Gemeenschap gehad
Ds. C.J. Meeuse | Geen reacties | 31-10-2003| 00:00
Vraag
Ik ben een christelijk meisje en kom uit de Gereformeerde Gemeenten. Ik heb verkering gehad, maar heb met die jongen gemeenschap gehad. Kan ik nu nog een kind van God worden? Mag ik nu nog wel belijdenis doen?
Antwoord
De vraag die gesteld wordt betreft het hebben van seksuele gemeenschap met elkaar voor het huwelijk. Een bijzonder verdrietig zaak daarop volgend is: het verbreken van de relatie. Waar de gestelde vraag zich op toespitst is: is er voor deze zonden vergeving mogelijk en kan ik nog belijdenis doen en lid van de gemeente worden?
Wat het eerste betreft, toont de vragenstelster te beseffen dat het om een ernstige zonde gaat. Helaas beseffen veel mensen dit tegenwoordig niet meer en leven ze er maar wat gemakkelijk overheen. Geslachtsgemeenschap hoort thuis in het huwelijk, na de officiële belofte van trouw. Ze behoort bij de band die dan gelegd wordt voor het leven. Grijpt men daarop vooruit tijdens de verkeringstijd, dan spreken we van "een verplicht huwelijk". Die verplichting is niet alleen afhankelijk van het al of niet in verwachting zijn, maar als je jezelf aan een ander gegeven hebt, is er de verplichting om te trouwen Je bent dan niet meer vrij om met een andere jongen mee te gaan, want je hebt je al aan een ander gegeven. Het is in en in triest dat in onze tijd in de wereld overal vrije seks wordt geproclameerd; waar is de trouw en de liefde? Het is erger dan bij de beesten.
Als we nu op dit terrein in de zonde gevallen zijn, dan moeten we aan Gods genade niet vertwijfelen, noch in de zonde blijven liggen, zo staat in ons doopformulier. We worden geroepen tot bekering en dat is in de eerste plaats: breken met de zonden, en waar mogelijk herstel zoeken. Oprecht vragen om vergeving kan er niet zijn als er geen oprecht breken met de zonden is.
Vervolgens mogen we weten dat er bij God vergeving te verkrijgen is, zoor de grootste der zondaren. Daarom roept Christus de slechten, de spotters en de zotten (Spr. 1), de goddelozen en de ongerechtigen (Jes. 55:7), etc. etc.
De weg die je moet gaan is dan ook: tot Hem vluchten en Hem smeken om licht en leiding om op de eeuwige weg, dat is de weg der zaligheid (Ps. 139) gebracht en geleid te worden. Zeker kan de Heere zo, in een rechte weg, je brengen tot het doen van schuldbelijdenis (voor God en voor de mensen tegen wie je zondigde; is het niet openbaar, dan mag dit ook in het beslotene plaats vinden) en dan ook tot het doen van geloofsbelijdenis.
Van harte wens ik je zo Gods leiding toe in je leven, opdat deze smartelijke weg uiteindelijk nog mee mag werken aan je eeuwig behoud en je met heel je leven, met alle zonden en ellendigen bij de Heere ter genezing terechtkomt!
Van hart Gods leiding toegewenst.
Ds. C. J. Meeuse
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.J. Meeuse
- Geboortedatum:05-10-1945
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief