Goddeloze gedachte
Ds. B. J. van de Kamp | Geen reacties | 28-08-2005| 00:00
Vraag
Best vaak komt in mij een goddeloze gedachte op: “Gods bedoeling met alles is alleen maar dat Hij Zelf de eer krijgt. Het is Hem alleen maar om Zichzelf te doen. Dat is hard van God.” Ik weet dat er ook een andere kant van God is, dat Hij liefde is. Maar toch raak ik deze gedachte niet kwijt. En het is toch ook zo dat het God ten diepste om Zijn eigen eer te doen is? Ik weet dat dit heel erg is, dat ik zo denk, maar ik kom er niet van af.
Antwoord
Dat je zo denkt is niet vreemd. Wij krijgen voortdurend te horen dat wij niet op eigen eer belust mogen zijn. Als heel diep motief tot handelen noemt de Heere Jezus het ook in Lukas 11:8 t.a.v. de vriend die opstaat in de nacht. Onze eer is door de zonde ik-gericht geworden. Daarom ten diepste tot onheil voor de naaste en tot afgunst aan God. Als ik op jouw plek kom, ben jij je plek kwijt. Dat heeft te maken met het feit dat ik tot in het diepst van mijn hart geneigd ben God en mijn naaste te haten. Ik kan het een poos bedekken. Wetten en regels kunnen mij beschermen tegen vijandig handelen. Ook je geweten. Maar dat verandert de bron, de wortel allemaal niet.
Zo denk je dan ook over God. Want zoals de waard is vertrouwd hij zijn gasten. Maar met God is het heel anders. God is God en geen mens. Weet je wat de eer van God is: Dat Hij die weggeeft. Denk eens aan de schepping: goed, ja zeer goed. Houd je dan toch mooi voor jezelf. God niet. Hij geeft haar aan de mens. En het licht aan de zon. Het is Gods eer, dat Hij in vol vertrouwen alles weggeeft. Alles uitdeelt in overvloed. God stelt Zijn eer daarin, dat Hij alles weggeeft. Als Hij dan de ander gelukkig ziet, is Hij blij. Dat kun je nog het allerbeste zien in de schenking van Christus. Als God met Zijn eer was omgegaan zoals wij, dan was Hij -met eerbied gezegd- mooi in de hemel gebleven en had de hele troep op aarde gelaten voor wat ze was. Eigen schuld, dikke bult. Nee, Hij stelt er Zijn eer in om de schuld in Christus op Zichzelf te nemen en hem zo te overwinnen en weg te nemen.
De eer van God is om de verloren zonen weer in huis te hebben overeenkomst het levensbeginsel, dat hen gelukkig maakt. Daar bidt hij hen om. Daarom stond hij op de uitkijk, daarom gaat hij naar de oudste zoon. Gods eer is Gods liefde -agapè- niet om er zelf beter van te worden, maar om de ander -de zondaar- beter te maken, gelukkig te maken, tot de zin van het bestaan te brengen. Met verloochening van Zichzelf. Maar niet met vernietiging van Zichzelf. Hij laat Zijn doel nooit los. Zijn heilsplan niet. Dat is Gods gerechtigheid. Je kunt met Hem niet sjoemelen. Geen gemene vriendjespolitiek. Gods gerechtigheid is de machtige en eeuwige schepping. Zie bijv. Jes. 11. Zijn eer is ons eeuwig welzijn. Niet zo heilzaam als de eer van God.
Daar kunnen wij geen voorstelling van maken als wij beginnen bij ons zelf. Wij komen wel heel beschaamd te staan als wij beginnen bij God. Wat Hij doet doe ik nooit, en toch doet Hij het ook voor mij. Gods goedertierenheid brengt je tot bekering, en bekering brengt je tot belijdenis van zonde en zonden, en belijdenis brengt je tot verwondering over de vergeving, en vergeving brengt je tot vergeven. Uit God is niet alleen de vergeving, maar ook de levensheiliging en de eeuwige toekomst.
Bekering in de Bijbel -metanoia- kun je het best vertalen met: vernieuwd worden in je denken. De bron niet meer vanuit jezelf -je eigen waard- maar vanuit God - Agapè.
Naar ik hartelijk hoop kun je hier mee verder.
Gode bevolen,
ds. B. J. van de Kamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. J. van de Kamp
- Geboortedatum:21-11-1950
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hierden
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus