(...) Ik ben dan zo bang dat ik niet in waarheid boetvaardig ben, want ken ik da...
Ds. A.T. Vergunst | Geen reacties | 05-06-2008| 00:00
Vraag
Aan ds. Vergunst uit Nieuw-Zeeland. Luther zegt dat als je in waarheid boetvaardig bent, dat je dan je zonden steeds voor ogen hebt. Ik ben dan zo bang dat ik niet in waarheid boetvaardig ben, want ken ik dat zo diep als Luther? En zo komt er maar geen zekerheid. Zo blijft de angstige twijfel. Terwijl ik verlang naar de vrede die Luther beschrijft. De vreugde en de vrede in het geweten door het geloof in Hem. Maar hoe kom ik daar als ik altijd al jaren twijfel of ik wel in waarheid boetvaardig ben?
Antwoord
Beste vriend(in),
Het blijft altijd zo'n vraag, "ben ik wel diep genoeg vernederd of boetvaardig?" Ik vraag me altijd af, wanneer zou het dan wel genoeg zijn? Hoe 'meten' we genoeg? Hoe zou jij zelf dat bepalen wanneer genoeg, genoeg is?. Je voelt wel aan dat zo'n antwoord heel subjectief is. Het zal per persoon verschillen. Wat voor Luther nodig was, is misschien niet voor jou nodig! Laat ik proberen het met een voorbeeld duidelijk te maken.
Als een van mijn kinderen iets verkeerds gedaan heeft, moet ik hem of haar confronteren met hun daad. Het ene kind zal het langer dan een ander voorhouden dat ze niets verkeerds gedaan hebben. Zelfs als je het op een verkeerde daad betrapt, zal het ene kind veel meer druk nodig hebben om door de knieën te gaan dan de ander. ‘Jan’ hoef je maar scheef aan te kijken en hij gaat al door de knieën terwijl ‘Gerrit’ eerst soms een uur of meer in zijn kamer moet zitten. Uiteindelijk komen ze op de dezelfde plaats terecht (laten we het hopen althans) en belijden ze hun zonde en zoeken vergeving. En op dat punt wil ik graag dat beide kinderen komen. Gerrit doet er wat langer over en heeft een dikkere huid (tussen haakjes, ik heb geen kinderen die Jan en Gerrit heten) dan Jan, die al snel opgeeft.
Zo is het ook in het geestelijke. Je hebt hele stugge karakters; sterke willen die niet gauw zwichten of buigen; terwijl er ook veel zachtere karakters zijn. Als ik over Luthers’ karakter nadenk, komt hij mij wel voor als iemand met een enorm sterke wil en persoonlijkheid (dat had hij ook nodig voor de taak die God hem gaf!).
Luther heeft ook heel lang gevochten tegen het licht van het Evangelie dat door zijn leider Van Staupitz scheen en om hem toch van zijn "eigen heilige paard" af te krijgen moest de Heere hem wel verschrikken met een diepe zondekennis. Door deze weg werd de man ook uitnemend voorbereid om het Evangelie te bedienen aan zijn ‘soortgenoten’ in de Rooms Katholieke Kerk.
Het gevaar is altijd reëel dat wij ons aan zo'n markante en ook zelfs unieke weg spiegelen. Omdat het bij ons misschien wat minder hevig is en ook niet zo lang en intensief in het gevoel als het bij Luther was, is er de verleiding om het alles weg te cijferen als "niet genoeg of niet echt."
In plaats van je spiegelen aan individuele ervaringen, geef ik jou hetzelfde advies als mijn vader mij eertijds gaf. Hij schreef me eens om al de bekeringsgeschiedenissen in een grote doos te doen en boven op de zolder te zetten. Ik was wat verbaasd over dat advies en vroeg om nadere uitleg. "Jij maakt er een totaal verkeerd gebruik van. Alsof jij de bekering van die mensen wilt hebben die zo'n bijzondere bekering hebben gehad. De meeste (!!) van Gods’ kinderen kunnen nooit zo'n verhaal vertellen!"
Waar moet jij je dan wel aan spiegelen? De Heere Jezus' eigen woorden in Matt. 5:3-9 schetst de ziel waar de waarheid leeft en werkt. Of je naam nu Paulus, Samuel, Hannah, Maria (de moeder van Jezus), Maria Magdalena (waaruit zeven duivelen werden geworpen), Luther, John Bunynan, etc. is, al deze personen zullen zichzelf moeten herkennen in de zeven (compleet) onderscheiden zaligsprekingen. Of je nu net aan het begin van het geestelijke leven of aan het eind van een vijftigjarig geloofsleven mag staan, dan wordt in de zaligsprekingen het essentiële van elk gezaligd mens getekend. Ik stel voor dat je die woorden eens gaat doorzoeken. Gebruik Matthew Henry er voor voor, maar ongetwijfeld zijn er ook anderen die daar over geschreven hebben.
Jij zoekt je ‘zekerheid’ in jezelf (als ik maar genoeg boetvaardig ben). Dat is iets wat ik zeker erken. Maar het is puur Rooms! Die komen met hun ‘heiligheid’ aan voor de troon van de Heere Jezus. Wij hebben ook onze ‘heilige’. Hij wordt wel eens "Genoeg" genoemd met z'n voornaam en hij heeft verscheidene achternamen: Mr. Genoeg Boetvaardigheid; Dhr. Genoeg Heiligheid; Mevr. Genoeg Reinheid; Dhr. Genoeg Berouw; Mevr. Genoeg Oprechtheid... begrijp je het!?
Ten laatste, waartoe dient nu de ontdekking van onze zonde en zondigheid? Om ons te laten zien (1) om ons van onze zonden af te breken, (2) dat van onze kant het onmogelijk is om zalig te worden, en (3) om ons te overtuigen dat er een Ander aan te pas moet komen. Nooit zullen we “genoeg boetvaardigheid" ervaren; altijd zal er een tekort ervaren worden aan onze kant. Maar gelukkig ook! Anders zouden we nog wat worden met ons "genoeg". Het "genoeg" is in Christus en om die nu altijd meer en meer nodig te hebben zullen we hier altijd ervaren "niet genoeg" aan onze kant. Ik hoop dat zo zal blijven in jezelf maar ziet toch op Hem die "Genoeg" is!
Sterkte en Gods’ zegen toegewenst,
Ds. A. T. Vergunst, Carterton, Nieuw Zeeland
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.T. Vergunst
- Geboortedatum:22-09-1961
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Carterton (Nieuw-Zeeland)
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: