God liefhebben en bang voor de wederkomst
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 29-01-2008| 00:00
Vraag
Geachte ds. Pronk. Soms als ik psalmen aan het zingen ben, dan denk ik bij mezelf dat ik wel voor eeuwig wil zingen voor Gods troon. Ik verlang er dan naar, als ik dat zo mag noemen. Ik houd van de psalmen, kan mezelf erin vinden. Toch ben ik soms bang dat ik alleen maar opga in de psalmen, zoals anderen in andere muziek. Ik ben bang dat ik mezelf bedrieg voor de eeuwigheid. En ik heb God zo lief.
Als ik naar mezelf en de wereld kijk en ik zie al de zonden tegen God dan word ik zo verdrietig. Het doet me pijn als ik zie en merk hoe er tegen God gezondigd wordt. In de hemel hoeft dat niet meer. Mag ik wel zo zingen en verlangen naar Hem? Ik kan niet met zekerheid zeggen of Jezus een plaats voor mij bereid heeft (ik zou graag die zekerheid wil hebben). Toch verlang ik soms naar de wederkomst van Jezus. Dan houdt het zondigen op en krijgt Hij alle eer. En toch denk ik er soms ook met vrees aan. Hoe kan ik dat rijmen? Kan iemand God lief hebben en toch bang zijn voor de wederkomst? Of is de liefde dan niet echt?
Antwoord
God heeft ons Zijn woord gegeven, onze Bijbel. In dat woord ook de psalmen. Wanneer je in de evangeliën over het lijden van de Heere Jezus leest, valt het op hoe Hij leefde uit de psalmen. Niet alleen in zijn direct lijden aan het einde van zijn leven, maar gedurende heel zijn leven. Trouwens, de psalmen getuigen van de Heere Jezus. Je komt Hem in de psalmen tegen. Dat kan ook niet anders, want Gods woord is openbaring Gods in Christus.
Iemand zei eens dat de psalmen voor hem waren als een geestelijke apotheek. Hij bedoelde daarmee dat je onder alle mogelijke omstandigheden van het leven in de psalmen terecht kunt en daarin onderwijs, troost of versterking kunt vinden. Wanneer je de hete adem van vijandige mensen om je heen ervaart, of ernstig ziek bent of de dood je op de hielen zit, je dankbaar en blij bent vanwege vreugdevolle dingen in je leven, als de zonden je benauwen en je hevig over jezelf teleurgesteld bent en ga zo maar door, in de psalmen vind je het allemaal terug. Ze zetten je midden in het leven van elke dag. Met de psalmen kun je God loven en prijzen, uitzingen dat je Hem lief hebt, klagen over jezelf of dat de Heere zo ver weg is, wenen over je zonden, verlangen naar de dag des HEEREN. We hebben in het psalmenboek een grote schat. Ik zou dat boek niet graag willen missen of inruilen voor welk liederenboek ook. Laten we de psalmen maar zingen. Ja, ik kan mij voorstellen dat je hart warm wordt en er een verlangen opborrelt om eeuwig bij de Heere te zijn. “Ik zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen.”
“Men zag welhaast een grote schaar, met klanken van de blijdste maar, vervullen berg en velden.” Dan denk je: Zou ik daar ook eenmaal staan? Al heb ik de achterste plaats, ik zal meezingen tot eer van het Lam!
“God heb ik lief.” Psalm 116 is zo’n psalm die we veel en graag zingen. In de kerk of thuis. En dan doet je hart pijn. Ja, dat zing je nu wel, maar kijk eens om je heen naar de wereld. Die zondigt maar wat af. Wat een ellendige, gebroken wereld toch. Ach, doe de hand maar op je mond en kijk in je eigen leven, denk je dan weer. Wat een zonden kom je helaas daar nog tegen. Wat zal het zijn als de Heere Jezus terug komt. Op de nieuwe aarde is geen ziekenhuis meer en geen begraafplaats. Daar zal niemand zeggen: Ik ben ziek. Maar ook geen zonden(n) meer. Net als jij kan ik daar zo naar verlangen. Ik heb weinig moed om naar de slechte wereld of andere mensen te kijken. Ik heb genoeg aan mijzelf. Dan klaag ik met Paulus: Ik ellendig mens wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Op de nieuwe aarde geen zonden en zondaren meer! Onvoorstelbaar. Je hart schreeuwt dan: Kom, Heere Jezus, ja kom haastig.
