(...) Vroeger kon ik nog blijven vertrouwen op het woord van God, dacht ik zo va...
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 04-01-2008| 00:00
Vraag
Sommige mensen zeggen dat als je wedergeboren bent, je steeds minder gaat zondigen. De oude natuur wordt steeds meer gedood en de nieuwe gaat steeds meer leven. En dat kinderen van God in zonden kunnen vallen, maar deze niet blijven doen, zoals bij David. Het lijkt me best wel bijbels. In de brieven van Johannes staat ook dat die wedergeboren is, niet zondigt. Maar bij mij is het zo dat ik maar door blijf zondigen, daar word ik toch zo moe van. Af en toe spreekt God tot mij van vergeving, dan is het weer zo goed en zalig. Maar daarna... Vroeger kon ik nog blijven vertrouwen op het woord van God, dacht ik zo vaak goed van God, had liefde tot God. Nu is dat allemaal minder. Ik ben bang dat ik nu als een hond teruggekeerd ben naar mijn eigen braaksel. Ik blijf maar zondigen, alleen maar meer. Kan het zondigen gepaard gaan met genade?
Geeft u straatarme Egyptische christenen een onvergetelijke Kerst?
In Egypte is het steeds lastiger om rond te komen. Voedselprijzen rijzen de pan uit. U kunt het verschil maken door een voedselpakket voor een christelijke Egyptische familie te doneren. Heel praktisch willen we hiermee handen en voeten geven aan de opdracht van God om de armen te voeden.
Antwoord
De Wedergeboorte is een groot en Goddelijk werk van vernieuwing in je hart. We moeten hier goed onderscheiden wat er gebeurt. Christus komt door het geloof in je hart wonen zodat het niet meer is “ik”, maar Christus leeft in mij. Hij is je Verlosser geworden, maar ook je Koning. Je Heiland aan wie je je gelovig toevertrouwt, maar ook je Heere, die je gehoorzaam volgt. Hij bepaalt voortaan de route. Hij houdt het stuur van je leven in zijn handen en heeft het van jou overgenomen.
Maar let op: het is niet zo dat de oude natuur steeds meer gedood wordt en de nieuwe natuur steeds meer gaat leven. Als we nauwkeurig de Bijbel willen naspreken moeten wij het volgende zeggen: voor mijn bekering wás ik de oude mens en hád ik de oude natuur = zondige vlees. Na mijn bekering bén ik de nieuwe mens (in Christus) en héb ik nog steeds mijn oude natuur. De zondaar = de oude mens die door de zonde beheerst werd, die in de macht van de zonde was, bestaat niet meer. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in de gelovige!. De zonde is niet meer de baas over mij, maar Christus. Die oude mens moet niet gedood worden, maar Ãs met Christus gekruisigd en gestorven, Romeinen 6:6. Die leeft niet meer. Dat is er gebeurd op Golgotha: Jezus stierf voor de zonde en ‘’ik’’ stierf met Hem.
Nu gaat het er praktisch om dat we ons ook voor de zonde dood houden en voor God levend, Romeinen 6:11. En me die praktijk hebben we nogal eens moeite. Er zijn nog resten van de oude natuur (= het zondige vlees) over en die spelen soms weer op. Hoewel ze geen recht meer op mijn leven hebben, want Christus is mijn Heere geworden. In principe hoeft je niet meer te zondigen, maar de praktijk is helaas dat dat nog wel gebeurt. Zie 1 Johannes 1:8 als wij zeggen dat we geen zonde hebben misleiden we onszelf. Maar zie ook 1 Johannes 2:1: Dit zeg ik opdat gij niet zondigt, maar als gij helaas zondigt, wij hebben Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus.
-Bedenk dat zonde altijd God onteert en de Vader bedroeft. Als je Zijn kind door genade bent geworden zal je altijd met pijn in je hart en met een kwaad geweten zondigen. Je weet wie God is, een verzoend God en Vader, en je weet daarom tegen Wie je zondigt, ongehoorzaam bent, rebelleert, dwarsligt. Het HA formulier spreekt zo treffend van zonde die nog tegen onze wil in ons overgebleven zijn en die ons van harte leed zijn. Wij begeren daartegen te strijden.
-Kan het zondigen gepaard gaan met genade? Nee zeg ik daar in principe op! Stel je voor dat ik ja zou zeggen! Zouden wij dan maar zondigen opdat de genade des te meer zou worden? Geenszins!, Romeinen 6:6.
-Het is goed te onderscheiden tussen in de zonde vállen (uit zwakheid in zonde vallen, zegt het Doopformulier, twijfel niet aan Gods genade en blijf er ook niet in de zonde liggen!) en in de zonde léven. Het verschil tussen een schaap en een varken is dit: zet ze allebei bij een modderpoel: een schaap heeft er een afkeer van en een varken voelt zich in zijn element en zou er zo in willen springen. Nu kan een schaap er helaas in vallen, maar voelt zich niet in zijn element(!), wil er zo spoedig mogelijk uit. Het is een rein dier. Een varken kun je aan de buitenkant helemaal schoonspuiten, maar zodat hij de modderpoel ziet, springt hij er weer heerlijk in. Het is een onrein dier. Zijn natuur is anders.
Tenslotte: een praktisch advies: kun jij je zonden ook heel concreet benoemen, met naam en toenaam, waar het misgaat en met wat het dan misgaat? Er is een weg terug, ga met die zonden die jij doet naar God en belijdt ze aan Hem, biecht ze eerlijk een voor een op, met naam en toenaam, en kom ermee bij het kruis, veroordeel ze daar, zie hoe Christus heeft moeten lijden en bloeden voor jouw walgelijke verdorven acties en overtredingen. Houd dat hele vieze vuile zondepak met je handen dicht bij de kruispaal en zie hoe het bloed uit Jezus hart langs de paal druppelt op jouw zondepak en het zo bedekt. Bedenk dat die zonde van jou waar je telkens weer in valt, Zijn lijden heeft verergerd, verzwaard en vergroot. En vraag om de kracht van Gods Geest om heel dicht bij je Zaligmaker te blijven, hoe dichter bij Hem hoe gelukkig je bent en hoe verder van de zondige modderpoel vandaan en des te minder kans erin te vallen!
1 Johannes 1:9 zegt: Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Ds. M. M. van Campen, Rotterdam-Zuid
Maar let op: het is niet zo dat de oude natuur steeds meer gedood wordt en de nieuwe natuur steeds meer gaat leven. Als we nauwkeurig de Bijbel willen naspreken moeten wij het volgende zeggen: voor mijn bekering wás ik de oude mens en hád ik de oude natuur = zondige vlees. Na mijn bekering bén ik de nieuwe mens (in Christus) en héb ik nog steeds mijn oude natuur. De zondaar = de oude mens die door de zonde beheerst werd, die in de macht van de zonde was, bestaat niet meer. Ik leef niet meer, maar Christus leeft in de gelovige!. De zonde is niet meer de baas over mij, maar Christus. Die oude mens moet niet gedood worden, maar Ãs met Christus gekruisigd en gestorven, Romeinen 6:6. Die leeft niet meer. Dat is er gebeurd op Golgotha: Jezus stierf voor de zonde en ‘’ik’’ stierf met Hem.
Nu gaat het er praktisch om dat we ons ook voor de zonde dood houden en voor God levend, Romeinen 6:11. En me die praktijk hebben we nogal eens moeite. Er zijn nog resten van de oude natuur (= het zondige vlees) over en die spelen soms weer op. Hoewel ze geen recht meer op mijn leven hebben, want Christus is mijn Heere geworden. In principe hoeft je niet meer te zondigen, maar de praktijk is helaas dat dat nog wel gebeurt. Zie 1 Johannes 1:8 als wij zeggen dat we geen zonde hebben misleiden we onszelf. Maar zie ook 1 Johannes 2:1: Dit zeg ik opdat gij niet zondigt, maar als gij helaas zondigt, wij hebben Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus.
-Bedenk dat zonde altijd God onteert en de Vader bedroeft. Als je Zijn kind door genade bent geworden zal je altijd met pijn in je hart en met een kwaad geweten zondigen. Je weet wie God is, een verzoend God en Vader, en je weet daarom tegen Wie je zondigt, ongehoorzaam bent, rebelleert, dwarsligt. Het HA formulier spreekt zo treffend van zonde die nog tegen onze wil in ons overgebleven zijn en die ons van harte leed zijn. Wij begeren daartegen te strijden.
-Kan het zondigen gepaard gaan met genade? Nee zeg ik daar in principe op! Stel je voor dat ik ja zou zeggen! Zouden wij dan maar zondigen opdat de genade des te meer zou worden? Geenszins!, Romeinen 6:6.
-Het is goed te onderscheiden tussen in de zonde vállen (uit zwakheid in zonde vallen, zegt het Doopformulier, twijfel niet aan Gods genade en blijf er ook niet in de zonde liggen!) en in de zonde léven. Het verschil tussen een schaap en een varken is dit: zet ze allebei bij een modderpoel: een schaap heeft er een afkeer van en een varken voelt zich in zijn element en zou er zo in willen springen. Nu kan een schaap er helaas in vallen, maar voelt zich niet in zijn element(!), wil er zo spoedig mogelijk uit. Het is een rein dier. Een varken kun je aan de buitenkant helemaal schoonspuiten, maar zodat hij de modderpoel ziet, springt hij er weer heerlijk in. Het is een onrein dier. Zijn natuur is anders.
Tenslotte: een praktisch advies: kun jij je zonden ook heel concreet benoemen, met naam en toenaam, waar het misgaat en met wat het dan misgaat? Er is een weg terug, ga met die zonden die jij doet naar God en belijdt ze aan Hem, biecht ze eerlijk een voor een op, met naam en toenaam, en kom ermee bij het kruis, veroordeel ze daar, zie hoe Christus heeft moeten lijden en bloeden voor jouw walgelijke verdorven acties en overtredingen. Houd dat hele vieze vuile zondepak met je handen dicht bij de kruispaal en zie hoe het bloed uit Jezus hart langs de paal druppelt op jouw zondepak en het zo bedekt. Bedenk dat die zonde van jou waar je telkens weer in valt, Zijn lijden heeft verergerd, verzwaard en vergroot. En vraag om de kracht van Gods Geest om heel dicht bij je Zaligmaker te blijven, hoe dichter bij Hem hoe gelukkig je bent en hoe verder van de zondige modderpoel vandaan en des te minder kans erin te vallen!
1 Johannes 1:9 zegt: Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
Ds. M. M. van Campen, Rotterdam-Zuid
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief
66 artikelen
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties