Gods in de kerk. De kerk is nooit van ons, maar wel van de Heere. Wanneer dit vergeten wordt, krijgen we alle soorten van eigenwillige vernieuwingen. De kerk gaat dan op in organisatie en beleidsplannen en wordt iets maakbaars van de mens zelf. In de vorige eeuw hebben we gezien wat er van de middenorthodoxie van de vijftiger jaren is terecht gekomen. Eerst organisatie, en het eind van alles was er de grote leegloop van de kerk. Er bleef een verveeld en vervelend christendom over dat ook met vernieuwingen niet meer bij de kerk was te houden. Tenslotte daarom de grote afval van het Woord en Gods dienst. Die les zouden we als gemeenten binnen de hervormd-gereformeerde sector ons moeten aantrekken, wanneer zij op dezelfde wijze als toen, maar nu vijftig jaar later, de trend van de vroegere middenorthodoxie volgen. De kerk verwordt tot een maakbare organisatie, met eigenzinnige inkleuring en is niet meer een schepping van de Heilige Geest, maar een schepping van de eigenwillige godsdienst. Daarom wordt stijl niet meer belangrijk gevonden. Men komt, zoals men is. Je mag komen zoals je bent, maar vergeten wordt, dat we niet blijven mogen die we zijn. Dat zal ook in onze uitstraling openbaar komen. Wat vaak de wat intellectuele groep binnen de gemeente belangrijk vindt, moet ingevoerd worden, tot verdriet van veel eenvoudig gelovigen.

De belijdenis van de uitverkiezing is het hart van de kerk. Wie dat wegsnijdt, houdt een menselijk bedrijf over. Met het ontkennen van de uitverkiezing, is de eigenwillige godsdienst gegeven in de gemeente. Niet de Heere bepaalt de lijn, maar ik dan bepaal wat ik belangrijk vind in prediking, pastoraat catechese en liturgie. Niet wat God wil is bepalend, maar wat de mens of zelfs de vrome gelovige mens wil is bepalend.

Nu moeten we tegelijk oppassen, dat we wel direct doordringen tot de kern van het christelijk geloof binnen de gemeente. We moeten fundamenteel de vragen aan de orde stellen. De vraag die steeds aan de orde dient te komen, is: “Wat dunkt u van de Christus?” Ten diepste gaat het om de wezenlijke vraag in ons leven of Christus in ons leeft. Paulus beleed het toch: “Niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij”. Wanneer Christus de eerste plaats inneemt, dan komt er inderdaad ook een gunning en bewogenheid over elkaar. We denken dat alle pogingen om vernieuwingen in te voeren in de gemeente tegelijk een openbaring is van een andere nood en dat is de nood van de prediking. We dienen alle stukken van het geloof te preken: zonde en genade, verbond en verkiezing, rechtvaardiging en heiliging. Wanneer de dingen eenzijdig worden voorgesteld, gaat het geestelijke band verloren. Er is dan geen diepgang meer en een oppervlakkige band van eigenwillig gemeente-zijn. Bij elke verandering of vernieuwing die worden ingevoerd dient de vraag aan de orde te komen, of de eer Gods beoogd wordt en ook het heil van de hele gemeente. Tegelijk moeten we ons afvragen of de ingevoerde zaken naar de Schrift zijn. Star conservatisme en vernieuwingsdrang zijn beiden geen vrucht van geestelijk leven. Tegelijk zou het goed zijn om de inhoud van de prediking aan de orde te stellen. Dat is namelijk het fundament waarop de kerk gebouwd wordt. Vernieuwingsdrang gaat heel vaak gepaard met een verslapping van de prediking. We dienen daarop voortdurend alert te zijn.
 
Dit alles ter inleiding, om tot de beantwoording van de vragen te komen. Heel belangrijk is inderdaad dat we ook zelf fouten erkennen als de verhoudingen in het kerkelijke leven onderling verstoord zijn. Breng de nood van jezelf en ook van de kerk en ook alles wat je wordt aangedaan maar bij de Heere, maar belijd elkaar ook wat je verkeerd hebt gedaan. We houden toch altijd schuld over. Hij weet van alle moeilijkheden en zorgen af. De kerk, de gemeente is Zijn eigendom. In de kerk hebben we nodig geduld te hebben met elkaars zwakheden. Dat heeft Calvijn vooral geleerd in de plaats die we in de kerk moeten innemen. Wanneer de geschetste omgang met elkaar zich zo openbaart, zoals hierboven getekend, dan zou ik adviseren om eerst openingen te vinden in de kerkenraad zelf en vragen om deze zaak open te leggen naar elkaar toe en vooral voor Gods aangezicht.

Nu lijkt mij, dit lezende, dat de verhoudingen wel heel erg verstoord zijn. Het zou goed om dan maar te vragen om een beroep te doen op de visitatoren van de kerk. Zelf heb ik in het verleden gemerkt dat zij onpartijdig toch bepaalde dingen op een goede wijze kunnen bespreekbaar maken. De onderlinge verhoudingen lijken mij in dit geval te gestoord, om zo door te kunnen gaan.

Probeer verder je vriend te stimuleren, dat hij niet verbitterd wordt en zich geestelijk niet laat bezetten door de situatie in het kerkelijke leven. Anders verwordt een kerkelijke strijd al snel tot godsdienstig fanatisme. Probeer met elkaar te delen wat de kern is van het geestelijke leven. Deel vooral niet de negatieve gevoelens van wat je mist, maar ook vooral wat er nog wel in de kerk is. Bespreek bijvoorbeeld met elkaar eens een boek, waarin je heel duidelijk de lijnen ziet voor de kerk. Daarbij denk ik aan het boek van James Durham “Opdat de bediening niet gelasterd worde”, dat een paar jaar geleden is verschenen, n.a. v. de kerkscheuring opnieuw is verschenen. De volgorde zout en vervolgens licht te zijn in Mattheüs 5 door Jezus gegeven is veelzeggend. Het zout van het evangelie mag ontdekkend zijn naar binnen en naar buiten en zo kun je inderdaad ook een licht worden in de gemeente en ook naar buiten toe. Zout en licht bedoelen te zijn dat we ook transparant zijn naar de Heere toe en vooral ook naar elkaar toe, opdat het scheermes van de ontdekking van het evangelie bij ieders hart zal raken.

Ds. P. Molenaar, Dordrecht

Dit artikel is beantwoord door

Ds. P. Molenaar

  • Geboortedatum:
    22-05-1945
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Lunteren
  • Status:
    Actief
108 artikelen
Ds. P. Molenaar

Bijzonderheden:
Emeritus

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Verlangen naar seks

Ik heb een paar vragen over seksualiteit. Ik verlang heel erg naar seks, maar aangezien het nog wel een aantal jaren gaat duren voordat mijn vriend en ik kunnen trouwen, duurt het nog lang voordat wij...
Geen reacties
15-09-2016

Angst voor nieuwe situaties

Ik heb angst voor nieuwe situaties die ik zelf niet in de hand heb. Zo voel ik me verlammend zenuwachtig over het feit dat ik na de vakantie voor het eerst ga studeren aan de universiteit. Dit was ook...
Geen reacties
15-09-2016

Verkracht door beste vriend

Ik weet het even niet meer... Bijna twee jaar geleden ben ik verkracht door mijn beste vriend. Hij heeft kort daarna zelfmoord gepleegd. Met dit alles zit ik heel erg.  Het hele gebeuren heb ik aan mi...
6 reacties
15-09-2015
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering