Op zijn vijftiende kreeg hij een diep besef van dood en eeuwigheid. Pas veel lat...
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 01-03-2008| 00:00
Vraag
Op zijn vijftiende kreeg hij een diep besef van dood en eeuwigheid. Pas veel later werd de Middelaar aan hem geopenbaard. Het doortrekkende leven wordt zo vaak gemist..” Dit las ik eens in een bekeringsgeschiedenis. Wat betekenen deze uitspraken precies?
Antwoord
Het doet me goed te merken dat ook jonge mensen bekeringsgeschiedenissen lezen. Ik wil dit graag van harte aanbeleven. Daar lezen we hoe de Heere, als een Heere van grote wonderen, in zichzelf zondige en verloren mensenkinderen grijpt en van de brede weg op de smalle weg brengt die er is in de Heere Jezus Christus. Bekeringsgeschiedenissen willen brengen tot zelfonderzoek, en een aansporing zijn om de Heere te zoeken, Die Zich door onwaardige zondaren wil laten vinden. En of we nu jong of oud zijn, we hebben hetzelfde nodig. Bekeringsgeschiedenissen willen heilig jaloers maken op de Heere en op de weg Die Hij met de Zijnen gaat. Mij treft altijd de toon van de verwondering en de warme toon van de gunning, alsof men zegt: wat voor mij kan, kan voor jou ook.
De eerste opmerking gaat over iemand die op zijn vijftiende een diep besef kreeg van dood en eeuwigheid, bijvoorbeeld omdat iemand in de naaste omgeving stierf. Deze persoon besefte dat hij eens moest sterven, maar niet kan sterven als zijn zonden niet, langs de weg van wedergeboorte en bekering zijn vergeven. Hij of zij zou dan eeuwig verloren gaan en dit verdiend. Zo iemand wordt ook bepaald bij de oorzaak van het sterven, en dan zijn de zonden. De dood is het loon op de zonde. En het is de mens gezet om eenmaal te sterven, en daarna het oordeel. Deze wetenschap maakt onrustig (jou ook?) als een werk van de Heilige Geest, die aan zonden en schulden ontdekte, deze laat zien.. En in deze wetenschap wordt ook een hartelijke droefheid over de zonden geboren. Je kunt het met pijn vergelijken. Als je echt pijn hebt, dan heb je geen rust voordat deze genezen is. Hetzelfde kom je tegen in psalm 116: “Ik lag gekneld in banden van de dood waar de angst der hel mij alle troost deed missen. Ik was benauwd omringd door droefenissen, maar ik riep de Heere dus aan in al mijn nood.”
De volgende opmerking die je las was: pas veel later werd de Middelaar aan hem geopenbaard. Dat is hert werk van de Heilige Geest. Die deed een zondig mens met zijn verbroken hart op Gods tijd geloven dat de Heere Jezus als Middelaar voor zijn of haar schuld bij de Heere had betaald. Zo mocht hij weten dat de Heere om het bloed van de Heere Jezus, de zonden had vergeven, omdat de liefde tot de Heere Jezus in het hart kwam. Dat geeft een blijdschap in de benauwdheid. Die mag het ook weten: ik ben verlost, de Heere heeft mij welgedaan. Die zo het reinigend bloed van de Heere Jezus in het hart kregen zijn gered. En dat geeft een intense vreugde over zaken waar eigenlijk geen woorden voor zijn.
De derde opmerking was: het doortrekkend leven wordt zo vaak gemist. Inderdaad, er zijn meer mensen die verdriet over hun zonden hebben, dan die mogen weten dat ze vergeven zijn. Alles heeft te maken met de mate van het geloof. Daar zijn eerst beginnenden in de genade en gevorderden. Net zoals er -om een beeld te gebruiken- baby’s en grote mensen zijn. Een groot mens weet meer dat hij een mens is, dan een baby. Maar een baby is ook een mens. Ook van de kleinen in de genade zegt de Heere Jezus: Zie toe dat gij niet één van deze kleinen ergert, die in Mijn naam geloven (b.v. Matthéüs 18:6).
Mag jij bovengenoemde zaken kennen. De Heere geve het.
Hartelijk dank voor je vragen. Lees maar veel bekeringsgeschiedenissen en leg er de Bijbel naast om te zien hoe Gods Woord waar wordt in het hart van hen die Hem mogen vrezen.
De Heere zegene je!
Ds. J. van Rossem
De eerste opmerking gaat over iemand die op zijn vijftiende een diep besef kreeg van dood en eeuwigheid, bijvoorbeeld omdat iemand in de naaste omgeving stierf. Deze persoon besefte dat hij eens moest sterven, maar niet kan sterven als zijn zonden niet, langs de weg van wedergeboorte en bekering zijn vergeven. Hij of zij zou dan eeuwig verloren gaan en dit verdiend. Zo iemand wordt ook bepaald bij de oorzaak van het sterven, en dan zijn de zonden. De dood is het loon op de zonde. En het is de mens gezet om eenmaal te sterven, en daarna het oordeel. Deze wetenschap maakt onrustig (jou ook?) als een werk van de Heilige Geest, die aan zonden en schulden ontdekte, deze laat zien.. En in deze wetenschap wordt ook een hartelijke droefheid over de zonden geboren. Je kunt het met pijn vergelijken. Als je echt pijn hebt, dan heb je geen rust voordat deze genezen is. Hetzelfde kom je tegen in psalm 116: “Ik lag gekneld in banden van de dood waar de angst der hel mij alle troost deed missen. Ik was benauwd omringd door droefenissen, maar ik riep de Heere dus aan in al mijn nood.”
De volgende opmerking die je las was: pas veel later werd de Middelaar aan hem geopenbaard. Dat is hert werk van de Heilige Geest. Die deed een zondig mens met zijn verbroken hart op Gods tijd geloven dat de Heere Jezus als Middelaar voor zijn of haar schuld bij de Heere had betaald. Zo mocht hij weten dat de Heere om het bloed van de Heere Jezus, de zonden had vergeven, omdat de liefde tot de Heere Jezus in het hart kwam. Dat geeft een blijdschap in de benauwdheid. Die mag het ook weten: ik ben verlost, de Heere heeft mij welgedaan. Die zo het reinigend bloed van de Heere Jezus in het hart kregen zijn gered. En dat geeft een intense vreugde over zaken waar eigenlijk geen woorden voor zijn.
De derde opmerking was: het doortrekkend leven wordt zo vaak gemist. Inderdaad, er zijn meer mensen die verdriet over hun zonden hebben, dan die mogen weten dat ze vergeven zijn. Alles heeft te maken met de mate van het geloof. Daar zijn eerst beginnenden in de genade en gevorderden. Net zoals er -om een beeld te gebruiken- baby’s en grote mensen zijn. Een groot mens weet meer dat hij een mens is, dan een baby. Maar een baby is ook een mens. Ook van de kleinen in de genade zegt de Heere Jezus: Zie toe dat gij niet één van deze kleinen ergert, die in Mijn naam geloven (b.v. Matthéüs 18:6).
Mag jij bovengenoemde zaken kennen. De Heere geve het.
Hartelijk dank voor je vragen. Lees maar veel bekeringsgeschiedenissen en leg er de Bijbel naast om te zien hoe Gods Woord waar wordt in het hart van hen die Hem mogen vrezen.
De Heere zegene je!
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief
121 artikelen
Bijzonderheden:
Ds. van Rossem is op 7 maart 2013 overleden.Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties