De aanbieding van genade voor alle mensen

Ds. J.H. van Dijk | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00

Vraag

De aanbieding van genade is een veelbesproken onderwerp. Naar mijn mening is de aanbieding van genade voor alle mensen (de zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen). Helaas ben ik de plaats van deze tekst kwijt. Mijn vraag is, kunt u mijn de plaats aanwijzen waar ik dit in de Heilige Schrift kan vinden? En er zullen wel meer plekken in de Bijbel zijn waar wij dat kunnen vinden. Ik hoor echter hiervan wel eens een radicale afwijzing, maar geen schriftuurlijke onderbouwing helaas. Met respect voor de medemens, maar het gaat niet om mijn of zijn mening of uitlegging, maar alleen het Woord moet spreken want dat is getrouw en zeer vast. Kunt u daar wat meer over zeggen?


Antwoord

Ongetwijfeld is de aanbieding van genade een veelbesproken onderwerp. Maar zeker niet minder ongetwijfeld moet vast staan dat de Heilige Schrift ons leert dat de zaligmakende genade verschenen is aan alle mensen! Zie Titus 2:11 e.v. Een andere plaats in de H. Schrift die dat overduidelijk bevestigt, is het woord van de profeet Jesaja in hoofdstuk 45:22: "Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer."

Inderdaad heeft het aanbod van genade al heel wat pennen en tongen in beweging gebracht. Kerken zijn er zelfs op gescheurd. Een weinig aantrekkelijk onderwerp naar het schijnt, maar niet minder hoogst belangrijk om daar een helder zicht op te ontvangen. De vele, helaas vermoeiende, kerkelijke discussies hebben de zaken eerder ingewikkelder gemaakt dan bijgedragen tot enige verduidelijking. Waarom toch? De zaak is belangrijk genoeg om haar serieus te nemen, maar dan niet om ons eigen gelijk te zoeken of één of ander kerkelijk standpunt te verdedigen.

Er is immers een betere weg. Door eenvoudig weg te luisteren naar het Woord en zeker niet minder ook de samenvatting daarvan weergegeven in onze Belijdenisgeschriften, met name in de Dordtse Leerregels. Hoe klinkt hierin pastoraal en met grote bewogenheid de zorg door voor allen, die zich onder het Woord mogen bevinden. Met grote ernst wordt allereerst de troostrijke leer van de uitverkiezing beleden. Maar direct daarop volgend klinkt de rijke nodiging door tot een ieder, die het Evangelie mag vernemen.

Luister maar eens naar artikel 5 van hoofdstuk 2: Voorts is de belofte des Evangelies, dat een iegelijk, die in de gekruisigde Christus gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe; welke belofte allen volken en mensen tot welke God naar Zijn welbehagen Zijn Evangelie zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van geloof en bekering. En artikel 8 van hoofdstuk 3: Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is; namelijk, dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven. Woorden, die mijns inziens niets aan duidelijkheid te wensen overlaten.

Toch blijkt op dit punt onze belijdenis kennelijk niet die zeggingskracht te bezitten, dat de gelederen binnen onzer gereformeerde gezindte niet langer verdeeld, maar op dit punt eensgezind zouden zijn. Hoe dat komt, is ook mij wel eens een raadsel. Ik kan mij wel indenken dat men voor het gevaar van een oppervlakkige prediking van de weeromstuit vervallen is tot een versmalling van het ruime aanbod van Gods genade.

Ik spreek dit echter niet goed, maar dit zou een oorzaak kunnen zijn. Het is altijd weer een geweldige opgave om het Woord op een rechte wijze te bedienen. Zonder iets af te doen van Gods vrijmacht, maar in gelijke zin ook niets achter te houden van Gods gewilligheid om zondaren zalig te maken. Want dit moet duidelijk zijn, alleen zondaren, die zich waarlijk zondaar weten voor Gods aangezicht, die zullen Gods beloften in Christus aangrijpen tot hun behoud. Of anders gezegd: alleen zij bij wie plaats is gemaakt voor de Heere Jezus Christus zullen tot Hem komen in hun verlorenheid met de bede om door Hem behouden te worden.