Een mooie plaats om te zingen is de eenzaamheid, bijvoorbeeld alleen in de keuken of op je kamer of in de auto of op de fiets of ergens in het vrije veld. Wie heeft lust de Heere te vrezen, het allerhoogst en eeuwig goed. Nare gedachte wijken, de twijfel verdwijnt, geen verkeerde gedachten komen op. Het is alsof je dicht bij de Heere bent. En even later? Je hart krimpt ineen vanwege de worgende greep van twijfel, klein geloof of zelfs ongeloof. Wat verbeeld jij je wel. Is jouw geloof wel echt? Denk je dat dit voor jou geldt, zo’n onwaardige. Ach jij zingt nu wel, maar je gaat slechts in de muziek op zoals de wereld in de hare. Het kan zover gaan dat je volkomen twijfelt aan de liefde van Christus. Stel je voor dat je je bedriegt. Daar ga je weer en je rust is vervlogen.
Toch denk ik dat elke gelovig kind van God in zijn of haar geestelijk leven met die strijd en vragen te maken heeft of krijgt. De één wat meer dan de ander. Ik haast mij te zeggen dat twijfel en ongeloof zonden zijn. Mogen we beslist niet koesteren. Maar mijn ervaring is dat door al die vragen en stormen heen ik meer en meer bij de enige bron en vaste rots van mijn zaligheid kom en gebracht wordt: mijn Heere Jezus. In Hem ligt alles vast. Of anders gezegd in de eeuwige liefde Gods geopenbaard in de Heere Jezus. Door de stormen wortelt de boom des geloofs in de vaste bodem van Gods beloften. De zaligheid ligt buiten mij in de ander, De Ander.
Ik ben bang dat ik mij bedrieg voor de eeuwigheid. Ik kan niet met zekerheid zeggen of Jezus een plaats voor mij bereid heeft. Ik zou graag die zekerheid willen hebben. Kan iemand God lief hebben en toch bang zijn voor de wederkomst? Nu ja, dat is dan ook heel wat, ik ben op weg naar de eeuwigheid, en straks sta ik voor zijn rechterstoel. In mijn hart klinken vaak de regels uit Psalm 130: “Zo Gij in ‘t recht wil treden, o Heere en gadeslaan. Onze ongerechtigheden, ach, wie zal dan bestaan?” Ik niet. Let ik op mij zelf en roer ik in mijn hart en leven dan vrees ik. En toch. Ik ben verzekerd dat niets mij kan scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Heere. Hij heeft mij lief met een eeuwige liefde. Christus is het Lam Gods dat de zonden der wereld, ook de mijne, wegneemt. Alles aan Hem is gans begeerlijk. Zovele beloften Gods als er zijn die zijn ja en amen in Christus Jezus.
Wanneer ik temidden van alle vragen weer mag zien op de Heere Jezus, op Hem die is de weg en de waarheid en het leven, wijken alle vragen en mag ik in Hem rusten. Het ligt in niet in mij vast. De zekerheid ligt ook niet in mij. Gelukkig niet. Maar in de Heere zelf. En in de vastheid en betrouwbaarheid van zijn beloften. Vertrouwende ditzelve dat Hij die in u een goed werk begonnen heeft dat voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus. Christus sprak: In het huis mijns Vaders zijn vele woningen, anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid hebben, zo kom ik weder en zal u tot Mij nemen opdat gij ook zijn moogt waar Ik ben.
Geloof je dat? De zekerheid is eigen aan het geloof. Ook aan het allerkleinste geloof. Het geloof neemt de toevlucht tot de Heere en is tegelijk zeker omdat het vast ligt inde Heere zelf. Zoek toch meer en meer de Heere Jezus te kennen. Wie in Mij gelooft, heeft het leven! Dan zing ik: “Bezwijkt dan ooit in bitt’re smart, Of bange nood mijn vlees en hart, Zo zult gij zijn voor mijn gemoed, Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.”
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl