Gebedsgenezing ervaren
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 15-10-2007| 00:00
Vraag
Ik ben geen jongere meer (31), maar weet niet waar ik anders terecht kan... Het is namelijk zo dat er binnen de reformatorische gezindte veel negatief en ongelovig gedaan wordt over gebedsgenezing. Mijn leven lang heb ik een been dat 1 cm korter is. Ik heb daar veel last van gehad. Heb verhoogde zolen en daarmee kon ik het aardig redden. Vanaf zaterdag zijn mijn benen even lang. Ik heb het gecheckt bij een arts, omdat ik het bijna niet kan geloven en ik er zeker niet naar op zoek was. Ik was bij een christelijke bijeenkomt met een spreker. Aan het eind werd er met mij gebeden en een vrouw vroeg of ik wilde zitten en ze gaf aan dat ze zag dat mijn been korter was en dat God dat wilde genezen. Ik was behoorlijk ontdaan, omdat ik erg nuchter ben. Toen voelde ik daadwerkelijk wat in mijn been. Stug deed ik de laarzen met zolen weer aan, maar die pasten niet meer. Het maakte me verlegen en nu verward: Wat moet ik hiermee? Ik durf het niet eens aan anderen te vertellen. Tegelijkertijd wil ik God groot maken,want Hij heeft het gedaan. Ik weet 100 procent zeker dat God het gedaan heeft. Ik weet niet eens hoe de vrouw heet en het ging ook niet om sensatie. Ik wil graag luisteren naar de Heere. Misschien wil Hij iets zeggen over hoe en wat, maar ik weet niet wat ik moet doen. In de Bijbel waren er mensen die het luidkeels vertelden, anderen niet. Ik heb me nooit willen mengen in een discussie of gebedsgenezing goed is ja of nee (RD), omdat dat niet aan ons is. Maar nu ik het zelf heb ervaren, weet ik het niet meer. Ik geloof dat er op dit gebied ook misstanden zijn of komen, maar dat is met veel dingen, kijk alleen maar naar de grote en dure hoeden in de kerk. Ik wil de Heere niet tekort doen, maar wil ook geen paarlen voor de zwijnen werpen. Ik hoop dat u mijn vraag kunt beantwoorden. Bij voorbaat dank!
Antwoord
Beste vriend of vriendin,
Bedankt voor je vraag. Het is goed dat je die gesteld hebt. Je hebt een heel bijzondere genezing meegemaakt: je ene been was 1 cm korter dan het andere, je had altijd een verhoogde zool nodig, je was niet op zoek naar genezing, maar in een christelijke bijeenkomst werd er met je gebeden, een vrouw vroeg of je wilde gaan zitten, ze zei dat God je wilde genezen, en het gebeurde: je voelde het in je been, en hebt het gecheckt bij een dokter, omdat je het bijna niet kon geloven. Je weet niet eens hoe die vrouw heette, het was geen sensatie, het was, zo heb je het beleefd: God! Nu zeg je: ik durf het niet aan anderen te vertellen, terwijl je tegelijkertijd God wil grootmaken. Maar je weet niet wat je moet doen.
Mijn antwoord is: waarom zou je het niet aan anderen vertellen? Niet om het luidkeels op de straten te verkondigen, maar: je kunt best vertellen dat je gelooft dat God ook nu nog wonderen wil doen en dat je dat zelf ervaren hebt, en hoe je dat hebt ervaren. En dan niet met de bedoeling om mensen ook naar die christelijke bijeenkomst (ik weet niet of het een eenmalige bijeenkomst was of echt wat we noemen een gebedsgenezingsbijeenkomst) te doen gaan, of op zoek te gaan naar die vrouw of iets dergelijks. Want dat zou eerder die vrouw “grootmaken” of alle nadruk doen vallen op de bijeenkomst. Maar je mag best vertellen wat God (soms? dikwijls?) wil doen. Ik weet niet wat voor een christelijke bijeenkomst het was, maar ik krijg uit je vraag de indruk dat het een heel gewone bijeenkomst met een spreker was, zonder show e.d. En dat die vrouw er niet was als een “gebedsgenezer” of iets dergelijks, maar dat het wel gebeurde met gebed. Er zijn namelijk ook genezingen die niet van God zijn. Denk aan Jomanda. Ook daar gebeuren naar men zegt genezingen, maar je weet best dat dat geen bijbelse basis heeft. Het gaat erom dat je de genezing echt gebeurd is door de Heere en dat je dat ook zo hebt ervaren en mag geloven.
Nu zeg je dat er binnen de reformatorische gezindte veel negatief en ongelovig gedaan wordt over gebedsgenezing. Daar heb je aan de ene kant gelijk in. Maar niet helemaal. Je zegt namelijk zelf dat je gelooft dat er op dit gebied ook misstanden zijn. Dat is, denk ik, precies de reden waarom er in de reformatorische gezindte veel terughoudendheid is. Die terughoudendheid is er echter niet dat men niet zou geloven dat de Heere ook nu nog kan genezen. Juist in de reformatorische gezindte weten veel mensen dat de Heere een wonderdoend God is. Zelf weet ik ook van de genezing van een meisje dat voor 100 procent opgegeven was, maar voor 100 procent, op het gebed (van ouders, van gemeenteleden), werd genezen. Maar de reformatorische gezindte heeft bezwaar tegen gebedsgenezingsdiensten en -campagnes, waarin meer de gebedsgenezer centraal staat dan God, of waar gezegd wordt dat de Heere ziekte niet wil (terwijl we in de Bijbel ook van zieken lezen, die niet genezen werden), of waar het show-element domineert e.d. Echt gebedsgenezing is: met één of meer mensen of zelf de Heere hartelijk bidden om genezing, maar tegelijk de Heere vrij laten wat Hij met het gebed wil doen. Dat zou van mij een klein puntje van kritiek op de vrouw over wie je schrijft kunnen zijn: dat ze zei dat God “wilde” genezen. Het kan zijn dat ze bedoelde dat ze dat vast voor jou geloofde, en dan is het goed. Maar als ze bedoelt dat de Heere ziekte niet wil, dan is dat een andere lijn dan die de Bijbel aangeeft.
In sommige kerken van de Pinkstergemeente staat met grote letters voorin op de muur van de kerk: Jezus geneest. Of: God geneest. Dat is iets waar de reformatorische gezindte bezwaar tegen heeft. Dat is namelijk een heel eenzijdige, zo niet niet-bijbelse boodschap. De Heere geneest namelijk niet altijd. Hij kan andere wegen met iemand gaan. Veel beter en juister is wat ik dikwijls las op de muur van Waldenzenkerken in Italië: Wij prediken Christus en Dien gekruisigd. Als we iets op de muur van de kerk zouden willen zetten, zouden het die woorden moeten (of althans: kunnen) zijn.
En er is nog iets waarom de reformatorische gezindte terughoudend is t.a.v. gebedsgenezing. We geloven dat het vooral moet gebeuren in de eigen gemeente. En dat heel belangrijk is de zondagse voorbede in de kerk, waar zieken met naam en toenaam genoemd worden. Of het samen bidden in een gebedskring, zo die er in de gemeente is. De zondagse voorbede in de kerk, de gebeden van mensen, op een kring of persoonlijk thuis, is een hoog goed. Niet omdat die mensen of die gebeden zo goed zijn. Maar omdat God Zijn zegen wil geven op het gebed van hen die hartelijk tot Hem bidden. Vooral de voorbeden in de zondagse diensten. Daar belijden we toch van, dat waar de gemeente in Zijn Naam bijeen is, Hij in het midden wil zijn? En, nog iets: genezing is niet alleen genezing van ziekte. In bijbelse zin is genezing méér: geloven dat God kan genezen, maar tegelijk ook eenswillend zijn met Hem als het anders is. Zoals iemand, die een heel ernstige operatie moest ondergaan, eens tegen me zei: het kan twee kanten op en ik bid de Heere of de operatie mag slagen, maar beide kanten zijn goed. Of zoals Paulus het zegt: hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren (Romeinen 14:8). Want we kunnen wonderlijk, op het gebed, genezen, maar eens komt de tijd dat we niet meer genezen. Als het dan goed is, zijn we toch genezen, naar lichaam en ziel.
Laat ik het samenvatten: vertel wat God deed. Zonder die vrouw of de samenkomst waar je was nadruk te geven. Vertel dat je gelooft dat God nog wonderen kan en wil doen. Maar dat we dat niet moeten afdwingen, maar de uitkomst van het gebed in het geloof in Zijn handen moeten leggen. Om te belijden: Wat God doet dat is welgedaan (ook als het anders werd dan we graag wilden), Zijn wil is wijs en heilig.
Van harte Gods zegen op je verdere leven toegewenst. Met twee gezonde benen.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief