Ik lees bij de leer van de Gereformeerde Gemeente dat het verbond der genade sta...
drs. I. A. Kole | Geen reacties | 30-05-2008| 00:00
Vraag
Ik lees bij de leer van de Gereformeerde Gemeente dat het verbond der genade staat onder de beheersing van de uitverkiezing. Hoe wordt dit uitgewerkt in de prediking? Oftewel, kunt u dit concreet voor mij maken? Is het aanbod dan alleen voor de uitverkorenen, of aan hen die reeds merktekenen van de verkiezing in zich omdragen? Hoe moeten we dit bij Israël zien? Stond het verbond der genade dat God oprichtte met Israël ook onder de beheersing van de uitverkiezing? De GG schrijft: “God heeft zijn verbond der genade opgericht met Christus en de zijnen en niet zozeer met Abraham en zijn zaad. Dit zingen we wel in psalm 105 bij elke doopsbediening. Hoe kan dit dan gezegd worden? Ik vond dit op de site van de Gereformeerde Gemeente van Spijkenisse.
Antwoord
Het aanbod van genade komt tot iedereen onder de verkondiging van het Woord! (Volg)orde: God heeft het werkverbond met Adam opgericht; na de zondeval is er het genadeverbond waarvan Christus, de tweede Adam het hoofd is en waartoe alle gelovigen (de uitverkorenen) behoren. Het verbond wordt met Abraham vernieuwd met het teken van de besnijdenis (Genesis 17), en bij de Sinaï met de wetgeving, de Tien Geboden (Exodus 19/20). Bij dat verbond behoort iedereen die besneden is (meisje in de jongen begrepen). God is de Betrouwbare Die Zijn woorden waarmaakt, maar wat doen de bondelingen? Geloven ze in God of niet?
In het Nieuwe Testament komt i.p.v. de besnijdenis de heilige doop, en i.p.v. het Pascha het heilig Avondmaal (bloedig wordt onbloedig omdat Jezus gestorven is: Het is volbracht, doel is bereikt!). Door de doop behoren we bij het genadeverbond. Op ons voorhoofd wordt betekend en verzegeld dat we de dood verdiend hebben door de zonden, maar ook dat het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Die belofte moet toegepast worden aan ons hart, ik moet door de toepassing van de Heilige Geest geloven dat dat ook voor mij is. Anders blijven we uitwendig lid en zegt het ons niets. In Mattheüs 8:11-12 staat dat kinderen van het Koninkrijk buiten geworpen worden, als ze niet leven als kinderen van dat Rijk! De oproep tot bekering en geloof komt dat iedere hoorder van het Woord: Wend het tot Mij. Werp al je zorgen op Mij. Geef Mij je hart. Geen lust/zin in je dood, maar in je behoud. Laat je met God verzoenen. Heden zo je Mijn stem hoort, verhard je niet maar laat je leiden.
En als je dat geloof ontvangt dan komt dat niet door mijn inspanning, want ik heb alles verzondigd, maar het is een genadegeschenk van God. Dat betekent dat je uitverkoren bent. Mag jij dat ook weten? Lees Dordtse Leerregels hfd. 1 art 12. Heb je één of meer vruchten die daar genoemd worden in je leven? Er zijn er nog meer want er staat, enz. enz.
Je begrijpt uit het bovenstaande dat je pleiten mag op de beloften van het Evangelie, op de toepassing daarvan in je leven. Het aanbod van genade wordt onbevangen aangeboden, zonder voorwaarden vooraf, maar wat doe jij en ik met dit aanbod? Heb je behoefte aan verlossing omdat je door je zonden de Heere verdriet doet? Is er een verlangen naar herstel van de gemeenschap met de Heere? Je ziet je hebt nog werk genoeg: bid zonder ophouden! De Heere laat zich verbidden!
Een onvoorwaardelijke oproep tot bekering!
Drs. I. A. Kole
Dit artikel is beantwoord door
drs. I. A. Kole
- Geboortedatum:05-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Berkenwoude
- Status:Actief