(...) Ik vind het heel jammer dat ik niet met mijn ouders kan genieten van mijn ...
Ds. P.D.J. Buijs | Geen reacties | 26-10-2007| 00:00
Vraag
Ik ben een meisje van 19 en heb een jaar een vriend. God heeft mij laten zien dat ik hem van Hem gekregen heb. Ook hij is met alles biddend bezig geweest. Vanaf het begin af aan stond mijn moeder niet achter de relatie. Eerst omdat we in verschillende kerkverbanden zaten (daar zijn we nu uitgekomen), daarna omdat we te verschillend waren (maar ik moet toch met hem leven en verkeringstijd is toch om te kijken of je echt bij elkaar past), daarna omdat ik geen echt geestelijke gesprekken met hem zou kunnen voeren (terwijl ik vind dat dit wel zo is), omdat zijn opvoeding anders is geweest (losser dan de mijne), enz. Ik heb hierover al veel met hen gepraat maar het loopt telkens op niets uit. Ik vind het heel jammer dat ik niet met mijn ouders kan genieten van mijn relatie. Ik voel altijd hun beoordelende blik. Hierdoor twijfel ik zelf ook vaak aan mijn relatie: hebben ze niet gelijk? Wij mogen niet alleen bij elkaar op de kamer komen, ik mag niet in op kamers wonen waar hij woont, enz. Dit vind ik een groot probleem want ik wil wel in een bepaalde stad op kamers wonen! Maar ik wil ook niet met ruzie het huis uit gaan! Met mijn ouders had ik altijd een goede band en dat wil ik zo houden. Omdat ik door mijn relatie veel conflicten veroorzaak ben ik soms bijna in staat het uit te maken. Hoe kan ik de relatie met mijn ouders en mijn vriend goed houden?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste lezeres,
Dat is inderdaad een lastig probleem. Nu ken ik uiteraard niet alle ins en outs, dus dat maakt me wel voorzichtig in mijn antwoord.
Je begint met op te merken dat God je heeft laten zien dat je je vriend van Hem gekregen hebt. Daar zit enerzijds iets moois in, in die opmerking. Ik maak daar uit op, dat je de Heere graag in jullie relatie wilt betrekken. Anderzijds: het is “nog maar” verkering. Dan lijkt het mij iets te vroeg om al met zekerheid te zeggen dat je deze vriend van de Heere gekregen hebt. Verkering wil immers ook zeggen: je gaat met elkaar om, om elkaar te leren kennen en dan zal gaandeweg blijken of de Heere je voor elkaar bestemd heeft of niet. Bovendien kan zo'n uitspraak “God heeft mij laten zien dat...” soms heel gemakkelijk het gesprek met je ouders blokkeren. Want of ze gaan daar dwars tegenin, of ze durven niets meer te zeggen, uit angst tegen de Heere in te gaan. Blijkbaar gaat het toch het meest in de richting van het eerste. Dat zet de dingen meteen op scherp, en dat is jammer.
Misschien mag ik het licht van het bovenstaande proberen een paar handreikingen te doen, in de hoop dat je daar iets mee kunt.
-Bespreek met je ouders, dat het voor jou ook nog niet zeker is of deze jongen de ware is, maar dat je verkeringstijd voor jullie beiden een oprechte zoektocht is. Dat je het goed vindt dat ze hun mening hebben gezegd (en daar ook over nadenkt), maar dat je nu ook van hen vraagt je in je zoektocht te respecteren, temeer daar je de leeftijd hebt bereikt dat je zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes.
-Is er al eens een gesprek met z'n vieren geweest? Laat je ouders in zo'n gesprek (dus met je vriend erbij) eerlijk zeggen waar hun aarzelingen zitten. Misschien reageert je vriend daar op een manier op, die hen meevalt, waardoor ze meer begrip krijgen.
-Je ouders konden wel eens gelijk hebben, wanneer ze je afraden om in te gaan wonen op kamers waar je vriend woont (ik neem aan dat je bedoelt: in hetzelfde huis, waar ook anderen op kamers wonen). Je moet de kat ook niet op het spek binden. Bovendien zit je dan ook met een probleem als je verkering toch uit zou gaan. Een andere zaak is als je in een bepaalde stad op kamers wilt wonen, afgezien van je verkering. Nogmaals, ik ken de situatie uiteraard niet, maar op zich is het een natuurlijke zaak als een zoon of dochter op zo'n leeftijd (of iets later) het huis uit gaat.
-Laat het in heel deze zaak voortdurend je gebed zijn: “Heere, zie of er bij mij een schadelijke weg is (in concreto: als het gaat om mijn verkering), en leid mij op de eeuwige weg.”
Ten slotte nog een tip: zou het niet goed zijn om hierover eens te gaan praten met je predikant of wijkouderling, om mogelijk eens een gesprek te arrangeren waar een van hen bij is?
Sterkte, wijsheid en zegen van de Heere toegewenst!
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Dat is inderdaad een lastig probleem. Nu ken ik uiteraard niet alle ins en outs, dus dat maakt me wel voorzichtig in mijn antwoord.
Je begint met op te merken dat God je heeft laten zien dat je je vriend van Hem gekregen hebt. Daar zit enerzijds iets moois in, in die opmerking. Ik maak daar uit op, dat je de Heere graag in jullie relatie wilt betrekken. Anderzijds: het is “nog maar” verkering. Dan lijkt het mij iets te vroeg om al met zekerheid te zeggen dat je deze vriend van de Heere gekregen hebt. Verkering wil immers ook zeggen: je gaat met elkaar om, om elkaar te leren kennen en dan zal gaandeweg blijken of de Heere je voor elkaar bestemd heeft of niet. Bovendien kan zo'n uitspraak “God heeft mij laten zien dat...” soms heel gemakkelijk het gesprek met je ouders blokkeren. Want of ze gaan daar dwars tegenin, of ze durven niets meer te zeggen, uit angst tegen de Heere in te gaan. Blijkbaar gaat het toch het meest in de richting van het eerste. Dat zet de dingen meteen op scherp, en dat is jammer.
Misschien mag ik het licht van het bovenstaande proberen een paar handreikingen te doen, in de hoop dat je daar iets mee kunt.
-Bespreek met je ouders, dat het voor jou ook nog niet zeker is of deze jongen de ware is, maar dat je verkeringstijd voor jullie beiden een oprechte zoektocht is. Dat je het goed vindt dat ze hun mening hebben gezegd (en daar ook over nadenkt), maar dat je nu ook van hen vraagt je in je zoektocht te respecteren, temeer daar je de leeftijd hebt bereikt dat je zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes.
-Is er al eens een gesprek met z'n vieren geweest? Laat je ouders in zo'n gesprek (dus met je vriend erbij) eerlijk zeggen waar hun aarzelingen zitten. Misschien reageert je vriend daar op een manier op, die hen meevalt, waardoor ze meer begrip krijgen.
-Je ouders konden wel eens gelijk hebben, wanneer ze je afraden om in te gaan wonen op kamers waar je vriend woont (ik neem aan dat je bedoelt: in hetzelfde huis, waar ook anderen op kamers wonen). Je moet de kat ook niet op het spek binden. Bovendien zit je dan ook met een probleem als je verkering toch uit zou gaan. Een andere zaak is als je in een bepaalde stad op kamers wilt wonen, afgezien van je verkering. Nogmaals, ik ken de situatie uiteraard niet, maar op zich is het een natuurlijke zaak als een zoon of dochter op zo'n leeftijd (of iets later) het huis uit gaat.
-Laat het in heel deze zaak voortdurend je gebed zijn: “Heere, zie of er bij mij een schadelijke weg is (in concreto: als het gaat om mijn verkering), en leid mij op de eeuwige weg.”
Ten slotte nog een tip: zou het niet goed zijn om hierover eens te gaan praten met je predikant of wijkouderling, om mogelijk eens een gesprek te arrangeren waar een van hen bij is?
Sterkte, wijsheid en zegen van de Heere toegewenst!
Met een hartelijke groet,
Ds. P. D. J. Buijs
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P.D.J. Buijs
- Geboortedatum:02-11-1961
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
203 artikelen
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties