Sprankje geloof genoeg voor Heilig Avondmaal
Ds. C.J.P. van der Bas | Geen reacties | 08-07-2008| 00:00
Vraag
Aan ds. Van der Bas uit Woudenberg. Ik hoorde via internet uw preek van het HA in Bennekom. Ik hoorde uw nodiging “voor de grootste tobberd” en het sprankje geloof dat genoeg is om aan te gaan. Ik geloof dat de Heiland dat kleinste geloof wil sterken. Maar hoe weet ik nu dat ik mijzelf niet bedrieg en dat het niet een verstandsgeloof is? Dat het echt is en een waar geloof? Ik ben vaak zo bang dat ik niet echt gevoel hoe groot mijn zonden voor God zijn. Dat houdt mij zo vaak tegen. Er is wel een uitzien. Maar hoe weet ik nu dat dat sprankje geloof wel echt is? Kunt u me nog wat verder helpen? Ik zou dan zo graag aangaan om versterkt te worden. Maar als ik dan onze dominee hoor preken, en in zijn preek ligt zo het accent op het onwaardig eten en drinken, dan vrees ik...
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste lezer van dit bericht/steller van een vraag over het Heilig Avondmaal.
Het is heel moeilijk om een bericht te sturen aan iemand die je niet kent. Zeker wanneer het gaat over iets van zoveel gewicht als de gang naar het Heilig Avondmaal. Ik zou je willen aanbevelen om elke keer als het week van voorbereiding is, het formulier voor de bediening van het Heilig Avondmaal biddend te lezen. Daaraan ontleen ik zelf de vrijmoedigheid om te nodigen tot de Avondmaalstafel, zoals ik nodig.
Om een paar voorbeelden te noemen ter verduidelijking van wat ik bedoel: Onder de drie dingen die worden genoemd waarop een ieder zichzelf heeft te onderzoeken staat vermeld:
Ten eerste bedenke een iegelijk bij zichzélf zijn (eigen) zonden en vervloeking, opdat hij zichzelf mishage en zich voor God verootmoedige. In dit gedeelte wordt niet vermeld of je aan een bepaalde diepte moet raken in dat mishagen van je zelf of in dat jezelf voor God verootmoedigen. De vraag is niet die naar de diepte ervan, maar van de echtheid/oprechtheid ervan. Verder wordt vermeld: Ten andere onderzoeke een iegelijk zijn hart of hij ook deze gewisse belofte van God gelooft enz. Gewis betekent zéker. Dus: de belofte van God wordt hier zéker genoemd. Veel mensen lezen dit zinnetje echter met een ander accent. Ze lezen te haastig en denken dat vereist is, dat zij een gewis geloof, een verzekerd geloof hebben, willen zij ten Avondmaal mogen gaan. Dat wordt echter niet bedoeld. Dat blijkt later in het formulier, wanneer we lezen: Al is het dat wij nog vele gebreken en ellendigheid in ons bevinden, als namelijk, dat wij geen volkomen geloof hebben.
Gaat het over de geloofsvraag: wanneer het verstandsgeloof zou zijn of waar geloof. Dan zou ik in het algemeen willen zeggen: richt je op de Heidelbergse Catechismus. Kohlbrugge zei dat nog op zijn sterfbed: de eenvoudige Heidelberger, houdt daar aan vast.
Zondag 7: Wat is een waar geloof? Is het je nooit opgevallen dat een stellig weten of kennis het éérste van een waar geloof is? Weten en erkennen, dat al wat in Gods Woord waar is. De waarheid over God en de waarheid over jezelf. Ik maak bezwaar tegen een al te snel zeggen dat verstandskennis/verstandelijk beamen en erkennen eigenlijk niets is. Een natuurlijk mens verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn, 1 Korinthe 2. Wij mensen zoeken God niet. Romeinen 3. We zijn dood, geestelijk dood. Efeze 2. Wanneer er dan wél een erkennen is van de waarheid van Gods Woord over Gods recht en onze zonde. Van Gods wet en van ons overtreden. Wanneer we eerlijk leren erkennen dat we strafwaardig zijn.
God vraagt niet hoeveel gevoel we daarbij hebben. Dat zal bij de één heel anders zijn dan bij de ander. Hij vraagt ernaar of het menens is bij ons. En is het menens, dan wekt God de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart, dat ik vertrouw dat er niet alleen voor anderen maar zélfs voor mij vergeving van zonden enz. is (zondag 7). Eerst een voorzichtig, beschroomd vertrouwen. Wankel en onzeker. Zo gaat het meestal. En het is mijn stellige overtuiging dat als we geen volkomen geloof hebben (zie het avondmaalsformulier) en geen volkomen ijver om God te dienen, en die gebrekkigheid is ons een zaak van oprecht verdriet, omdat we er Gód mee te kort doen, dan zijn we geen waardige Avondmaalsgangers, dat is niemand ooit. Maar dan hóudt God ons er voor. Dan neemt God ons in genade aan. En nodigt ons.
Wat ik hierboven geschreven heb, is geschreven in de vaste overtuiging, dat God de HEERE Zelf er voor zorg draagt dat iemand ten Avondmaal komt. Een dominee kan iemand er niet aan ‘praten’ en ook niet er ‘afhouden’. Bereid je steeds biddend voor op de bediening van het Heilig Avondmaal, dan zal Hij je de weg wijzen die je gaan mag.
Ds. C. J. P. van der Bas, Woudenberg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J.P. van der Bas
- Geboortedatum:23-03-1960
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Woudenberg
- Status:Inactief