(...) Mijn vraag is of het ongeloof dan ook een gave Gods is?
Ds. A.K. Wallet | Geen reacties | 28-12-2007| 00:00
Vraag
Antwoord
Beste vrager,
Jouw vraag gaat over de kerntekst in de Bijbel, Joh.3:16. Men noemt deze tekst wel “Het Evangelie in een notedop”. Vandaar dat deze ook vaak geciteerd wordt. Het gaat over de liefde van God; het geloof in Christus; de werkelijkheid van het eeuwig verderf; de mogelijkheid van eeuwig leven. Jij constateert dat deze tekst vaak gevolgd wordt door de tekst uit Ef. 2: ”Het geloof is een gave Gods”. We moeten oppassen om de ene tekst niet met de andere dood te maken. Die mogelijkheid is er. En de duivel is er veel aan gelegen om mensen af te houden van het geloof in Christus. Dat hij daartoe ook bijbelteksten weet te gebruiken, leren we van de verzoeking van Jezus in de woestijn, waar de duivel ook met bijbelteksten komt. Als het de bedoeling is om de tekst niet voluit te laten spreken dan is dat altijd duivelswerk.
Dus als de tekst uit Ef. 2 geciteerd wordt na die van Joh.3:16 met een “MAAR” er tussen dan is er iets fout. De tekst kan ook positief geciteerd worden na Joh.3:16. Dan staat er geen “maar” tussen, maar een “ÉN”. Iemand zou kunnen zeggen: maar ik heb geen geloof, dus heb ik niets met de aansporing om tot Christus te gaan. Dan mag er gezegd worden dat het geloof een gave van God is, dus je kunt het krijgen. En je krijgt het in de weg van het gebed. Evenals ons brood een gave van God is, wat Hij ons schenkt, zo is veel meer het geloof een gave van God, die Hij uitdeelt. We hoeven deze niet verdienen, maar mogen het uit genade ontvangen.
Laten we er wel op letten dat er bijna altijd over “geloven” als een werkwoord gesproken wordt en niet over “geloof” als een zelfstandig naamwoord. Dat wil zeggen dat geloven niet maar iets is dat je in voorraad hebt, maar dat iets is wat gedaan wordt. Geloven is vertrouwen op Gods beloften en genade. Het is een levende zaak. Wanneer wij worden opgeroepen in Joh. 3:16, dan betekent het dat we mogen pleiten op Gods eigen Woord, dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft om zalig te maken. Geloven is de vinger bij het Woord houden. God roept ons nooit op met de bedoeling om weg te blijven, maar altijd om te komen. Laten we niet twijfelen aan Gods eigen Woord.
Als je vraagt: “is ongeloof ook een gave van God”, dan zal je wel duidelijk zijn uit het voorgaande, dat dat een onmogelijkheid is. Ongeloof is een gave van de duivel en is de grootste zonde. Ongeloof is de wortel van alle zonden. Alle overtredingen die wij doen hebben het ongeloof als grondslag. We geloven niet dat het laten van de zonde veel heerlijker is dan het bedrijven van de zonde. God heeft ons Zijn Zoon gezonden om ons te redden. Is er dan groter zonde dan om de Zoon Jezus Christus te verwerpen? Ik zeg niet dat een gelovige niet heeft te strijden tegen zijn ongeloof. Dat is zeker aan de orde, want er is van alles aan de hand in ons hart. Maar de gelovige ervaart het dan ook als de grootste vijand.
Hopelijk mag je gelovig tot de Heere gaan. Door Zijn Heilige Geest wil Hij jou alles schenken wat je nodig hebt: Al wat u ontbreekt, schenk Ik zo gij ’t smeekt. Mild en overvloedig.
Hartelijke groeten,
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus