Troep inspuiten
Ds. H.H. Klomp | Geen reacties | 18-03-2008| 00:00
Vraag
Baby's vaccineren, ja of nee? Ik weet het gewoon niet. Enerzijds wil ik het wel, ook i.v.m. mijn werk. Ik om met allerlei mensen in aanraking waarvan ik een ziekte over kan brengen op onze baby. En als onze baby ziek zou zijn, ik weer op patiënten. Met vrienden hebben we 't er ook over gehad. Iemand zei: ik vind vaccineren eigenlijk hetzelfde als verzekeren. Tja, hoe je dat moet zien weet ik ook niet. Wat mij zelf geen goed gevoel geeft is dat je zo'n troep inspuit met dode ziekteverwekkers in zo'n babytje om hem er vervolgens immuun voor te maken. Hoe kijkt u er tegenaan? Een kwart van ons dorp is niet gevaccineerd, dat is dus best veel en daarom krijgen we hier ook epidemieën, zoals nu de bof, en dat geeft mij ook weer geen goed gevoel. Kijk, waarom zouden juist de "refokinderen" (én nu ook volwassenen!!) kinderziektes moeten krijgen? Geloof ook niet dat dát de bedoeling is... Tevens zijn wij ook een risicogroep voor andere mensen doordat wij niet gevaccineerd zouden zijn, kunnen we dus anderen ook weer ziek maken én de oudere generatie onder ons die ook niet gevaccineerd zijn (ik bedoel daar de "niet-refo's" mee).
Antwoord
Beste vragensteller,
Dat is al een oude kwestie. Die ligt teer en is niet gemakkelijk te beantwoorden. Kernpunt is m.i.: kun je als je echt gelooft in Gods voorzienigheid aan inenten doen? Of andersom: iemand die voor inenten kiest, ontkent die daarmee per definitie de Godsregering die over alles gaat? Ik heb respect voor mensen die uit principieel geloof niet inenten. Maar die moeten het `niet-inenten` niet gebruiken als een soort verzekering van eigen gelijk: wij zijn beste christenen, want wij vertrouwen op Gods voorzienigheid.
Onder Gods voorzienigheid zijn de entstoffen ontdekt. We mogen ze ook onder Gods voorzienigheid gebruiken. Iemand die zich laat inenten en denkt: nu kan me niets meer gebeuren, zondigt. Want gezondheid en ziekte komt ons toe uit Gods vaderlijke voorzienigheid. Ook als ik ingeënt ben. Er is dan zelfs nog een kans dat ik die ziekte krijg en er zelfs aan sterf. Als we een jas aantrekken als het buiten koud is (dat is; onze eigen verantwoordelijkheid om met de kostbare schat van onze gezondheid om te gaan) tarten we ook niet Gods voorzienigheid. Ik kan alsnog verkouden en ziek worden. Als kanker wordt vastgesteld en chemotherapieën toegediend, spuit men een giftige stof in (en worden gezonde delen in het lichaam ook aangetast) om de kanker te bestrijden. Deze weg mag een gelovige biddend gaan. (Soms kiest een kind van God na biddend overleg ook nìet voor chemotherapie!)
Bij bestaande geneesmiddelen in een dichtbevolkt land en zeker in een hulpverlenend beroep, kan niet-inenten ook aanliggen tegen het tarten van Gods voorzienige zorg. Ziedaar, een poging tot antwoord.
Groet, ds. H. H. Klomp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H.H. Klomp
- Geboortedatum:05-04-1949
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Met emeritaat sinds januari 2017.
Bekijk ook: