David moest het volk tellen
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 05-03-2003| 00:00
Vraag
Aan het eind van 2 Samuël staat dat God David vertelde dat hij het volk moest tellen (In Koningen staat dat de duivel dit deed). Later wordt hem dit als zonde aangerekend. Dat begrijp ik niet helemaal. Hij deed wat God zei en het was toch fout? Ik heb de kanttekeningen er al op nageslagen maar ik kom er niet echt uit. Zou u het wat toe kunnen lichten?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Voor de duidelijkheid zullen we de teksten eerst even uitschrijven. In 2 Samuel 24:1 staat: "En de toorn des HEEREN voer voort te ontsteken tegen Israël, en Hij porde David aan tegen hen, zeggende: Ga, tel Israël en Juda". En in 1 Kronieken 21:1 staat: "Toen stond de satan op tegen Israël, en hij porde David aan, dat hij Israël telde."
Een belangrijk uitgangspunt bij de beantwoording van deze vraag is, dat God zelf niet verzoekt tot het kwade. In Jacobus 1:12 staat dat niemand mag zeggen, dat hij van God verzocht wordt, want God verzoekt niemand. De Heere probeert niet een mens tot een val te brengen.
Toch zullen we aan de andere kant wel moeten vasthouden, dat er niets buiten de Heere om geschiedt. De Heere staat boven alle dingen. Hij is het, Die alle dingen leidt en regeert. Hij zit op de troon. Hij regeert. Er is geen Koning boven de Heere. Ook geen enkele kwade macht staat boven Hem. Wat zou het vreselijk benauwend zijn, als dat wel het geval was. Want dan zou de Heere alles niet in de hand houden. Zo is het de Heere, Die alle dingen beschikt, hoewel Hij niet de auteur van de zonde is. Hij heeft ook geen schuld heeft aan de zonde, die er geschiedt (NGB, art.13).
Met deze kennis gewapend kijken we naar de twee verschillende teksten. En dan begrijp je dat we op grond van de eerste tekst niet mogen zeggen, dat God David heeft aangezet tot iets verkeerds. Wel kunnen we zeggen, dat de Heere dit in Zijn bestel toegelaten heeft. Of dat het iets geweest is wat in Zijn wereldplan paste.
De tweede tekst kunnen we zien als een nadere aanduiding van de eerste. De satan is het kennelijk, die David daadwerkelijk aangezet heeft om te komen tot zijn zondige, hoogmoedige volkstelling.
In de Kanttekening staat bij porde: "Niet dat Hij zulks zou hebben ingegeven, maar omdat Hij naar Zijn rechtvaardig oordeel door Zijn verborgen regering de satan zulks heeft willen toelaten en hem gebruiken tot een verdiende straf voor de Israëlieten en tot kastijding en vernedering van David."
Het uiterste van wat we kunnen zeggen is, dat God Zich bedient van de satan, zonder zelf ook maar enigszins deel te hebben aan de onheilige handelingen van David.
Duidelijk is dat we hier staan voor een mysterie, dat moeilijk voor ons te doorgronden is. Probeer het ook niet, want je loopt er gauw op stuk.
Ds. W. G. Hulsman
Lees ook:
- 'De duivel porde David aan'
- 'De zonde van Davids volkstelling'
- 'In handen van God' (preek van ds. C. den Boer)
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus