Verschillen tussen de leer in Ger. Gem. en GKV
Ds. K. van den Geest | Geen reacties | 03-11-2007| 00:00
Vraag
Ik heb gezocht op vragen m.b.t. het verschil tussen de Ger. Gem. en de GKV. Er wordt wel vaak gesproken over de CGK, maar niet over de GKV. Kan iemand mij duidelijk uitleggen wat de belangrijkste verschillen zijn m.b.t. de leer die gepreekt wordt in de Ger. Gem en de GKV?
Antwoord
Het is voor mij als iemand van buiten de Ger. Gem. ondoenlijk om over leer en beleving in die kerkgemeenschap goed te kunnen oordelen. Daarvoor kun je goed terecht in recente artikelen in het ND, en in uitvoerige publicaties van J. Blaauwendraad en de heer Van der Zwaag. In de kern draait het om de vraag, of je heilszekerheid kunt krijgen als gelovige. In de Ger. Gem. is veel discussie gaande over de vraag, of men in de preken een ruim aanbod van Gods genade mag verkondigen. Recent kwam deze zaak opnieuw in de publiciteit n.a.v. een uitspraak van kerkhistoricus ds. M. Golverdingen, die stelde dat de schorsing van ds. R. Kok in 1950 onrechtmatig was. Ds. Kok stelde in zijn prediking, dat de beloften van het genadeverbond gelijk staan aan de aanbieding van het evangelie. Daarentegen stelde de synode indertijd, dat deze beloften alleen gelden voor de uitverkorenen.
In de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt heeft men juist altijd veel nadruk gelegd op de beloften van het genadeverbond, en dat deze samenvallen met de aanbieding van het evangelie. Deze gelden niet slechts voor de uitverkorenen maar voor allen die in het verbond zijn opgenomen. Men kan er op vertrouwen opgenomen zijn in het verbond, omdat Gods beloften door de doop van de kinderen van gelovige ouders is bekrachtigd. Gods beloften zijn waar en betrouwbaar. De vraag of men al dan niet uitverkoren is, zou deze zekerheid dan ook kunnen ondermijnen. Maar juist daarom moet men zekerheid niet zoeken in de menselijke ervaring. Dus niet in het herkennen van de kenmerken van wedergeboorte. Maar in Gods betrouwbare beloften alleen is onze zekerheid gelegen. Pas wanneer men deze zich door geloof heeft toegeëigend, kan men van daaruit zekerheid ontvangen over het uitverkoren zijn tot eeuwig leven!
Deze (zeer compacte) uitleg van een (ingewikkelde) discussie geeft m.i. de kern weer van het verschil. Bij de Ger. Gem. gaat men uit van wat we niet weten kunnen, de eeuwige verkiezing door God. Bij de Geref. Kerken (vrijgemaakt) van wat we wel weten kunnen, de betrouwbare beloften van de HEERE in zijn genadeverbond en de verkondiging daarvan door de aanbieding van het evangelie.
Naast verschil is er zeker overeenkomst. Beide kerkgemeenschappen willen de Bijbel handhaven als Gods betrouwbare en onfeilbare Woord. Beide hebben dat ook uitgesproken in de gereformeerde belijdenisgeschriften (Ned. Geloofsbel., Heidelbergse Catechismus, Dordtse Leerregels), welke men onverkort wil blijven vasthouden als de weergave van de zuivere leer en de kern van het christelijk geloof van alle eeuwen.
Wel roept het beroep op de beloften in Gods verbond in de Geref. Kerken (vrijgemaakt) soms bij mensen die vanuit de Ger. Gem. achtergrond naar de Geref. Kerken (vrijgemaakt) toe komen de vraag op, of de laatsten niet te optimistisch zijn over de mogelijkheden van de mens om zich te bekeren en tot aanname van Gods genade te komen, en ook of dit niet leidt tot oppervlakkigheid in geloof en leven. Dit verwijt kan men wel eens horen en ik erken dat dit bij sommigen in de Geref. Kerken (vrijgemaakt) zeker wel waar te nemen is. Daarom moeten we altijd op onze hoede blijven, dat de nadruk op Gods beloften en de heilszekerheid die je daardoor mag ontvangen niet te makkelijk leidt tot een tekort aan aandacht voor de noodzaak van werkelijk wedergeboren te worden en tot bekering te komen, en zo ook ernst te maken met je leven als bekeerde mens voor het aangezicht van God.
Hiermee meen ik de kern van het verschil te hebben uitgelegd. Men kan allerlei andere verschillen waarnemen, maar deze zijn niet alle van fundamentele aard. Bijv. de openheid naar de wereld in de Geref. Kerken (vrijgemaakt). Deze kan voortkomen uit een te oppervlakkig omgaan met de beloften van Gods verbond (zie boven), maar heeft zeker ook te maken met een overtuiging: dat we als kerk midden in de tijd en samenleving van nu staan en ons daar niet van af kunnen of moeten sluiten. Dat dit ook gevaren met zich mee kan brengen is duidelijk. Toch zijn vernieuwingen in de erediensten (zoals nieuwe liederen, het gebruik van de Nieuwe Bijbelvertaling, etc.) wel noodzakelijk en deze duiden niet op een verandering in genoemde leer.
In de hoop hiermee recht gedaan te hebben aan beschreven standpunten en kerkgemeenschappen, spreek ik de wens uit dat dit antwoord een beetje richting mag geven.
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief