Is er in de eeuwigheid sprake van tijd?
Ds. P. J. den Admirant | Geen reacties | 26-10-2007| 00:00
Vraag
Is er in de eeuwigheid sprake van tijd?
Antwoord
De vraag of er in de eeuwigheid tijd is, vind ik lastig te beantwoorden. Een eerste reactie is: nee, in de eeuwigheid is geen tijd meer. Er zal geen verschil meer zijn tussen dag en nacht. Het boek Openbaring, in de hoofdstukken 21 en 22, staat namelijk: aldaar zal geen nacht zijn. Kenmerk voor het eeuwige leven is de aanbidding. En aanbidding kent geen tijd, zoals wij die kennen. Het vervuld zijn van God is zoiets groots, dat het ons tijdsbegrip overstijgt. Zoiets als “even op je horloge kijken: hoeveel tijd hebben we nog, voordat we weer tot iets anders overgaan?” is er niet. Bekijk je vraag dus vooral vanuit deze gedachte. De gelovigen, vervuld van Gods liefde, zullen m.i. niet meer denken in minuten en uren.
Toch behoeven tijd en eeuwigheid daarom nog geen tegenstelling te vormen. Dr. B. Wentsel in zijn dogmatiek, (deel 4c, p. 522v.) zegt het ô: “De tijd op de nieuwe aarde wordt niet zonder meer in dezelfde vorm op dezelfde voet voortgezet. Indien de op de omloop van de zon en omwenteling van de aarde gebaseerde tijdsvorm wordt opgeheven, vervallen dag en nacht. God kan dan een andere tijdsvorm of “neoklok” scheppen, waarvan de wijzers geen 24 uur per etmaal en zestig minuten per uur aanwijzen zoals de oude maar een x-aantal tijdeenheden in een afgebakende periode. Zoals het lichaam zijn identiteit behoudt en toch wordt verheerlijkt, zo blijft de tijd in verheerlijkte vorm bestaan. Er zijn echter verschillende categorieën tijd denkbaar. Ook de engelen hebben hun eigen taal en kalender, hun cultus en cultuur. Een onjuiste vertaling van Openbaring 10: 6b (er zal geen tijd meer zijn) heeft het misverstand gewekt dat de tijd op de nieuwe aarde wordt opgeheven; bedoeld is hier echter dat er geen geduldstijd of uitstel meer zal zijn maar het definitieve gericht, aangekondigd door de zevende engel, spoedig uitgevoerd zal worden.”
Je begrijpt dat de vraag voor ons moeilijk te beantwoorden is, omdat wij t.a.v. het eeuwige leven maar heel weinig weten. Er staat meer hoe het niet zal zijn dan hoe het wel is. Snel komen we dan ook tot speculaties, die meer berusten op ons gissen en daarom snel kunnen leiden tot vergissen. Dr. Wentsel wil in ieder geval twee dingen duidelijk maken: de tekst uit Openbaring 10 mag niet verkeerd uitgelegd worden, alsof er helemaal geen sprake meer zal zijn van enig tijdsbesef. De genadetijd zal eens voorbij zijn. Aan de andere kant kan er wel sprake zijn van tijd, maar dan van een volstrekt nieuwe tijdsorde. Hoe we ons dat moeten voorstellen is moeilijk te zeggen. Dat zijn de verrassingen die de Heere God voor Zijn kinderen heeft.
Ds. P. J. den Admirant
Toch behoeven tijd en eeuwigheid daarom nog geen tegenstelling te vormen. Dr. B. Wentsel in zijn dogmatiek, (deel 4c, p. 522v.) zegt het ô: “De tijd op de nieuwe aarde wordt niet zonder meer in dezelfde vorm op dezelfde voet voortgezet. Indien de op de omloop van de zon en omwenteling van de aarde gebaseerde tijdsvorm wordt opgeheven, vervallen dag en nacht. God kan dan een andere tijdsvorm of “neoklok” scheppen, waarvan de wijzers geen 24 uur per etmaal en zestig minuten per uur aanwijzen zoals de oude maar een x-aantal tijdeenheden in een afgebakende periode. Zoals het lichaam zijn identiteit behoudt en toch wordt verheerlijkt, zo blijft de tijd in verheerlijkte vorm bestaan. Er zijn echter verschillende categorieën tijd denkbaar. Ook de engelen hebben hun eigen taal en kalender, hun cultus en cultuur. Een onjuiste vertaling van Openbaring 10: 6b (er zal geen tijd meer zijn) heeft het misverstand gewekt dat de tijd op de nieuwe aarde wordt opgeheven; bedoeld is hier echter dat er geen geduldstijd of uitstel meer zal zijn maar het definitieve gericht, aangekondigd door de zevende engel, spoedig uitgevoerd zal worden.”
Je begrijpt dat de vraag voor ons moeilijk te beantwoorden is, omdat wij t.a.v. het eeuwige leven maar heel weinig weten. Er staat meer hoe het niet zal zijn dan hoe het wel is. Snel komen we dan ook tot speculaties, die meer berusten op ons gissen en daarom snel kunnen leiden tot vergissen. Dr. Wentsel wil in ieder geval twee dingen duidelijk maken: de tekst uit Openbaring 10 mag niet verkeerd uitgelegd worden, alsof er helemaal geen sprake meer zal zijn van enig tijdsbesef. De genadetijd zal eens voorbij zijn. Aan de andere kant kan er wel sprake zijn van tijd, maar dan van een volstrekt nieuwe tijdsorde. Hoe we ons dat moeten voorstellen is moeilijk te zeggen. Dat zijn de verrassingen die de Heere God voor Zijn kinderen heeft.
Ds. P. J. den Admirant
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. J. den Admirant
- Geboortedatum:05-12-1954
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief
45 artikelen
Bijzonderheden:
In 2020 met emeritaat.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties