(...) Maar ik ben dan gewoon bang dat ik me -als ik in de hemel- kom heel eenzaa...
Ds. G. van de Groep | Geen reacties | 16-11-2007| 00:00
Vraag
Ik zit ergens mee. Zondags hoor ik nogal eens dat je op aarde met je man een band kunt opbouwen die nooit meer vergaat. Maar het huwelijk is iets voor de eeuwigheid. Mij lijkt het eerlijk gezegd een vreselijk idee niet meer met mijn man te leven zoals ik dat nu doe. Kan ik dan wel gelukkig in de hemel zijn? Wij, mensen, weten ook niet hoe het in de hemel zal zijn. Maar ik ben dan gewoon bang dat ik me -als ik in de hemel- kom heel eenzaam zal voelen zonder mijn man. Hoe ziet u dat? Hartelijke groeten, een wanhopige vrouw.
Antwoord
Het antwoord op uw vraag heeft even geduurd vanwege een technische storing op het internet. Excuses daarvoor.
Allereerst zou ik willen zeggen: wees de Heere dankbaar voor de fijne band die u met uw man hebt. Huwelijksgeluk en liefde is een gave van Hem, Die man en vrouw bij elkaar brengt, aan elkaar verbindt en bij elkaar houdt. God heeft het huwelijk ingesteld en gegeven. Tegelijk moet gezegd worden dat het huwelijk een tijdelijke aangelegenheid is. We zijn, zolang we leven, aan elkaar verbonden. Maar eens komt het moment dat we elkaar moeten loslaten. U kent wellicht de zinsnede uit het huwelijksformulier: “Totdat de dood ons scheidt.”
En daarna? De Heere Jezus heeft daar iets over gezegd in Lukas 20:35. U moet de verzen 27-40 maar eens nalezen. Daarin gaat het over een strikvraag die de Sadduceeën aan de Heere Jezus stellen. Die Sadduceeën waren een groep mensen die behoorden tot de rijke mensen in Jeruzalem. Ze waren beheerders van de tempelschatten en leverden bij toerbeurt de hogepriester. Ze behoorden ook tot het Sanhedrin, het Joodse in politieke bestuur in Israël. Godsdienstig waren ze vrijzinnig. Zo moesten ze niets hebben van hebben van het bestaan van engelen en ook geloofden ze niet in de opstanding van de doden. Ze zagen bovendien voor- en tegenspoed als beloning en straf in dit leven. In het hierboven genoemde Bijbelgedeelte lokken ze Jezus uit een antwoord te geven op de vraag wie van de zeven mannen, die na de dood van de vorige met dezelfde vrouw trouwden, straks na de opstanding uit de doden als Jezus wederkomt, de wettige man van die vrouw zal zijn.
En dan Jezus antwoord: “De kinderen van deze eeuw trouwen en worden ten huwelijk uitgegeven. Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden.” Met andere woorden: als God straks alle dingen nieuw zal maken -nieuwe hemelen en een nieuwe aarde (zie Openbaring 21 en 2 Petrus 3:13)- zullen er geen huwelijken meer zijn. De gelovigen krijgen dan een heel nieuw bestaan. Ze worden een geestelijk en lichamelijk helemaal vernieuwd. Er zal geen dood, geen ziekte, geen pijn of verdriet meer zijn. Hoe we er dan precies zullen uitzien, weten we niet. In 1 Johannes 3:2 schrijft Johannes: “Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard,wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij (=Christus) zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.”
Zoveel is wel duidelijk: we leven dan in een heel andere verhouding met elkaar dan hier en nu. Of we elkaar zullen herkennen? Ik weet het niet, maar zo ja, dan zal dat in elk geval geen herinnering oproepen aan de man-vrouw relatie die we hadden. Meer kan ik er eigenlijk niet van zeggen. Het zal in ieder geval een heerlijke werkelijkheid worden, waarin de geestelijke banden met God en met elkaar zullen worden ervaren. Laat jullie huwelijk een voorbereiding mogen zijn op het mogen deelnemen straks aan de bruiloft van het Lam (Openbaring 19:6-10).
Ds. G. van de Groep
Allereerst zou ik willen zeggen: wees de Heere dankbaar voor de fijne band die u met uw man hebt. Huwelijksgeluk en liefde is een gave van Hem, Die man en vrouw bij elkaar brengt, aan elkaar verbindt en bij elkaar houdt. God heeft het huwelijk ingesteld en gegeven. Tegelijk moet gezegd worden dat het huwelijk een tijdelijke aangelegenheid is. We zijn, zolang we leven, aan elkaar verbonden. Maar eens komt het moment dat we elkaar moeten loslaten. U kent wellicht de zinsnede uit het huwelijksformulier: “Totdat de dood ons scheidt.”
En daarna? De Heere Jezus heeft daar iets over gezegd in Lukas 20:35. U moet de verzen 27-40 maar eens nalezen. Daarin gaat het over een strikvraag die de Sadduceeën aan de Heere Jezus stellen. Die Sadduceeën waren een groep mensen die behoorden tot de rijke mensen in Jeruzalem. Ze waren beheerders van de tempelschatten en leverden bij toerbeurt de hogepriester. Ze behoorden ook tot het Sanhedrin, het Joodse in politieke bestuur in Israël. Godsdienstig waren ze vrijzinnig. Zo moesten ze niets hebben van hebben van het bestaan van engelen en ook geloofden ze niet in de opstanding van de doden. Ze zagen bovendien voor- en tegenspoed als beloning en straf in dit leven. In het hierboven genoemde Bijbelgedeelte lokken ze Jezus uit een antwoord te geven op de vraag wie van de zeven mannen, die na de dood van de vorige met dezelfde vrouw trouwden, straks na de opstanding uit de doden als Jezus wederkomt, de wettige man van die vrouw zal zijn.
En dan Jezus antwoord: “De kinderen van deze eeuw trouwen en worden ten huwelijk uitgegeven. Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden.” Met andere woorden: als God straks alle dingen nieuw zal maken -nieuwe hemelen en een nieuwe aarde (zie Openbaring 21 en 2 Petrus 3:13)- zullen er geen huwelijken meer zijn. De gelovigen krijgen dan een heel nieuw bestaan. Ze worden een geestelijk en lichamelijk helemaal vernieuwd. Er zal geen dood, geen ziekte, geen pijn of verdriet meer zijn. Hoe we er dan precies zullen uitzien, weten we niet. In 1 Johannes 3:2 schrijft Johannes: “Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard,wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij (=Christus) zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is.”
Zoveel is wel duidelijk: we leven dan in een heel andere verhouding met elkaar dan hier en nu. Of we elkaar zullen herkennen? Ik weet het niet, maar zo ja, dan zal dat in elk geval geen herinnering oproepen aan de man-vrouw relatie die we hadden. Meer kan ik er eigenlijk niet van zeggen. Het zal in ieder geval een heerlijke werkelijkheid worden, waarin de geestelijke banden met God en met elkaar zullen worden ervaren. Laat jullie huwelijk een voorbereiding mogen zijn op het mogen deelnemen straks aan de bruiloft van het Lam (Openbaring 19:6-10).
Ds. G. van de Groep
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G. van de Groep
- Geboortedatum:07-04-1944
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Heerde
- Status:Inactief
97 artikelen
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties