De Heere wil dat wij ootmoedig zijn, buigen onder elkaar. Maar hoe zou het toch ...
Ds. J.J. van Holten | Geen reacties | 16-04-2008| 00:00
Vraag
De Heere wil dat wij ootmoedig zijn, buigen onder elkaar. Maar hoe zou het toch komen dat ambtsdragers vrijwel nooit gemaakte fouten toegeven? Wij vinden dat zo verdrietig. Buigen onder en voor elkaar maakt toch blij?
Antwoord
Ongetwijfeld komt je vraag voort uit een specifieke ervaring of meerdere ervaringen. Je zegt daar niets over dus kan ik daar ook niet op in gaan. Ik wil wel proberen in z’n algemeenheid iets op je vraag te zeggen.
Eigenlijk kan het antwoord heel kort zijn: Inderdaad is de ootmoed een christelijke deugd en een bijbelse opdracht. Toch denk ik dat er nog iets meer van te zeggen is vanuit de bijbelse waarheid en vanuit de kerkelijke praktijk. Je spreekt in je vraag over ambtsdragers. Ik denk dat er principieel geen onderscheid gemaakt kan en mag worden tussen hen die een specifiek ambt dragen in de kerk en alle andere leden. We staan immers allemaal in het ambt aller gelovigen en we hebben allemaal als mens te maken met dezelfde God. Ook al is het zo dat zij die een bijzonder ambt dragen in de gemeente een voorbeeldfunctie hebben.
Het tweede dat mij opvalt is de generaliserende toon waarop je vraag is gesteld. Ambtsdragers geven vrijwel nooit gemaakte fouten toe. Ik denk dat het niet juist is daarmee alle ambtsdragers of “het ambt” te diskwalificeren. Dat zal per persoon zeer verschillend zijn en ongetwijfeld zijn er ook niet-ambtsdragers die er grote moeite mee hebben fouten toe te geven. Die mensen zijn niet minder fout! (Jacobus 5 vs. 16).
Trouwens het toegeven van gemaakte fouten, verkeerde inschattingen, dingen die vergeten worden, vergissingen of andere dingen doet geen afbreuk aan het ambt maar houdt de verhoudingen zuiver. In die zin ben ik het met je eens dat buigen voor elkaar blijdschap geeft. Dat het openlijk en ruiterlijk toegeven van fouten behoort te gebeuren is een algemeen geldende waarheid. Daarom hebben we ons allen, ambtsdrager of niet-ambtsdrager op te onderzoeken. (ik heb het dan over persoonlijke fouten) en elkaar daar ook persoonlijk op aan te spreken en niet alleen te spreken over...!
Ik vraag, vanuit 25 jaar kerkelijke ervaring als ambtsdrager, wel aandacht voor het volgende: Ambtsdragers functioneren in een raad (kerkenraad). In de gereformeerde gezindte is het zo dat ambtsdragers worden gekozen uit de gemeente. Zij krijgen daarmee meer informatie en dieper inzicht in vele dingen dan ‘gewone’ gemeenteleden. We belijden dat de ambtsdragers door de gemeente gekozen en mitsdien door God zelf aan de gemeente zijn gegeven. In hun bevestiging wordt beleden dat zij vol zijn van Gods Geest. In die zin geldt ons het vermaan van de apostel Paulus uit 1 Timótheüs 5:19 Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen. Belangrijk is ook te zien dat beslissingen altijd worden genomen door de kerkenraad als geheel.
In vele gevallen waarmee ambtsdragers te maken krijgen is het onmogelijk een beslissing te nemen waar iedereen mee tevreden is. Vraag is altijd maar weer als een kerkenraad een bepaald besluit neemt of je je daar als gemeentelid ook bij neer wilt leggen? Ook al is die beslissing in jou ogen nog zo fout.
Als laatste zou ik er nog voor willen waarschuwen de verkeerde dingen van ambtsdragers niet uit te vergroten. Laten we naar het vermaan van de Heidelberger Catechismus geduld hebben met de zwakheden van allen die over ons gesteld zijn (HC, zondag 39 vr./antw. 104).
Ik hoop dat je wat met deze opmerkingen kunt.
Vriendelijke groet,
Ds. J .J. van Holten, Bergambacht
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief