Bekeringsweg onder woorden brengen
Ds. M. Baan | Geen reacties | 24-07-2008| 00:00
Vraag
Er wordt in gezelschapskringen vaak gevraagd: vertel je wegje maar eens. Een mens wordt dan geacht te vertellen hoe hij tot bekering gekomen is. Kan je niet goed onder woorden brengen waarom je geloven mag dat God een goed werk in je begonnen is, dan is het maar de vraag of je werkelijk een kind van God bent. Nu is het zo dat in de Bijbel gesproken wordt over “wat God gedaan heef aan mijn ziel”, maar is deze vraag wel zo bijbels? En zijn er ook wel ware kinderen van God, die niet in staat zijn om hun bekeringsweg onder woorden te brengen?
Antwoord
Die uitdrukking “wegje” kende ik nog niet. Ik hoorde en hoor altijd over de “weg”. Maar ik weet, dat in bevindelijke kringen verkleinwoorden een zekere voorliefde hebben, dus sta ik ook weer niet al te verbaasd. Maar alle gekheid op een stokje: de weg, de bekeringsweg. Hoe zit het daarmee? Moet je die tot in details kunnen vertellen? En als je geen duidelijke weg kunt vertellen, wat dan? Zit het dan fout met je? Wel, ik hoop dit allemaal met wat een voorbeeld duidelijk te kunnen maken.
Als ik per fiets van Amsterdam naar Rotterdam moet, dan ga ik niet via Groningen. In dat geval rij ik verkeerd. Dat zal dan ook niemand in zijn hoofd halen. Maar sinds wij mensen in het paradijs zijn gevallen hebben we die neiging om de verkeerde weg in geestelijk opzicht te nemen wèl! We waren als schepsel geroepen tot eer van God te leven, maar we hebben de weg gekozen, die precies de andere kant op gaat: we leven tot eer van onszelf. We leven dus verkeerd. Wat is er vervolgens nodig om weer in de goede richting te gaan leven? Bekering! Wederkeer tot de Heere. Een radicale omkering. Een afkering van de zelfgekozen weg. Om door de Weg, de Waarheid en het Leven Jezus Christus terug te keren bij God.
Nu kan die bekering zich -globaal gesproken- op twee manieren voltrekken. Er zijn "geleidelijke" bekeringen en "krachtdadige" bekeringen. Dat zijn omschrijvingen waar wel op af te dingen valt. Immers, elke echte bekering is een krachtdadige bekering! De kracht van God en Zijn genade komt er bij elke bekering aan te pas. Ik gebruik dan ook liever andere termen: er zijn "plotselinge" bekeringen en meer "geleidelijke". Wat is het verschil? Om dat duidelijk te maken neem ik weer die fietstocht van Amsterdam naar Rotterdam, die helaas verkeerd ging, als voorbeeld.
Bij de plotselinge bekering is er een vrouw op weg van Amsterdam naar Groningen, en in haar dwaasheid denkt ze toch op die manier in Rotterdam terecht te komen. Onbekommerd trapt ze de ene na de andere kilometer weg. Maar ergens halverwege de Afsluitdijk wordt ze er zich ineens van bewust, dat het helemaal de verkeerde kant met haar opgaat. Wat gebeurt er? Ze remt meteen! En 2 meter voor hectometerpaaltje 18,7 langs de rand van de weg over de Afsluitdijk staat ze stil. Ze kijkt op haar horloge en ze ziet: het is tien voor twee in de middag!! Ze stapt af, pakt haar fiets stevig beet, tilt die op en keert hem om. Tijdens die draai komt er een andere fietser langs, die rustig doorrijdt richting Groningen en ze ziet in een flits: die man heeft een brandende pijp in zijn mond en rijdt niet al te hard! Maar daar let ze op dat moment verder niet zo op, want al is het zonnig en warm weer, ze moet nog een heel eind trappen naar Rotterdam! De kortste weg wordt vervolgens genomen en via het centrum van Amsterdam rijdt deze vrouw in één ruk dwars door Hollands Midden naar Rotterdam!
Bij de geleidelijke bekering is er ook iemand op weg van Amsterdam naar Groningen. We nemen deze keer een man als voorbeeld. Halverwege de Afsluitdijk gaat het door hem heen: ben ik zo wel op de goede weg naar Rotterdam? Daarover begint hij te prakkiseren en nog eens te prakkiseren, maar onderwijl fietst hij -weliswaar wat langzamer nu- toch verder. Maar hoe dichter hij de kustlijn van Friesland nadert, hoe onzekerder en onrustiger hij wordt. Midden op het dorpsplein van het kleine dorpje Zürich stopt hij met zijn fiets en raadpleegt hij de kaart. Wat blijkt? Inderdaad! Als hij naar Rotterdam wil, dan moet hij vanaf hier niet de borden met Groningen aanhouden, maar de borden met Meppel en Zwolle! Rustig stapt hij weer op en op dat moment ziet hij een fietser langskomen met een dikke regenjas aan die een hoge hoed draagt. Gejaagd kart die hem voorbij richting Groningen. Dan gaat hij op weg naar Meppel. Als hij uren later in het centrum van Wolvega de kaart nog eens raadpleegt, komt deze man tot de ontdekking, dat het de voorkeur verdiend had om vanaf Heerenveen via de Flevopolder verder te rijden richting Zuid Holland. Wat nu te doen? Eerst weer terug naar Heerenveen of toch maar blijven doorgaan via Meppel naar Zwolle? Hij besluit door te gaan. In Zwolle echter staat hij voor een volgende keus: verder over Apeldoorn of over Amersfoort? Het wordt Apeldoorn. En vanaf Apeldoorn? Dan maar dwars over de Veluwe naar Utrecht? Of zou het beter zijn eerst naar Arnhem af te zakken? Het wordt Arnhem. Vandaar richting Ede en zo op Utrecht aan. En dan? Via Oudewater of via Bodegraven? En als je vervolgens in Bodegraven de weg naar Gouda bent ingeslagen? Dan verder via Moordrecht langs de Hollandsche IJssel? Of over Zevenhuizen en Bergschenhoek? Tenslotte kom onze fietser na veel twijfel, vragen, bochten en moeite in Rotterdam aan.
Twee mensen, een man en een vrouw, willen per fiets van Amsterdam naar Rotterdam. Helaas reden ze beiden de verkeerde kant op: ze namen de weg naar Groningen. Maar ze kwamen beiden tot de ontdekking van hun fout. En ze bekeerden zich allebei. Maar toch ging het bij beiden niet precies eender!
De verschillen in de afgelegde "weg" zijn duidelijk! Ook al kwamen beiden op de Adsluitdijk tot de ontdekking van hun dwaling, bij de één duurde het een stuk langer voor de zekerheid omtrent de eigen dwaling doorbrak dan bij de ander. De vrouw kon achteraf precies de plaats, de tijd en de omstandigheden aangeven waaronder ze tot omkering werd gebracht. Daar kon ze uitgebreid, ja zelfs smakelijk over vertellen. Het hectometerpaaltje 18,7 stond in haar geheugen gebeiteld. Bij de man lag dat een stuk gecompliceerder. Bij hem was de twijfel wel begonnen op de Afsluitdijk. Was hij toen ook bekeerd? Nee, eigenlijk niet, hè. Iets van een bekering was er pas op het dorpplein in Zürich opgetreden. Maar was dat wel een echte bekering geweest? In elk geval kon hij niet zeggen hoe laat hij in Zürich van richting was veranderd. Toen hij van koers veranderde, toen was het middag. Maar verder kon hij het niet vertellen. En waar en wanneer hij het verste van Rotterdam verwijderd was geweest en vervolgens weer dichterbij de grote havenstad was gekomen? Tja, die vrouw, die op de Afsluitdijk was omgekeerd kon dat precies vertellen: bij hectometerpaaltje 18,7 had ze boven op de rem gestaan! Maar waar híj het verste verwijderd was geweest? Dat moest ergens tussen Zürich en Heerenveen zijn geweest! En hij begint het eens na te rekenen aan de hand van een grote wegenkaart. Passer en liniaal komen er aan te pas. En tenslotte weet hij het. Zelfs héél precies! Dáár op dat punt moet het geweest zijn. Precies 12,4 kilometer boven Heerenveen. Op die lange weg -ja, dat herinnerde hij zich nog vaag- die lange weg langs die vaart met die hoge bomen. Daar was hij dus het verste van Rotterdam verwijderd geweest. Maar wat hij op 12,4 kilometer boven Heerenveen ervaren had? In ieder geval niets veel anders dan toen hij op diezelfde weg hectometerpaal 12,3 en 12,5 passeerde.
Het enige wat hij zich ervan herinnert is: het was een lange en eenzame weg en meestal was de wind tegen! Maar iets schokkends? Nee. En hoe laat het toen was? Weer een lange berekening: 16 uur 41 en 12 seconden moest het geweest zijn toen hij 12,4 kilometer boven Heerenveen was! Maar hij weet niet, dat er toen iets schokkends door hem heen was gegaan. En zo bleef onze fietser zitten tobben met de vraag waar en wanneer hij nou toch bekeerd was. Sterker nog: of hij wel echt bekeerd was. Of zijn bekering wel een echte bekering was geweest. Overal zocht hij naar kenmerken om er op die manier achter te komen of het met hem wel goed zat. Maar diep in zijn hart werd hij steeds banger dat hij zich aan het bedriegen was! Want op zekere dag wist iemand hem te vertellen wat een duidelijk kenmerk was van een echte bekering. Bij een èchte bekering was het mooi weer! Maar dat niet alleen. Nee, tijdens een echte bekering kwam er een fietser langs, die een brandende pijp in zijn mond had en niet al te hard reed!! En of hij dat ook had meegemaakt?! Nou nee, zoiets kon onze tobbende man zich niet herinneren. Ja, in Zürich op dat dorpsplein, daar was wel een fietser langs hem heen gekomen. Maar die had geen pijp in zijn mond! Die droeg een hoge hoed op zijn hoofd! Zou dat er wellicht een teken van zijn, dat hij niet ècht bekeerd was? En hij hoorde ook, dat als je een echte bekering meemaakte, dat je dan altijd weer over Amsterdam teruggeleid werd naar Rotterdam. Maar hij was na de Afsluitdijk nooit meer in Amsterdam geweest! Wel in Zwolle en ook in Arnhem en in Utrecht en in Gouda en noem al die plaatsen maar op. Nee, het zou wel niet kloppen met zijn bekering, anders kon je je weg immers vertellen.
Of dat erg is, als je geen duidelijke bekeringsweg kunt vertellen? De oude schrijvers Wilhelmus a Brakel en Smytegelt konden hun bekeringsweg ook niet vertellen!
Maar weet je wat het kenmerk is van de ware bekering? Dat je uit Amsterdam bent vertrokken. Op de weg naar Groningen tot jezelf bent gekomen. En dat je vervolgens door genade in Rotterdam bent aangekomen.
En wie in Rotterdam is aangekomen, die praat allereerst niet hectometerpaaltjes en over andere fietsers en pijpen en hoge hoeden en dat soort dingen. Nee, die weet van de Euromast en de Lijnbaan en de havens!! Die heb je dan met alle bijbehorende bewondering ontdekt. En dáár spreek je over!
Kortom: wie bekeerd is spreekt over de Heere Jezus Christus!!
Ds. M. Baan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Baan
- Geboortedatum:16-02-1946
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: