(...) Nu is mijn vraag, mag ik dan de belijdeniscatechisatie volgen of straks, a...

Ds. A. van Vuuren | Geen reacties | 01-11-2007| 00:00

Ik heb een vraag over het doen of het volgen van de belijdeniscatechisatie. Ik zit nu dit jaar voor het eerst op belijdeniscatechisatie. In het verleden heb ik dingen gedaan op seksueel gebied die niet door de beugel kunnen. Ik heb er ook spijt van en weet heel goed dat het zonde was tegen de Heere God, maar mijn verlangens dreven mij daartoe. Nu is mijn vraag, mag ik dan de belijdeniscatechisatie volgen of straks, als het seizoen voorbij is, belijdenis in het openbaar afleggen? Ik zit er mee. Ik wil die zonde niet meer doen. Ik strijd er mee, maar vaak ben ikzelf zo zwak. Ik ben een jongen en heb sterke gevoelens voor andere jongens. Het blijft een worsteling en toch is het mijn begeerte om de belijdeniscatechisatie te volgen en als God het geeft, belijdenis af te leggen. Want dat is de enige weg om pas echt gelukkig te worden, als Hij mij verlost van al mijn zonden. Ik mis ook kracht om staande te blijven als de verleiding nabij is, want ik weet van mezelf dat ik het nooit in eigen kracht kan volhouden. Ook is een meisje nu verliefd op mij en ik verlang ook naar haar, om samen met een vrouw gelukkig te worden. Dit zijn zo mijn vragen waar ik al een hele tijd mee rondloop. Alvast bedankt voor de uitleg.

Beste jonge man, je vraag is of  iemand zo als jij de belijdeniscatechisatie mag volgen en zelfs belijdenis doen. Eigenlijk zit er in je toelichting al een belijdenis. Je spreekt van een geestelijk verlangen, van schuldbesef en van strijd tegen de zonden. Nu gaat het leven van het geloof altijd gepaard met vallen en opstaan. De rechtvaardige valt zeven maal en staat ook weer op, volgens Spreuken 24:16. In het formulier voor de kinderdoop lezen we: “En als wij soms uit zwakheid in zonden vallen, zo moeten we aan Gods genade niet vertwijfelen en ook niet in de zonde blijven liggen.” Bij het belijden hoort strijden. Het leven van genade verdraagt zich niet met een volharden in zondige levenspatronen, maar  er is geen gelovige die nooit struikelt en de strijd tegen de zonde niet kent. Wat dat betreft hoeft er voor jou dus geen belemmering te zijn om de belijdeniscatechisatie te volgen en ziende op de kracht van Christus je ja-woord te geven.

Begrijp ik je goed als de verkeerde dingen op seksueel gebied die je noemt op het terrein  van de homoseksualiteit liggen? Je spreekt namelijk over je sterke gevoelens voor andere jongens. Je spreekt echter ook over de verliefdheid van een meisje naar jou toe. Maar ben jij nu ook verliefd op haar? Je schrijft:  ik verlang er naar om samen met een vrouw gelukkig te worden. Maar heb je dan heteroseksuele gevoelens? Dat wordt mij uit je toelichting niet duidelijk. Is er bij jou inderdaad sprake van een homofiele geaardheid?  Als je je niet lichamelijk aangetrokken voelt tot meisjes en toch een verkering aangaat en wellicht zelfs trouwt, worden er dan niet twee heel ongelukkig?

Overigens kunnen niet praktiserende homofielen ook met een gerust hart belijdenis doen. Net als heterofielen. Allen hebben we nodig in Gods kracht bewaard te blijven temidden van de verleiding. Daarom is de zesde bede uit het Onze Vader elke oprechte gelovige uit het hart gegrepen: Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. De Heidelberger Catechismus licht die bede uit het Onze Vader zo toe: “Omdat wij van onszelf zo zwak zijn dat wij niet een ogenblik kunnen bestaan en onze doodsvijanden de duivel, de wereld en ons eigen vlees niet ophouden ons aan te vechten, zo wil ons toch staande houden en sterken door de kracht van uw heilige Geest, opdat wij in deze strijd niet onderliggen, maar altijd sterke wederstand doen totdat wij eindelijk ten enenmale de overhand behouden.“ Mag ik je die kracht toe wensen? Je staat er dan niet alleen voor!

Tenslotte: “Laat ons afleggen alle last en zonde die ons lichtelijk omringt en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is; ziende op de overste  Leidsman en Voleinder van het geloof, Jezus...”(Hebreen 12:1b en 2a).

Hartelijke groet,
Ds. A..van Vuuren

Dit artikel is beantwoord door

Ds. A. van Vuuren

---

---

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven