Vriend gelooft niet dat er een hel is
Ds. E. Gouda | Geen reacties | 06-06-2005| 00:00
Vraag
Een vriend van mij gelooft niet dat er een hel is. Hij zegt dat alle mensen uiteindelijk behouden worden. Ik krijg het hem maar niet aan het verstand gepraat dat God voor velen gestorven is en niet voor allen. Zou u mij hierin kunnen helpen, om een gefundeerd antwoord te geven voor mijn vriend?
Antwoord
Beste vragensteller,
Het is altijd jammer wanneer je iemand iets niet aan het verstand kunt brengen. Nu is het niet zo dat het geloof per definitie iets van intellectualisme is. Het geloof valt ten diepste niet te bewijzen. En dat is nu het punt. Het geloof is zoals de apostel zegt: Een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. (Hebr. 11:1). Wie belijdenis des geloofs doet stemt in met hart en mond dat hij de hele Schrift, zowel Oude als Nieuwe Testament voor zijn leven aanvaard. En wie het Woord van God aanvaardt, die zegt ook 'amen' op 'hemel' en 'hel'.
Maar dan nu het andere. Waar baseert jouw vriend zich op, door te stellen dat hij niet in een hel gelooft? Wie de Bijbel aan zijn zijde heeft, en dat heeft een christen, moet erkennen dat Bijbel duidelijk spreekt over een 'hel'. Ik geef één duidelijk voorbeeld en een voorbeeld dat tegelijk zeer aangrijpend is en dat vinden we in Lukas 16:19-31. In deze gelijkenis gaat het om “de rijke man en de arme Lazarus”. Maar wie is nu daadwerkelijk rijk en wie arm? Bij het sterven worden de rollen precies omgekeerd. We lezen dan in vers 23: En als hij (=de rijke) in de hel zijn ogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn schoot. Deze gelijkenis vertelt ons de Heere Jezus Zélf. Wie dit Woord niet aanvaardt, die zal uiteindelijk het hele Woord van God ontkennen. Meerdere malen spreekt de Heere Jezus over de grote scheiding die komt waarbij de schapen aan rechterzijde en de bokken aan de linkerzijde zullen gesteld worden. Een andere keer spreekt Hij over het buitengeworpen worden alwaar wening en knersing der tanden zijn zal. En zo kunnen we nog een hele tijd doorgaan.
Toen jij vertelde dat jouw vriend niet in een hel geloofde, moest ik in een heel ander verband denken aan wat Hellenbroek zegt over mensen die in hun hart zeggen dat er geen God is. Wat zegt Hellenbroek dan: "Dat is meer een wensen dat er geen God zou zijn, dan dat zij het werkelijk geloven". Weet je dat de oplossing van jouw vriend uiteindelijk heel goedkoop is, maar bovendien heel onrechtvaardig. En dan moeten we bij God vandaan beginnen. Want God heeft de wereld, ons mensen zeer lief, maar wij Hem niet. Wij hebben met Hem gebroken, bewust afstand van Hem gedaan. En toch geeft God de wereld niet aan zichzelf over. Wat dan? God stuurt Zijn Zoon, Jezus Christus (vgl. Gen. 3:15). En waarom? Om ons mensen van de eeuwige toorn van God te kunnen behouden. God heeft ons mensen zo lief, dat Hij ons niet verloren wil laten gaan. Maar wij zelf willen het wel. Hoe dan? Door niet in Hem te geloven. En die niet in Hem gelooft, is alrede veroordeelt (vgl. Joh. 3:16vv.).
Maar als alle mensen nu eens behouden zullen worden, is dat dan eerlijk? En dan bedoel ik naar God toe. God wil immers dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede (HC, Zondag 5 en vgl. Zondag 7). Als alle mensen behouden worden, dan heeft het offer van Jezus Christus geen enkele zin gehad. En dan kunnen wij er vrolijk op los zondigen, want wie je dan ook bent, uiteindelijk komt het toch wel goed. In de gewone wereld zou je het niet eerlijk vinden dat iemand als bijvoorbeeld Hitler niet veroordeeld zou worden en geen straf zou ontvangen... Maar als het om God gaat, en we spreken wel over Gods heiligheid, majesteit en volkomenheid, dan is het normaal dat God alles maar door de vingers ziet. God moet maar vooral een goede en lievige God zijn, Die niet straft. Wie zo spreekt, is een dwaas. En met Anselmus zeg ik dan ook dat zo iemand nog nooit de last van de zonde gevoeld heeft.
Helaas is de hel realiteit. En we spreken niet over de hel om mensen af te schrikken. Want vast staat: de hel is afschuwelijk! Maar wie gaat beseffen dat God ons allemaal in de poel des verderfs had kunnen houden (vgl. DL, I, 1vv.), die gaat zich verwonderen als hij mag weten dat God nog genadig zijn wil. En dat mensen door Zijn genade en liefde, die niet goedkoop is, behouden kunnen worden van de eeuwige rampzaligheid. Wie dat wonder mag verstaan, omdat Hij het geloof in de Zoon van God ontvangen heeft, die weet dat hij van de dood (=hel) overgegaan is tot het (eeuwige) leven.
Nog een paar leestips bij dit onderwerp:
- CV.Koers, Themanummer November 2004: “Het laatste taboe: De hel”.
- John Bunyan, “De christenreis naar de eeuwigheid”.
- C.S. Lewis, “De grote scheiding”.
- David Pawson, “De weg naar de hel. Eeuwige kwelling of verdelging?”
- Jan Hoek, “Hoop op God. Eschatologische verwachting”
Wijsheid en vriendelijke groet,
Ds. E. Gouda
Dit artikel is beantwoord door
Ds. E. Gouda
- Geboortedatum:25-12-1968
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Nieuw-Lekkerland
- Status:Actief