Voor alle duidelijkheid zou ik hiervoor willen verwijzen naar de boodschap van J.C. Ryle in een verhandeling over Lukas 13:24: "Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen zoeken in te gaan en zullen niet kunnen."

Daarbij maakt hij o.a. de volgende opmerkingen. "De vraag waar het om gaat is niet of u een grote of een kleine zondaar bent, niet of u wel of niet uitverkoren bent en niet of u wel of niet bekeerd bent. Waar het om gaat is dit: Voelt u uw zonden? Voelt u zich belast en beladen? Bent u bereid uw ziel in Christus' handen te leggen? Als dat het geval is, zal de poort voor u onmiddellijk opengaan. Ga nog deze dag binnen. Waarom zoudt gij buiten staan? (Gen.24:31)."

De farizeeër Saulus ging op weg naar die poort. Hij was een groot zondaar geweest. Hij had Christus gelasterd en het volk van Christus vervolgd. Hij had zijn uiterste best gedaan de voortgang van het Evangelie tot staan te brengen. Maar zodra zijn hart aangeraakt werd en hij zijn schuld ging ontdekken vluchtte hij naar die poort om vergeving en onmiddellijk zwaaide de poort open en werd hij behouden.

Voor u staat de poort duidelijk zichtbaar voor u: u wordt Christus en Zijn behoudenis in alle volheid aangeboden zonder geld en zonder prijs. U hoeft zich nooit af te vragen welke weg u moet inslaan. O, bedenk toch eens wat een grote genade dit is! Hoed u ervoor die poort te verachten en in ongeloof om te komen. Het is duizend keer beter nooit van die poort gehoord te hebben, dan wel van die poort te weten en toch buiten te blijven staan. Hoe zult u dan ook ontkomen als u op zulk een grote zaligheid geen acht slaat?

Verder zou ik willen verwijzen en hartelijk willen aanprijzen tot het lezen ervan. Het boekje van ds. C. Harinck over de toeleidende weg tot Christus. Waarin deze en andere vragen op een heldere wijze uiteen wordt gezet. Waarbij de verschillende opvattingen uit de Reformatie en de periode daarna worden weergegeven. Maar waarbij telkens weer wordt verwezen naar Gods Woord.

Ik hoop hiermee voldoende te hebben aangereikt tot verdere studie over de aanbieding van Gods genade. Voor de grootste der zondaren!

Een hartelijke groet en Gods zegen,

Ds. J. H. van Dijk

Lees meer artikelen over:

aanbod van genade
Dit artikel is beantwoord door

Ds. J.H. van Dijk

  • Geboortedatum:
    14-07-1950
  • Kerkelijke gezindte:
    Christelijk Gereformeerd
  • Status:
    Inactief
4 artikelen
Ds. J.H. van Dijk

Bijzonderheden:

Ds. van Dijk is op 20 juli 2011 overleden.


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

(...) Ik wil hem ook gelukkig zien, maar in hoeverre kan ik aanspraak op zijn tijd doen? Ik voel me er soms zo eenzaam door! Kunt u mij adviseren? (...)

Ik heb een vraagje. Mijn vriend studeert en woont op zichzelf. Nu heeft hij het altijd zo druk, dat ik hem op maandagmorgen vroeg uit zwaai, ’s avonds een smsje krijg en pas zaterdag halverwege de mid...
Geen reacties
30-11-2006

Verkering zoeken

Ik ben een jongeman van 24 jaar oud. Ik ben nog bezig met een studie (die ik over een of twee jaar hoop af te ronden) en woon nog bij mijn ouders. Veel mensen van mijn leeftijd hebben een relatie of z...
11 reacties
30-11-2013

Obsessieve compulsieve stoornis

Hoe kun je zonder hulpverlening van een obsessieve compulsieve stoornis afkomen?
2 reacties
30-11-2012
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering